Gebruiksaanwijzing PHILIPS QC 5770

[. . . ] Houd toezicht op jonge kinderen om te voorkomen dat ze met het apparaat gaan spelen. Let op Dompel het apparaat nooit in water of een andere vloeistof en spoel het ook niet af onder de kraan (fig. Laad het apparaat op, gebruik het en bewaar het bij een temperatuur tussen 15°C en 35°C. gebruik uitsluitend de bijgeleverde adapter. [. . . ] Gebruik de grote of kleine kam, afhankelijk van de gewenste haarlengte. - De haarlengtestanden worden in millimeters aangegeven op het display van het apparaat. De standen komen overeen met de resterende haarlengte na het knippen (fig. - Met de kleine kam worden haren tussen 3 mm en 22 mm geknipt met stappen van 1 mm. - Met de grote kam worden haren tussen 23 mm en 42 mm geknipt met stappen van 1 mm. 2 Om de kam in de gewenste haarlengtestand te zetten, moet u de instelring naar links of rechts draaien(fig. Tips We raden u aan op de hoogste stand van de grote kam te beginnen en de haarlengte vervolgens geleidelijk te verkleinen tot u de gewenste haarlengte hebt bereikt. Noteer de haarlengtestanden die u hebt gebruikt voor een bepaald kapsel als geheugensteuntje voor toekomstige knipsessies. Knippen met de uitdunkam Zorg ervoor dat u de juiste kam gebruikt. Als u de kleine of grote kam in plaats van de uitdunkam gebruikt, wordt al het haar op één lengte geknipt. Met de uitdunkam worden haren tussen 3 mm en 22 mm geknipt met stappen van 1 mm. Met de uitdunkam kunt u uw kapsel er natuurlijk uit laten zien en kunt u een gelijkmatige overgang tussen verschillende haarlengten maken. De uitdunkam knipt alleen de helft van het haar dat in de kam komt, zodat er een natuurlijke look ontstaat (fig. Een volledig kapsel uitdunnen We raden u aan de uitdunkam niet te gebruiken voor zeer korte kapsels. 2 Zet de uitdunkam in een lagere stand dan die u voor de kleine of grote kam hebt gebruikt bij het maken van het kapsel. Hoeveel lager de stand voor de uitdunkam moet zijn, hangt af van uw haarstijl en haarlengte. Gebruik de uitdunkam echter nooit in een stand die lager is dan de helft van de stand die u voor het basiskapsel hebt gebruikt. Voorbeeld: als u de grote kam op de stand van 30 mm zet om het kapsel te maken, mag u de uitdunkam niet lager instellen dan op 15 mm. Zorg ervoor dat de uitdunkam elke plek één keer raakt anders wordt al het haar op de ingestelde haarlengte geknipt. Een gelijkmatige overgang tussen twee haarlengten maken Als u het haar op twee verschillende lengten hebt geknipt, kunt u de uitdunkam gebruiken om een gelijkmatige overgang tussen deze twee lengten te maken. 2 Stel de uitdunkam in op een haarlengte die halverwege de twee ingestelde haarlengten is die u hebt gebruikt om het kapsel te maken. Voorbeeld: als u de bovenkant van het kapsel op een lengte van 20 mm hebt geknipt en de onderkant op een lengte van 10 mm, moet u de uitdunkam instellen op 15 mm. [. . . ] Sluit het apparaat niet meer aan op netspanning nadat u het hebt geopend. 1 Haal het apparaat van de netspanning en laat de motor lopen totdat deze stopt. 2 Trek het knipelement van het apparaat af. 3 Om het voorpaneel te verwijderen, moet u een schroevendraaier tussen het voorpaneel en het apparaatsteken(fig. [. . . ]