Gebruiksaanwijzing WHIRLPOOL ART 849-2/G GEBRUIKSAANWIJZING

[. . . ] Binnendeur van de diepvriesafdeling C) Verwijderbare plint D) Bedieningspaneel (mits aanwezig) E) Temperatuurregelaars in de koelkast 37 BEDIENINGSPANEEL 1. Groen controlelampje (mits aanwezig) ; dit brandt wanneer het apparaat aan staat 3. Geel controlelampje (mits aanwezig) ; dit brandt wanneer het “snel invriezen” aan is 4. Lichtschakelaar Regelaars in het apparaat 5. [. . . ] Opgelet: • Het is niet nodig de temperatuurregelaar (5) bij te stellen omdat deze in de fabriek reeds is afgesteld in de correcte stand voor het bewaren van een normale hoeveelheid verse levensmiddelen bij een kamertemperatuur tussen +20°C en +25°. • Nadat het apparaat aan is gezet, duurt het ongeveer 30 minuten tot de temperatuur in de koelvak geschikt wordt voor het bewaren van een normale hoeveelheid levensmiddelen. Draai de knop van de temperatuurregelaar (5): • op stand MIN als het in de koelafdeling te koud is, • op stand MAX als u de koelafdeling nog kouder wenst. De temperatuur in het apparaat wordt beinvloed door zijn plaats, door het openen van de deuren en door de omgevingstemperatuur; de beste stand van de temperatuurregelaar hangt ook van deze factoren af. ቢ Voedsel in het koelvak bewaren 1. Berg de verschillende soorten levensmiddelen op volgens de tekening hiernaast. Flessen Het is raadzaam het voedsel te verpakken in aluminiumfolie, cellofaan of in koeldozen met deksel voordat u het in de koelkast opbergt; zo blijven aroma en vitaminen het best behouden en voorkomt u dat het voedsel uitdroogt en dat het geuren in het apparaat verspreidt. Dankzij de geventileerde koeling zijn er geen noemenswaardige temperatuurverschillen tussen de verscheidene bergplaatsen in het koelvak. De etenswaren mogen dus op een willekeurig rek worden opgeborgen. Belangrijk: • Zorg ervoor dat er lucht kan circuleren tussen de etenswaren. • Laat warm voedsel afkoelen voordat u het in het apparaat zet. • Versper de luchtverdeler (7) niet omdat anders de temperatuurverdeling in het apparaat niet gelijkmatig kan worden gehouden. 40 HET NULGRADENVAK BEDIENEN Sommige modellen zijn voorzien van een vak waarin een temperatuur van ongeveer 0°C heerst zodat er ook voor de meest bederfelijke en fijne etenswaren een ideale bergplaats is. In het nulgradenvak blijft het voedsel langer vers (aroma, vitaminen, enz. ) dan in de overige ruimte van de koelafdeling. Vooral vlees, vis en niet-ingevroren luchtledig verpakt voedsel kunt u altijd het best in het nulgradenvak opbergen. Uiteraard is niet alleen de temperatuur waarbij het voedsel bewaard wordt van belang voor de houdbaarheid; ook de verpakking en de versheid bij aankoop zijn van invloed. Opgelet: • Dit vak is voorzien van een onafhankelijke temperatuurregelaar. • De knop (7) staat al in de correcte stand voor het bewaren van een normale hoeveelheid voedsel bij een kamertemperatuur tussen +20° en +25°C. • De grootste lade kan worden voorzien van een vochtfilter waarmee de vochtgraad in de lade kan worden geregeld. Het is in het bijzonder bestemd voor levensmiddelen die bij een temperatuur van 0°C bewaard moeten blijven. Als u de temperatuur wil regelen: • Draai de knop (7) op MAX als u het vak iets kouder wenst of op MIN voor een iets hogere temperatuur. Als u het nulgradenvak niet gebruikt kunt u het koelvak als volgt uitbreiden: • Verwijder de onderste laden • Draai de temperatuurregelaar (7) van de MIN-stand tot op de uiterste stand (option) G; zo wordt de temperatuur gelijk aan die van het koelvak (zie vorige hoofdstuk voor het bewaren van voedsel). 41 HET VRIESVAK BEDIENEN Het vriesvak met vier sterren zit onderaan. Er kunnen verse en gekookte levensmiddelen worden ingevoren, ijsblokjes worden gemaakt en bevroren en levensmiddelen diepvries worden bewaard. Leg het voedsel in de onderste ruimte van het vriesvak en houd voldoende afstand tussen de pakjes voor luchtcirculatie. • Draai de knop (6) op SUPER; wanneer er van MAX naar SUPER wordt gedraaid voelt u even een zekere weerstand van de contactschakelaar. Het gele controlelampje (3) op het bedieningspaneel gaat branden (mits aanwezig). [. . . ] • Sommige modellen hebben uitlopende zijwanden. Deze mogen wel met de achterkant tegen de muur gezet worden. Bij de overige modellen moeten daarvoor eerst de afstandsblokjes (mits aanwezig) op de bovenkant van de condensator (aan de achterkant van het apparaat) worden gezet. • Maak de binnenkant schoon (zie hoofdstuk “het apparaat schoonmaken”). [. . . ]