Gebruiksaanwijzing ROLAND MIDI IN THEORIE EN IN DE PRAKTIJK

[. . . ] Deze secties bieden belangrijke informatie over de juiste werking van het apparaat. Om er zeker van te zijn, dat u een goed inzicht hebt in elke functie van uw nieuwe apparaat, dient deze handleiding bovendien in zijn geheel te worden gelezen. Bewaar de handleiding goed en houd hem ter referentie binnen handbereik. Naar de Demo Songs luisteren fig. Cover 2, 3, 4 1. Draai [CATEGORY/BANK] om DEMO te kiezen. [. . . ] Bij een negatieve (-) waarde wordt de T1-tijd vertraagd bij een grotere keyboard-velocity. Gebruik deze parameter wanneer u wilt dat de snelheid waarmee de toets wordt losgelaten, invloed heeft op de T4 (Time 4) van de TVF-envelop. Bij hogere instellingen wordt de T4-waarde meer gewijzigd wanneer u de toets langzaam of snel loslaat. Bij een positieve (+) waarde wordt de T4-instelling verlaagd voor snel losgelaten noten. Bij een negatieve (-) waarde wordt de T4-instelling verhoogd voor snel losgelaten noten. Hogere instellingen verlengen de tijd totdat het volgende cutofffrequentieniveau wordt bereikt. (T2 is bijvoorbeeld de tijd waarin L1 verandert in L2. ) Specificeert de TVF-envelopniveaus. Deze instellingen geven aan hoe de cutoff-frequentie verandert op elk punt, in relatie tot de standaard cutoff-frequentie. FIXED, 1­7 -63­+63 -63­+63 ENV T4 SENS (TVF envelope time 4 velocity sensitivity) -63­+63 ENV T1­T4 (TVF envelope time 1­4) ENV L0­L4 (TVF envelope level 0­4) 0­127 0­127 RHYTHM KEY TVA (het volume wijzigen) De TVA (Time Variant Amplifier) bestuurt volumewijzigingen en de stereopositionering van de Rhythm Tone. Parameter LEVEL (Rhythm tone level) Waarde 0­127 Beschrijving Stelt het basisvolume van de Rhythm Tone in. Deze instelling wordt vooral gebruikt om de volumebalans tussen Rhythm Tones in een Rhythm Set aan te passen. * Het algemene volume van de Rhythm Set wordt ingesteld via de instelling Level (Rhythm Set Level, p. 63), waarmee de Tone Level-instellingen van de afzonderlijke Rhythm Tones worden verhoogd of verlaagd met de geselecteerde hoeveelheid. (T2 is bijvoorbeeld de tijd waarin L1 verandert in L2. ) Specificeert de TVA-envelopniveaus. Deze instellingen geven aan hoe het volume verandert op elk punt, in relatie tot het standaardvolume. Refer to p. 78. RHYTHM CONTROL (andere instellingen) Parameter PITCH BEND RANGE (Rhythm tone pitch bend range) MUTE GROUP Waarde 0­48 OFF, 1­31 Beschrijving Stelt in hoeveel de toonhoogte wordt gewijzigd wanneer u de Pitch Bend Lever verplaatst. Met de functie Mute Group kunt u twee of meer Rhythm Tones aangeven die niet tegelijkertijd hoorbaar mogen zijn. In een echte akoestische drumset kunnen het geluid van een open hi-hat en dat van een gesloten hi-hat bijvoorbeeld nooit tegelijk hoorbaar zijn, omdat ze door hetzelfde instrument worden gevormd. Om dit gedrag te simuleren op de MIDI IN THEORIE EN IN DE PRAKTIJK kunt u de Rhythm Tones voor de open en de gesloten hi-hat instellen op dezelfde Mute Group. U kunt maximaal 31 Mute Groups per Rhythm Set maken. Als u niet wilt dat een Rhythm Tone een Mute Group gebruikt, schakelt u deze functie uit. Deze instelling bepaalt of een Rhythm Tone-noot die wordt afgespeeld, wordt gestopt wanneer dezelfde noot opnieuw wordt gespeeld (SINGLE) of dat hij hoorbaar blijft, tegelijk met de nieuwe noot. ASSIGN TYPE (Assign type) MULTI, SINGLE 68 Een Rhythm Set maken Parameter ENV MODE (Rhythm tone envelope mode) Waarde NO-SUS, SUSTAIN Beschrijving Wanneer een looped golfvorm is geselecteerd, blijft deze normaal gesproken hoorbaar zolang een toets ingedrukt blijft. Als u wilt dat een noot op natuurlijke wijze vervaagd, zelfs als de toets blijft ingedrukt, stelt u deze functie in op NO-SUSTAIN. * Als een one-shot golfvorm is geselecteerd, wordt deze niet aangehouden, zelfs als deze parameter is ingesteld op SUSTAIN. [. . . ] Hoewel de instellingen worden vastgelegd door met één octaaf te werken, zijn de nauwkeurige aanpassingen van toepassing op alle octaven. Door de toepasselijke instellingen voor Scale Tune te kiezen, kunt u een volledige verscheidenheid van stemmingsmethoden gebruiken, naast gelijkzwevende stemming. Als voorbeelden worden hieronder drie mogelijke typen schaalstemming uitgelegd. Gelijkzwevende stemming Deze stemmingsmethode deelt een octaaf op in 12 gelijke delen. Het is momenteel de meest gebruikte stemmingsvorm, vooral in Westerse muziek. [. . . ]