Gebruiksaanwijzing ROLAND VG-8

[. . . ] Het tweede deel zou u echter op een andere manier kunnen lezen: zoek de benodigde informatie op in de inhoudsopgave of de alfabetische index en lees dan enkel wat u nodig hebt. Alvorens met de VG-8 te werken zou u de hoofdstukken "Veilig gebruik van de VG-8" op blz. 2 en "Belangrijke opmerkingen" op blz. Daar vindt u namelijk belangrijke inlichtingen over wat u wel en niet mag doen en over het juiste gebruik. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats op omdat u ze later beslist nog een nodig hebt. © 2000 Roland Corporation. [. . . ] TEL: Simulatie van twee Single Coil-elementen die voor een onmiskenbaar geluid zorgen dat vooral in de Country en Rock'n'Roll wordt geapprecieerd. P-90: Twee Single Coil-elementen op een gitaar met doorlopende hals. De elementen worden ook wel "Soap-Bar" (zeepstuk) of "Dog Ear" (hondenoor) genoemd. LIPS (Lipstick): Twee Single Coil-elementen die door Heavy Metal-gitaristen in de jaren `70 werden gebruikt. De kap van die elementen deed aan een lippenstiftdoosje denken. P. A. F. : Twee "Vintage" Humbucker-elementen van oudere makelij dan degene waarvoor er in de VS een patent werd aangevraagd. RICK: Het typische geluid van twee Single Coil-elementen van een gitaar die vooral in de jaren `60 werd gebruikt. De bassen van dit merk worden ook vandaag de dag nog regelmatig gesignaleerd. SOLO Ziehier het geluid van een rond solo-instrument. 44) PWM (Pulse-Width Modulation) Dit algoritme zorgt voor een PWM-achtig geluid van een analoge synthesizer. De pulsbreedte van de door de snaren voortgebrachte golfvormen wordt regelmatig gemoduleerd, wat voor een "typisch" geluid zorgt. 44) CRYSTAL Dit algoritme zorgt voor een metalig geluid. Parameteroverzicht PT SHIFT (Pitch Shift) Voegt aan de oorspronkelijke klank van iedere snaar een in toonhoogte verschoven versie van diezelfde snaar toe. BODY Hier kunt u de resonanties van de denkbeeldige klankkast instellen. * Deze parameter kunt u niet uitschakelen. ON/OFF Hiermee schakelt u de Pitch Shift-functie in of uit. * Met de [VALUE]-regelaar kunt u ook "PRESET" kiezen. PRESET Kies hier één van de voorgeprogrammeerde klankkastmodellen. MODE Kies hier het soort transpositie dat u nodig hebt: SHIFT (Pitch Shift): Pitch Shifter-effect dat u voor elke snaar apart kunt instellen. HARM (Harmony): Zorgt eveneens voor een transpositie, die echter intelligent is en dus ­naar gelang de gekozen toonaard (KEY)­ hier en daar maar een halve toon verschuift. Wanneer u "SHIFT" kiest ATTACK [0~100] Hiermee bepaalt u hoe duidelijk de aanslag van de noten te horen moet zijn. Hoe groter de waarde, hoe "agressiever" het geluid wordt. BODY [0~100] Hiermee stelt u de balans in tussen het niet bewerkte signaal en het "resonerende" signaal van de bovenplaat en de klankkast. Hoe kleiner de waarde, hoe minder invloed de denkbeeldige klankkast op het geluid heeft. * De gesimuleerde resonanties van de klankkast zijn monofoon. Als u de BODY-waarde dus op "100" zet, valt een uitgekiende stereoplaatsing van de afzonderlijke snaren wellicht iets minder op. * Het geluid van een "Solid Body" ("plank") verkrijgt u door ATTACK en BODY op "0" te zetten. * Deze parameter wordt niet afgebeeld, wanneer u voor COSM Guitar TYPE "NYLON STRINGS" kiest. SHIFT 1~6 [­24~+24] Hiermee bepaalt u het interval van de geselecteerde snaar (1~6) in stappen van een halve toon. FINE 1~6 [­50~+50] Hiermee kunt u de geselecteerde snaar fijn- of ontstemmen. De waarde slaat op "Cent" (1/100e van een halve toon). E. LEVEL 1~6 [0~100] Hiermee kunt u het volume van het effect instellen. LOW CUT [THRU, 55. 0~800 Hz] Hiermee bepaalt u vanaf welke frequentie de lage tonen uit het niet bewerkte ("droge") signaal worden gefilterd. * Deze parameter wordt niet afgebeeld, wanneer u voor COSM Guitar TYPE "NYLON STRINGS" kiest. D. LEVEL 1~6 [0~100] Hiermee bepaalt u het volume van het niet getransponeerde snaarsignaal. Wanneer u "HARMO" kiest LEVEL [0~100] Hiermee stelt u het volume van het klankkastsignaal in. De waarde "0" betekent dat u de klankkast niet hoort. HARMO 1~6 [­2~+2 OCT] Met deze parameter bepaalt u de toonhoogte van de gekozen snaar in verhouding tot de originele toonhoogte (max. [. . . ] 24 Pola . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 PWM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 MOD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 Referentiehandboek T Tap Tempo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . [. . . ]