Gebruiksaanwijzing ROLAND VC-1 D-50

[. . . ] Handleiding De V-Synth XT wordt geleverd met de VC-1 en VC-2, de eerste twee "V-Cards" van Roland. Door gewoon de toegewezen knop in te drukken kunt u van de V-Synth XT een compleet ander instrument maken. De VC-1 "D-50" tovert de V-Synth XT om in een module die ­qua geluid en bediening­ sprekend op de D-50 (een "klassieke" Roland-synthesizer, die in 1987 uitkwam) lijkt. Let wel: we praten hier niet uitsluitend over de sounds van de D-50, maar over alle parameters van die synth. * Alle in dit document vermelde productnamen zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de betreffende eigenaars. Copyright ©2005 ROLAND CORPORATION. [. . . ] Instelling: 0~2 TKF (Keyfollow (Time)) Hiermee stelt u de overgangssnelheid van de P-ENV in functie van de gespeelde noten. Hoe groter de waarde, hoe sterker de snelheid verandert. Instelling: 0~4 P-ENV Time Edit De "vorm" van de envelope wordt bepaald door de "Time"- en "Level"-instellingen. Punt 1 Point 1 Punt 2 Punt 3 L1 SusL Toonhoogte 0 Pitch L3 T1 L0 (Noot-uit) Punt 0 Point 0 (Noot-aan) (Key On) T2 T3 T4 EndL Punt 4 49 Tone-parameters T1 (Time 1) Bepaalt de overgangssnelheid tussen punt 0 (wanneer u een toets indrukt) en punt 1. Instelling: 0~50 T2 (Time 2) Overgangssnelheid van punt 1 naar 2. Instelling: 0~50 T3 (Time 3) Overgangssnelheid van punt 2 naar 3. Instelling: 0~50 T4 (Time 4) Bepaalt de overgangssnelheid tussen het loslaten van een toets en punt 4. Instelling: 0~50 P-ENV Level Edit L0 (Level 0) Toonhoogte, die aan het begin van een noot wordt gehanteerd. Instelling: ­50~+50 L1 (Level 1) Toonhoogte van punt 1. Instelling: ­50~+50 L2 (Level 2) Toonhoogte van punt 2. Instelling: ­50~+50 SusL (Sustain Level) Toonhoogte van punt 3. Instelling: ­50~+50 EndL (End Level) Toonhoogte van punt 4. Instelling: ­50~+50 * Als twee naburige "L"-parameters ongeveer dezelfde waarde hanteren, is de overgangssnelheid soms korter dan verwacht (c. q. verloopt de overgang ogenblikkelijk). 50 Tone-parameters * Op welke intervallen de "L"-waarden precies slaan wordt mede bepaald door de aanslaggevoeligheid van de P-ENV (blz. Aanslagbereik 0 1 2 Niveau +50 ­50 +50 ­50 +50 -50 Instelbereik +1 octaaf ­1 octaaf +1. 5 octaven ­1. 5 octaven +2 octaven ­2 octaven Pitch Mod (toonhoogtemodulatie) Bij bepaalde LFO-instellingen voor de WG (blz. LFOD (LFO-intensiteit) Kies hier de intensiteit waarmee LFO-1 de WG kan beïnvloeden. Hoe groter de waarde, hoe sterker de invloed. Instelling: 0~100 Lever (picthbendmodulatie) Hier bepaalt u in welke mate de pitchbendhendel de vibratointensiteit kan beïnvloeden. Hoe groter de waarde, hoe sterker de invloed. Instelling: 0~100 After (toonhoogtemodulatie via aftertouch) Hier bepaalt u in welke mate de aftertouch de vibratointensiteit kan beïnvloeden. Hoe groter de waarde, hoe sterker de invloed. Instelling: 0~100 LFO (laagfrequente oscillator) Met uitzondering van enkele parameters kunnen LFO-2 en LFO-3 op dezelfde manier worden ingesteld als LFO-1. Wave (LFO-golfvorm) Kies hier de golfvorm voor de LFO. [. . . ] 62, 66 Time Variant Amplifier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64 Time Variant Filter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59 TKF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49, 61, 65 Tone . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . [. . . ]