Gebruiksaanwijzing NILFISK SR 1900

[. . . ] BE1 BZ1 C1 EB1 EB2 ES1 ES2 ES3 ES4 ES5 F0 F1 F2 F3 F4 F5 F6 F7 FA FB FC HN K1 L1 M1 M2 M3 M4 M5 M6 M7 M8 R1 SW0 SW1 SW2 SW3 SW4 SW5 SW7 SW8 SW9 Rundumkennleuchte (optional) Rückfahralarm/Alarm Batteriestecker Platine Antriebsanlage Platine Display Leitungsfernschalter Fernschalter Hauptkehrwalze Pumpenrelais Abfallbehälter anheben Pumpenrelais Abfallbehälter absenken Relais Ansauganlage Hauptsicherung (150 A) Sicherung Schlüssel (30 A) Sicherung Filterrüttler (30 A) Sicherung Ansauganlage (30 A) Sicherung Hydraulikpumpe (30 A) Sicherung Rundumkennleuchte (10 A) Sicherung Arbeitsscheinwerfer (10 A) Sicherung Stellantrieb (10 A) Selbstrückstellende Sicherung rechter Seitenbesen (10 A) Selbstrückstellende Sicherung linker Seitenbesen (optional) (10 A) Selbstrückstellende Sicherung Hauptkehrwalze (30 A) Hupe Zündschlüssel Arbeitsscheinwerfer (optional) Antriebsmotor Hauptkehrwalzenmotor Hydraulikpumpe Stellantrieb Filterrüttlermotor Ansauganlagenmotor Motor rechter Seitenbesen Motor linker Seitenbesen (optional) Potentiometer Gaspedal (im Pedal integriert) Not-Aus-Knopf Schalter Vorwärts-/Rückwärtsgang (im Pedal integriert) Mikroschalter Hauptkehrwalze Freigabeschalter Abfallbehälter Schalter Abfallbehälter anheben/absenken Schalter Abfallbehälter kippen Mikroschalter rechter Seitenbesen Mikroschalter linker Seitenbesen (optional) Mikroschalter Abfallbehälter in Horizontalstellung Leuchtet die grüne Kontrollleuchte (63) auf, sind die Batterien betriebsbereit. Weicht die Spur (A) ab, die Höhe der Hauptkehrwalze wie folgt einstellen. Nochmals die Arbeitsschritte unter Punkt 1 ausführen, um die korrekte Einstellung der Hauptkehrwalzenhöhe zu überprüfen. Weicht die Spur ab, die Höhe der Seitenbesen wie folgt einstellen. [. . . ] Wanneer het gele (61) of rode lampje (62) gaat branden, zet u de contactsleutel op "0" en verwijdert u de sleutel. laad de accu's op (zie de procedure in het hoofdstuk Onderhoud). OPMERKING De stoel (37) is uitgerust met een veiligheidssensor waardoor de machine alleen kan bewegen als er iemand op de bestuurdersstoel zit. Ga op de werkplek zitten en start de machine met de handen op het stuur (65). Druk op het voorste deel van het pedaal (69) om de machine voorwaarts te bewegen en op het achterste deel om de machine achterwaarts te bewegen. de bewegingssnelheid is instelbaar van nul tot de maximale waarde via de druk op het pedaal. Zet de hoofdborstel met de hendel (73) omlaag. activeer het aanzuigsysteem door op het onderste deel van de schakelaar (56) te drukken. Laat de zijborstel rechts met de hendel (70) zakken. Laat indien van toepassing de zijborstel links met de hendel (71) zakken. OPMERKING De borstels (10, 11, 12) kunnen ook als de machine beweegt omlaag en omhoog worden gezet. Druk op de bevestigingsknop (51) en druk tegelijkertijd op de schakelaar voor kanteling (58) van de afvalcontainer om deze in de horizontale stand te zetten. Druk op de bevestigingsknop (51) en druk tegelijkertijd op de schakelaar voor omlaag brengen (57) van de afvalcontainer om deze omlaag te zetten. De afvalcontainer kan niet omlaag worden gezet wanneer de container niet horizontaal staat. Als u klaar bent, moet u de volgende handelingen uitvoeren voordat u machine achterlaat: ­ Activeer de filterschudder kort door op het bovenste deel van de schakelaar (56) te drukken. ­ Schakel de machine uit door de contactsleutel (67) op '0' te zetten en te verwijderen. U kunt de richting van de lichtstraal van de bedrijfsverlichting (9) eventueel afstellen met de schroeven (21). Als de machine langer dan 30 dagen niet wordt gebruikt, is het raadzaam de volgende handelingen uit te voeren: ­ Controleer of de opbergruimte van de machine schoon en droog is. Na de eerste 8 uur moet u de bevestiging van alle bevestigings- en aansluitingsorganen van de machine controleren. Controleer of de zichtbare onderdelen intact zijn en geen lekkage vertonen. De levensduur van de machine en de optimale veilige werking ervan worden geholpen door nauwkeurig en regelmatig onderhoud. hieronder staat het verkorte schema voor regelmatig onderhoud. [. . . ] Open de motorkap (22) en zet deze vast met de steunstang (36). Controleer of de acculader geschikt is aan de hand van de instructies op het apparaat. de nominale spanning van de acculader is 24 V. Gebruik een acculader die geschikt is voor het type accu dat is gemonteerd. [. . . ]