Gebruiksaanwijzing ROLAND GT-5

[. . . ] GT-5 Guit ar effects processor Nederlandstalige handleiding GT-5 Handleiding 1. Inleiding Zwelpedaal en controlepedaal De functie van het ingebouwde zwelpedaal kunt u voor iedere Patch apart definiëren. Voor de hand liggende toepassingen zijn WahWah of volume. Daarnaast is er nog een controlepedaal met vrij definieerbare functie. "Virtueel" zwelpedaal Deze term is niet zomaar een holle eigentijdse kreet, maar duidt op een interessante mogelijkheid: u kunt de waarde van gelijk welke parameter (bijvoorbeeld volume of modulatie) laten sturen door een functie die de manier nabootst waarop u normaal een zwelpedaal bedient. [. . . ] 57) MIDI Tx Channel (MIDI-zendkanaal) 1~16, Rx (zie blz. 57) MIDI PC OUT (MIDI Program Change Out) Off, On MIDI EXP Number (MIDI Expression Nummer) Off, 1~31, 33~95 MMC Play/Stop · · · · · · Assignable 32 Instellingen wijzigen, Utility functies · · · · · · · MIDI CTL Number (MIDI Control Nummer) Off, 1~31, 33~95 MIDI EXP/CTL1 Number (MIDI Expression/Control Nummer) Off, 1~31, 33~95 MIDI EXP/CTL2 Number (MIDI Expression/Control Nummer) Off, 1~31, 33~95 MIDI Bulk Dump (zie blz. 60) MIDI Map Select Prog, Fix MIDI Program Change Map (zie blz. 61) Type (Overdrive, Dist(Low), Dist(Middle), Dist(High)) Hiermee kiest u het type vervorming. Overdrive Dist (Low) Dist (Middle) Dist (High) Milde oversturing Vervorming met een lage gain. "Normale" vervorming Vervorming met een hoge gain. Harmonist Scale Als u bij het werken met de Harmonist tussen de Preset Scales (toonladders) uw gading niet vindt kunt u zelf een toonladder programmeren. Deze kunt u gebruiken als u de Harmonist op "Mode:Harmony", "Scale:User" instelt. Bij het instellen van de Harmonist moet u steeds uitgaan van de toonaard "C". Low (Cut3~1, Flat, Boost1~5) Hiermee bepaalt u de sterkte van de lage tonen. Middle (Cut6~1, Flat, Boost1~9) Hiermee bepaalt u de sterkte van de middentonen. High (Cut9~1, Flat, Boost1~4) Hiermee bepaalt u de sterkte van de hoge tonen. Preamp Customize Hiermee kunt u uw eigen voorversterker maken. Daarbij kunt u te werk gaan alsof u zo'n ding ontwerpt. Wilt u tijdens het instellen van de parameters het resultaat beluisteren, dan moet u een Patch kiezen die van Custom PRE gebruik maakt. User Hiermee kiest u welke User Scale u wilt instellen. Hiermee kiest u voor welke ingangstoonhoogte u het interval wilt instellen. U kunt ook gewoon een noot op uw gitaar spelen en de GT-5 laten bepalen welke noot dit is. Hiermee bepaalt u de noot die naar de uitgang wordt gestuurd (met andere woorden: het transpositie-interval). DIR (Direct) Bottom (Tight4~1, Normal) Hiermee bepaalt u de vervormingskarakteristiek van de lage tonen. Top (Mild5~1, Normal, Sharp1~2) Hiermee bepaalt u de vervormingskarakteristiek van de hoge tonen. Volume Type (Normal, Bright1~4) Hiermee bepaalt u hoe de klank verandert als het volume omlaag gaat. Kiest u "Bright", dan worden de hoge tonen sterker naarmate u een lager volume kiest. 3Tone (JC-120, American (1~3), British (1~3)) Hiermee kiest u de algemene klankkleur van de voorversterker en zijn toonregeling. Houdt u van een mooi clean geluid, dan raden we u "American" aan. Scheurfanaten opteren beter voor "British". Clip Type Hiermee kiest u waar de toonregeling zich in het signaalpad bevindt. Pre Tone Post Tone De toonregeling bevindt zich vóór de vervorming. De toonregeling bevindt zich achter de vervorming. EFF (Effect) OD/DS Customize Hiermee kunt u uw eigen Overdrive/Distortion effect instellen. [. . . ] Zorg dat de functie van de ingang waarop u de voetschakelaar hebt aangesloten op "Assignable" is ingesteld (zie blz. 29). 68 Appendix, Mogelijke problemen U stuurt parameters aan via MIDI. Zorg dat zender en ontvanger op hetzelfde MIDIkanaal zijn ingesteld (zie blz. Zorg dat u de juiste controlenummers gebruikt (zie blz. [. . . ]