Gebruiksaanwijzing SONY CYBER-SHOT DSC-T77

[. . . ] Inhoud Zoeken op bediening Zoeken in HOME/MENU Index Cyber-shot-handboek DSC-T77/T700 © 2008 Sony Corporation 4-000-946-71(1) NL Gebruik van dit handboek Inhoud Klik op een toets in de rechterbovenhoek om naar de betreffende pagina te verspringen. Inhoud Zoeken op bediening Zoeken in HOME/MENU Index Zoeken naar informatie op functie. Zoeken op bediening Zoeken naar informatie op bediening. Zoeken in HOME/MENU Zoeken naar informatie in een lijst met HOME/MENU-onderdelen. Zoeken naar informatie op trefwoord. Markeringen en notatie gebruikt in dit handboek In dit handboek wordt de volgorde van de bedieningen aangegeven door pijlen (t). U moet de onderdelen op het scherm aanraken in de aangegeven volgorde. Markeringen worden afgebeeld zoals ze worden verschijnen in de standaardinstellingen van de camera. De standaardinstelling wordt aangegeven met . [. . . ] Upload selectie) t (Dit beeld) t t raak het uploadselectienummer aan waaraan u het beeld wilt toevoegen t [OK] Index Meerdere beelden selecteren en registreren 1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de weergavefunctie. Upload selectie) t (Meerdere beelden) t t raak het uploadselectienummer aan waaraan u het beeld wilt toevoegen. In de enkelbeeldweergavefunctie 1 Raak / aan om het beeld weer te geven en raak daarna het beeld aan dat u wilt toevoegen aan de uploadselectie. In de indexweergavefunctie 1 Raak / aan om naar de vorige/volgende pagina te gaan, en raak daarna het beeld aan dat u wilt toevoegen aan de uploadselectie. 2 Herhaal stap 1 om meer beelden te registreren. 3 Selecteer de beelden. 4 t [OK] markering aan om de markering op te heffen. Opmerking · Raak een beeld met een 110NL Alle beelden binnen het datumbereik of in de gebeurtenisgroep toevoegen 1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de weergavefunctie. 2 t (Weergavefunctie) t per gebeurt. ) t (Datumweergave) of (Weerg. Inhoud Zoeken op bediening 3 Raak / aan om de datum of gebeurtenis te selecteren waarvan u de beelden wilt registreren. Upload selectie) t (Alle in datumbereik toev. ) of (Alle in gebeurtenis toevoeg. ) t t raak het uploadselectienummer aan waaraan u het beeld wilt toevoegen t [OK] Zoeken in HOME/MENU Alle beelden binnen het datumbereik of in de gebeurtenisgroep verwijderen 1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de weergavefunctie. 2 t (Weergavefunctie) t per gebeurt. ) t (Datumweergave) of (Weerg. Index 3 Raak / aan om de datum of gebeurtenis te selecteren waarvan u de beelden wilt verwijderen. Upload selectie) t (Alle in datumbereik verw. ) of (Alle in deze gebeurt. verwijd) t t raak het uploadselectienummer aan waaruit u de beelden wilt verwijderen t [OK] Alle beelden in de uploadselectie toevoegen/ verwijderen 1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de weergavefunctie. 2 4 t (Weergavefunctie) t (Favorieten) t 3 Selecteer het uploadselectienummer dat u wilt toevoegen/verwijderen. Upload selectie) t (Alle in Favorieten toevoegen) of (Alle in Favorieten verwijder. ) t t raak het uploadselectienummer aan waaraan/waaruit u het beeld wilt toevoegen/ verwijderen t [OK] 111NL Bijwerken Inhoud Met deze instelling kunt u effecten toevoegen aan of correcties aanbrengen in een opgenomen beeld en dit opnemen als een nieuw bestand. Het oorspronkelijke beeld blijft behouden. 1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de weergavefunctie. 2 t (Trimmen) Hiermee neemt u het ingezoomde weergavebeeld op. Raak / aan t stel het punt in met v/V/b/B t t selecteer een beeldformaat om in op te slaan met /t t [OK]. · De beeldkwaliteit van getrimde beelden kan verslechteren. · Het beeldformaat dat u kunt trimmen kan verschillen afhankelijk van het beeld. Zoeken op bediening t (Bijwerken) t gewenste functie Zoeken in HOME/MENU (Rode-ogencorrectie) Hiermee corrigeert u het rodeogeneffect dat wordt veroorzaakt door de flitser. Nadat het rode-ogeneffect is gecorrigeerd, raakt u [OK] aan. · Het is mogelijk dat het rodeogeneffect niet geheel kan worden gecorrigeerd, afhankelijk van het beeld. Index (Onscherpte repareren) Hiermee maakt u het beeld scherper binnen een gekozen kader. Raak het gebied (frame) aan van het gewenste beeld dat u wilt bijwerken t t [OK]. · Afhankelijk van het beeld is het mogelijk dat niet voldoende reparatie kan worden verkregen en de beeldkwaliteit verslechtert. (Lagere beeldscherpte) Hiermee maakt u de omgeving van een gekozen punt in het beeld wazig om een onderwerp eruit te laten springen. Raak het middelpunt aan van het gewenste beeld dat u wilt bijwerken t t stel het gewenste gebied in dat u wilt bijwerken met / t t selecteer het gewenste niveau waarmee het beeld moet worden bijgewerkt met / t t [OK]. 