Gebruiksaanwijzing ROLAND S-10

[. . . ] Bewaar deze handleiding om er later aan te kunnen refereren. Hoofd kenmerken Eenvoudige bediening ­ werkt als een compact pedaaleffect Het enige dat u hoeft te doen om het gewenste geluid te verkrijgen, is een effect te selecteren en het vervolgensmet behulp van de knoppen af te stellen. Dit is dezelfde eenvoudige, intuitieve bediening die ook bij compacte pedaaleffecten is terug te vinden. Vervormde geluiden krijgen een een intense boost en helderheid, eenvoudig en gemakkelijk met één druk op de knop. U kunt het effect ook met het pedaal veranderen, een handige optie voor live optredens. BASS ENHANCE functie EZ Edit voor snelle geluidscreatie EX EDIT is een aspect, waarmee u snel en gemakkelijk geluiden kunt creëren. [. . . ] * Sommige aansluitkabels bevatten weerstanden. Wanneer aansluitkabels met weerstanden worden gebruikt, kan het geluidsniveau extreem laag, of zelfs onhoorbaar worden. Meer over de kabel specificaties kunt u bij de fabrikant van de kabel opvragen. * Als u één gitaarversterker gebruikt, sluit u deze op de L/MONO jack aan. Meer informatie over het aansluiten van een voetschakelaar op de Footswitch jack vindt u bij `Voetschakelaar pedalen gebruiken' (p. 27). 12 Aansluitingen Zet de verscheidene apparaten in de aangegeven volgorde aan. Als apparaten in de verkeerde volgorde worden aangezet, kunnen storingen en/of schade aan luidsprekers en andere apparaten ontstaan. De stroom aanzetten 1. Zet het volume van alle apparaten helemaal laag, en sluit de externe apparaten aan. * Steek de plug nog niet in de INPUT jack. * Als een plug in de INPUT jack wordt gestoken, wordt de stroom ingeschakeld. Zet de CD of MP3 speler of een ander invoer apparaat aan. Als laatste zet u de gitaarversterker of ander uitvoer apparaat aan. Druk de nummer 1 en 2 pedalen gelijktijdig in om naar de vorige mode terug te keren. U kunt ook naar de vorige mode terugkeren door [EDIT/EXIT] in te drukken. 15 7. Inleiding op effecten en parameters Over de volgorde van de effect aansluitingen De optimale volgorde voor het verbinden van effecten wordt automatisch bepaald, gebaseerd op de effect instellingen. SYNTH1 / SYNTH2 (COMP / DRIVE) BASS ENHANCE DEFRETTER COMPRESSOR OCTAVE OVERDRIVE / DISTORTION (COMP / DRIVE) (SFX) (COMP / DRIVE) (SFX) T. WAH UP / T. WAH DOWN / T. WAH EDGE (SFX) WAH EQ NOISE SUPPRESSOR FOOT VOLUME 0--99ms DELAY / 100--700ms DELAY / PHASER / FLANGER / CHORUS / CHO+DELAY / REVERB (DELAY / MOD) BASS ENHANCE Dit effect maakt de bas frequenties meer aanwezig, in respons op de veranderingen in het ingangsniveau. Om de hoeveelheid effect, die wordt toegepast als het effect is ingeschakeld, bij te stellen, houdt u [BASS ENHANCE] ingedrukt, terwijl u op [ ] or [ ] drukt. 16 Inleiding op effecten en parameters SFX Deze effecten veranderen de eigenschappen van het basgeluid zelf. SFX Type lijst TYPE Beschrijvingen 1. T. WAH DOWN 3: T. WAH EDGE 4: DEFRETTER 5: OCTAVE fig. FX-SFX. eps_50 Het filter verschuift naar hogere frequenties, in respons op de invoer. Het filter verschuift naar lagere frequenties, in respons op de invoer. Geeft een filter met een sterker effect. Dit effect verandert het geluid in een fretloos basgeluid. Dit effect voegt een basnoot op een octaaf lager toe, waardoor het geluid meer body krijgt. fig. FX-SFX2. eps_90 Beschrijvingen 1. T. WAH DOWN 3: T. WAH EDGE 4: DEFRETTER Stelt de gevoeligheid van de klankverandering bij. Als dit verder naar rechts wordt gedraaid (met de klok mee), wordt een grotere klankverandering gecreëerd, zelfs als de snaren licht worden bespeeld. [. . . ] 17 DRIVE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 E Effect . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Effect Select . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Effect/nummer pedaal. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . [. . . ]