Gebruiksaanwijzing SMEG S75TFS

[. . . ] Bij andere modellen is dit lampje gemeenschappelijk en is dit op een andere plaats aangebracht (zie de paragraaf "Beschrijving"). Inschakeling van de elektrische verwarmingselementen De verwarmingselementen worden bediend door middel van energieregelaars met 12 standen (zie afb. 1) waardoor er een uitgebreide reeks temperatuurstanden ingesteld kunnen worden. Uitsluitend als richtlijn hebben we in tabel 1 enkele aanwijzingen vermeld om bepaalde gerechten te bereiden. De verwarmingselementen worden ingeschakeld door de bedieningsknop rechtsom of linksom op de gewenste stand te draaien. [. . . ] - Gebruik pannen met een platte en dikke bodem. - Gebruik geen pannen met een kleinere diameter dan de diameter van de kookzone. - Maak de bodem van de pan droog voordat u de pan op de kookzone zet. - Schuif de pannen niet op de glasplaat omdat het oppervlak hierdoor beschadigd kan worden. - Laat het apparaat tijdens het gebruik van de kookzones niet onbeheerd achter en pas op dat er geen kinderen in de buurt zijn. Controleer met name of de stelen van de GEBRUIK - pannen op de juiste manier naar de binnenzijde gedraaid zijn en let op bij het bereiden van voedsel waarbij olie en vet gebruikt wordt omdat deze stoffen licht ontvlambaar zijn. De kookzones blijven na gebruik nog lang warm; leg uw handen of andere voorwerpen er totdat het restwarmte-indicatielampje uitgaat niet op om verbranding te voorkomen. Zodra u een kras op de glasplaat ziet moet u het apparaat onmiddellijk uitschakelen. Leg geen aluminium folie of plastic voorwerpen op het hete oppervlak. Gebruik de kookplaat niet als ondergrond om er iets op te leggen of zetten. AFB. 2 17 Alvorens het apparaat schoon te maken moet u eerst de stekker van het apparaat uit het stopcontact trekken. SCHOONMAKEN 2 ) K E R A M I S C H E K O O K P L A AT Als u de kookplaat schoon en glanzend wilt houden wordt geadviseerd om de glasplaat vóór gebruik met een product op siliconenbasis te behandelen dat een beschermlaagje vormt en het oppervlak op die manier tegen water en vuil beschermt. - Draai de kookplaat ondersteboven, haal de strips van het afdichtingsrubber van de steun af en controleer of de doorzichtige bescherming aan het afdichtingsrubber vast blijft zitten. Breng het afdichtingsrubber "E" (afb. 7) op de juiste manier onder de rand van de kookplaat aan zodat de buitenkant van het afdichtingsrubber perfect aansluit op de buitenrand rondom de kookplaat. De uiteinden van de strips moeten op elkaar aansluiten maar niet over elkaar heen zitten. - Laat het afdichtingsrubber gelijkmatig en stevig op de kookplaat aansluiten en duw hem met uw vingers aan. - Verwijder de strip van het beschermende papierlaagje van het afdichtingsrubber, plaats de kookplaat in het in het meubel geboorde gat en zet de kookplaat met de speciale bevestigingsschroeven "F" vast (zie afb. - Het is mogelijk dat U per ongeluk de heet oppervlakte van de houder van het vlak tijdens het gebruik aanraakt, dus vastschroef een houten bintbalk op een afstand van 60 mm (op zijn minst) van de top (afb. 5). WAARSCHUWING Er wordt op gewezen dat de lijm waarmee het kunststof laminaat aan het meubel bevestigd is bestand moet zijn tegen temperaturen van niet lager dan 150 °C om te voorkomen dat de deklaag loslaat. Bovendien moeten de achterwand en de oppervlakken naast en rondom de kookplaat bestand zijn tegen een overtemperatuur van 65K. AFB. 8 20 5) ELEKTRISCHE AANSLUITING INSTALLATIE De elektrische aansluiting moet in overeenstemming met de geldige wettelijke voorschriften en bepalingen uitgevoerd worden. Alvorens het apparaat aan te sluiten moet het volgende gecontroleerd worden: - Of de stroomcapaciteit van de installatie en de stopcontacten geschikt is voor de maximum capaciteit van het apparaat (zie het typeplaatje dat aan de onderkant van de bak aangebracht is). - Of het stopcontact of de installatie deugdelijk geaard is volgens de geldige wettelijke voorschriften en bepalingen. [. . . ] - De output moet toegankelijk zijn na de geïntegreerde functie. Als de aansluiting rechtstreeks op het elektriciteitsnet uitgevoerd wordt: - Plaats een alpolige schakelaar tussen het apparaat en het net, die berekend is op de belasting van het apparaat, met een minimum opening tussen de contacten van 3 mm. - Denk eraan dat de aardkabel niet door de schakelaar onderbroken mag worden. - Als alternatief kan de elektrische aansluiting ook beschermd worden met een aardlekschakelaar met een hoge gevoeligheid. [. . . ]