112NL Wordt vervolgd r (Gedeeltelijk kleur) Hiermee wordt de omgeving van een gekozen punt monochroom weergegeven om een onderwerp eruit te laten springen. Raak het middelpunt aan van het gewenste beeld dat u wilt bijwerken t t stel het gewenste gebied in dat u wilt bijwerken met / t t [OK]. Inhoud Zoeken op bediening (Vissenooglens) Hiermee past u een vissenoogeffect toe rondom een gekozen punt. Raak het middelpunt aan van het gewenste beeld dat u wilt bijwerken t t selecteer het gewenste niveau waarmee het beeld moet worden bijgewerkt met / t t [OK]. Zoeken in HOME/MENU (Stereffect) Hiermee voegt u een stereffect toe aan de lichtbronnen in het beeld. Stel de gewenste lengte in waarmee moet worden bijgewerkt met / t t selecteer het gewenste niveau waarmee het beeld moet worden bijgewerkt met / t t [OK]. (Radiale waas) Hiermee bepaalt u het middelpunt vanwaaruit de beweging in het stilstaande beeld voelbaar is. Raak het middelpunt aan van het gewenste beeld dat u wilt bijwerken t t stel het gewenste gebied in dat u wilt bijwerken met / t t [OK]. Index (Retro) Het beeld wordt zachter door de beeldscherpte te verminderen en het omgevingslicht te verlagen zodat het lijkt alsof het beeld is opgenomen met een oude camera. Stel het gewenste gebied in waarmee moet worden bijgewerkt met / t t selecteer het gewenste niveau waarmee het beeld moet worden bijgewerkt met / t t [OK]. (Lachen) Hiermee kunt u een lach op het gezicht van een persoon maken. Selecteer het gewenste niveau waarmee het beeld moet worden bijgewerkt met / t t [OK]. · Bijwerken kan onmogelijk zijn afhankelijk van het beeld. 113NL Wordt vervolgd r Opmerkingen · U kunt bewegende beelden niet bijwerken. · Wanneer de camera is aangesloten op een televisie, kunt u de beelden niet bijwerken. Inhoud zHet effect van het bijwerken controleren alvorens op te slaan · U kunt controleren hoe het resultaat van het bijwerken eruit ziet (behalve voor (Trimmen) en (Rode-ogen-correctie)) door [Voorbeeld] aan te raken terwijl u de effecten aan het instellen bent. 114NL Zoeken op bediening Zoeken in HOME/MENU Index Kleuren Inhoud Tekent of stempelt op een stilstaand beeld en neemt het op als een nieuw bestand. Zoeken op bediening 1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de weergavefunctie. 2 t (Kleuren) t 3 Teken op het beeld met de tekenpen (bijgeleverd). toets aan t selecteer het 4 Raak de / beeldformaat om in op te slaan t [OK] Zoeken in HOME/MENU Index Toets 1 / Opslaan Bediening Om het beeld op te slaan in VGA- of 3Mformaat in het interne geheugen of op een "Memory Stick Duo". Om de dikte van de tekenpen of het gum te kiezen, of om de stempel te kiezen. [. . . ] Schakelt over naar de enkelbeeldweergavefunctie (in de indexweergavefunctie). Verandert het weergavescherm (in de enkelbeeldweergavefunctie)/ verplaatst de cursor (in de indexweergavefunctie). Verplaatst de cursor (in de indexweergavefunctie). 2 MENU 3 b/B Index x 4v 5 HOME 6V 173NL Index Inhoud A Aanraakscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Aansluiten Computer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132, 138 Printer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148 televisie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125 Accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 170 Acculader . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171 AF-bereikzoekerframe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Afdrukken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147 Afdrukmarkering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 150 AF-functie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 AF-verlicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 Auto Review . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76 Autom. [. . . ]