Gebruiksaanwijzing YAMAHA MAJESTY250-2000

[. . . ] HANDLEIDING YP250 5GM-28199-D0 DAU00001 INLEIDING Welkom in de energieke wereld van Yamaha rijders! 1 Als bezitter van een YP250 kunt u genieten van de resultaten van Yamaha's nieuwste technologie en ruime ervaring in het ontwerp en de fabricage van topklasse produkten, waarmee Yamaha haar verdiende reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven. Neem alstublieft de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, om de mogelijkheden van deze YP250 optimaal te benutten. Deze handleiding voor de eigenaar beschrijft niet alleen de bediening, inspektie en onderhoud van uw scooter, maar geeft tevens belangrijke aanwijzingen voor uw veiligheid en die van anderen, om ongemak en ongelukken te vermijden. Daarnaast bevat de handleiding vele handige tips om uw scooter in de beste staat te houden. [. . . ] Wel dient u zelf de bougie regelmatig te verwijderen en te inspecteren, aangezien de hitte en onvermijdelijke aanslag de bougie langzaam aantasten. Als de elektrodes te ver versleten zijn of als er te veel koolaanslag en/of andere aanslag op de bougie zit, vervang de bougie dan door een nieuwe, van het voorgeschreven type. Voorgeschreven bougie: DR8EA (NGK) 1 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1. Gebruik de bougiesleutel uit de gereedschapsset om de bougie te verwijderen zoals aangegeven. 6-10 PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES Aantrekkoppel: Bougie: 17, 5 Nm (1, 75 m·kg) 1 2 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1. Elektroden-afstand 1 OPMERKING: Als er bij het installeren van de nieuwe bougie geen momentsleutel voorhanden is, kunt u het volgende als vuistregel aanhouden: draai met uw vingers de bougie zo strak mogelijk aan en draai deze hierna nog 1/4 a 1/2 slag aan met een bougiesleutel. Laat echter wel zo snel mogelijk het aantrekkoppel controleren. Installeer de bougiedop. Installeren 1. Meet de elektrodenafstand met behulp van een voelermaatje en stel zonodig de elektrodenafstand bij tot de voorgeschreven afstand. Verwijder alle vuil en vet van de schroefdraad. Installeer de bougie en draai deze aan met het voorgeschreven aantrekkoppel. 1. Oliepeilstok DAU03119* Motorolie Kontroleren van het oliepeil 1. Laat de motor enkele minuten lang warmdraaien. OPMERKING: 8 Let op dat de scooter horizontaal staat als u het oliepeil kontroleert. Als de scooter iets overhelt, kan dit leiden tot een verkeerde aflezing. 8 Let bij het toevoegen van olie op dat u de motor niet te ver bijvult; vanaf het midden van de peilstok zal het oliepeil sneller stijgen. 6-11 PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES 1 1 2 1 1. Zet de motor af en verwijder de olievuldop. OPMERKING: Wacht enkele minuten tot de olie is gezakt, alvorens het peil te controleren. Steek de peilstok weer volledig in de vulopening, maar schroef hem niet vast. Het oliepeil hoort tussen de minimum- en maximum-merktekens op de peilstok te liggen. Als er te weinig olie is, vult u via de motorolie-vulopening olie bij tot aan het voorgeschreven peil. Motorolie verversen 1. Laat de motor enkele minuten warmdraaien. Plaats onder het motorblok een opvangbak voor de olie en verwijder de olievuldop. Verwijder de aftapbout en laat de olie uit het motorblok weglopen. 4. Controleer de pakkingring en vervang de ring als deze beschadigd is. [. . . ] (Dit om het vonken van de bougie tijdens de volgende stap te voorkomen. ) d. Laat nu met de starter de motor enkele slagen ronddraaien. (Dit om de cilinderwanden te bedekken met een laagje motorolie. ) e. Verwijder de bougiedop van de bougie en breng eerst de bougie en dan de bougiedop weer aan. DWA00003 7 X@ Voor het laten draaien van de motor dient u de elektroden van de bougies te aarden, om ongelukken of schade door het vonken van de bougies te voorkomen. 7-4 ONDERHOUD EN OPSLAG VAN DE SCOOTER 6. [. . . ]