Gebruiksaanwijzing YAMAHA MU100R

[. . . ] TOONGENERATOR DATA BOEK R WE PO F OF / ON GENERAL SPECIALE MEDEDELINGEN Dit produkt maakt gebruik van batterijen of een externe voeding (een adaptor). Sluit dit produkt NIET aan op een andere adaptor dan die, die omschreven staat in de handleiding, op het naamplaatje of in het bijzonder is aangeraden door Yamaha. WAARSCHUWING: Plaats dit produkt niet op een plaats waar iemand er op zou kunnen stappen/over zou kunnen vallen, of iemand iets over het stroomsnoer of de kabels kan rollen. Het gebruik van een verlengkabel wordt afgeraden! [. . . ] De instelling (D=W) resulteert in een gelijke balans tussen het dry en wet geluid. Toewijsbare Controller 1 Variation Control (AC1VarCtrl) (Insertion connection) Bereik: 000 -- 127 Bepaalt hoe het Variation effect in de effectketting van de MU100R aangesloten is. Als deze op SYS (System) staat, wordt Variation aan alle Parts toegevoegd, afhankelijk van de Variation Send instelling van iedere Part. Als deze op INS (Insertion) staat, wordt Variation alleen aan de Part toegevoegd die ingesteld staat bij de Send Variation parameters (zie boven). N. B. Bovenstaande algemene parameters zijn voor bijna alle Variation effect typen vergelijkbaar. (Uitzonderingen worden in het SOUND LIST & MIDI DATA gedeelte omschreven. ) Bepaalt in hoeverre de Toewijsbare Controller invloed heeft op het Variation effect. Variation Pan (VarPan) (System connection) Bereik: L63 -- C -- R63 Bepaalt de pan positie van het Variation effect. Send Variation to Chorus (SendVarCho) (System connection) Bereik: 000 -- 127 Bepaalt hoeveel Variation effect geluid naar het Chorus effect gestuurd wordt. Send Variation to Reverb (SendVarRev) (System connection) Range: 000 -- 127 Bepaalt hoeveel Variation effect geluid naar het Reverb effect gestuurd wordt. Effect Edit Mode 145 Insertion 1, 2 (INS 1, 2) Insertion 1, 2 (INS 1, 2) De Insertion 1 en 2 effecten bieden extra effecten voor het bewerken van individuele Parts. Hier onder wordt uitleg over het Type, Dry/Wet Balans en Part parameters gegeven. Zie het SOUND LIST & MIDI DATA gedeelte voor beschrijvingen en uitleg over alle andere parameters. De Insertion effecten zijn ingesteld voor Insertion routing en kunnen alleen aan één enkele Part toegevoegd worden. Zie Over de Effect Aansluitingen -- System en Insertion op pag. 152 voor meer informatie. Type Instellingen: THRU; HALL 1 -- 2; ROOM 1 -- 3; STAGE 1 -- 2; PLATE; DELAY L, C, R; DELAY L, R; ECHO; CROSS DELAY; KARAOKE 1 -- 3; CHORUS 1 -- 4; CELESTE 1 -- 4; FLANGER 1 -- 3; SYMPHONIC; ENSEMBLE DETUNE; ROTARY SPEAKER; TREMOLO; AUTO PAN; PHASER 1; DISTORTION; OVER DRIVE; AMP SIMULATOR; 3BAND EQ (MONO); 2BAND EQ (STEREO); AUTO WAH (LFO); TOUCH WAH 1 -- 2, AURAL EXCITER®, COMPRESSOR; NOISE GATE Assignable Controller 1 Insertion 1/2 Control (AC1INS1/2Ctrl) Range: ­64 -- +63 Dit bepaalt in hoeverre de Toewijsbare Controller 1 (AC1) de met MIDI-bestuurbare parameters van de Insertion effecten bestuurt. Ieder Insertion effect bevat één parameter dat door AC1 bestuurd kan worden. (Zie de "Effect Parameter Lijst" in het "SOUND LIST & MIDI DATA" gedeelte). Deze parameter is in performance mode niet beschikbaar. Insertion 1, 2 Part (INS 1, 2 Part) Bereik: N. B. Als THRU als Type geselecteerd is , wordt er geen effect toegevoegd, en zijn er geen parameters beschikbaar (met uitzondering van de Part parameter). Part 1 -- 32, AD 1, AD 2, off Dry/Wet Balans Bereik: D63>W -- (D=W) -- D<W63 Dit bepaalt de Part waaraan het Insertion effect wordt toegevoegd. Insertion kan aan één Part tegelijk toegevoegd worden. Dit bepaalt de balans tussen het directe, onbewerkte signaal (dry) en het bewerkte signaal (wet). Regel naar wens met behulp van deze parameter en de Output Level parameter het algehele geluid in. 146 Effect Edit Mode Plugin (PLG) -- Harmony Parameters Plugin (PLG) -- Harmony Parameters Pad: [EFFECT] knop "PLG" "PLG100-VH" Deze parameters besturen het Harmony effect. Andere Harmony parameters die in dit gedeelte niet besproken worden zijn de MIDI kanaal instellingen van de harmony en melodie, die in Utility mode ingesteld worden (zie pag. Zie het Rondleiding gedeelte op pagina 77 voor algemene informatie over het Harmony effect en het gebruik ervan. Type Instellingen: THRU, VOCODER HM, CHORDAL HM, DETUNE HM, CHROMAT. HM (Chromatic) N. B. Als er meer dan drie MIDI noten ontvangen worden (of twee noten, als de Lead Gender Type parameter op iets anders dan "off" staat), wordt aan de meest recent gespeelde noten prioriteit gegeven. (Met andere woorden, de harmonieën van eerdere noten worden afgekapt. ) Hint U kunt Vocoder Type gebruiken als: · U harmonie noten en stemmen wilt gebruiken die buiten de standaard akkoorden vallen in het Chordal type (onder). · U zelf de exacte harmonienoten wilt bepalen, inclusief het oktaaf register en of deze boven of onder de oorspronkelijke melodienoot gespeeld worden. · U de harmony part op het toetsenbord of vanaf een sequencer wilt spelen. [. . . ] Er zijn drie drum parts gebruikt om een gesampled gevoel te creëren. Op part 10 (AnlgKit2) is COMP gegeven aan SD/BD om te benadrukken. HH wordt apart voortgebracht door part 11 DanceKit. Bij fill-ins wordt de reverb versterkt bij part 12 DarkRKit, hetgeen het gevoel van onafhankelijke samples vergroot. [. . . ]