Gebruiksaanwijzing NIKON COOLPIX 2000

[. . . ] Nl De gids voor digitale fotografie met de digitale camera Nl Schieten, bekijken en genieten Het gebruik van uw camera in één overzicht Stap 1--Maak de camera gereed Voorbereiding Camera setup Eerste stappen Eerste stappen Camera setup 9 9 74 Stap 2--Foto's maken Snapshots (auto-stand) Creatieve fotografie (onderwerpsprogramma's) Standaardopnamen Basisprincipes: foto's maken Creatief aan de slag 16 25 39 Meer dan doorsnee-foto's Stap 3--Speel ze af. . . . . . na het fotograferen Basisprincipes: Beelden terugzien Eenvoudige weergavemogelijkheden 22 45 . . . en wis ongewenste opnamen. . . . . . tijdens het fotograferen . . . tijdens het weergeven Opnamen tegelijk wissen Basisprincipes: Beelden terugzien Eenvoudige weergavemogelijkheden Beelden wissen 22 45 66 Stap 4--Installeer de camera-software Installeer de software Leer werken met Nikon View 5 Snelstartgids (meegeleverd) Nikon View 5 Naslaghandleiding (op CD) -- -- Stap 5--geniet van uw opnamen . . . op een TV Aansluitingen Aansluitingen 30 38 Product-documentatie De documentatie voor dit product omvat onderstaande gebruikshandleidingen. Lees alle instructies goed door, opdat u uw camera optimaal zult gebruiken. [. . . ] Het zelfontspannerlampje voorop de camera begint te knipperen wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt en gaat daarmee door tot één seconde voor de opname. Gedurende de laatste seconde zal het lampje continu branden om aan te geven dat de opname zal worden gemaakt. Wilt u zelfontspanner voortijdig stoppen, druk dan op de ontspanknop. 1632 FINE AUTO 8 10 1632 FINE 8 AUTO Op de monitor is te zien hoeveel seconden er resteren totdat de opname wordt gemaakt. Het zelfontspannerlampje knippert. 41 Foto's uitkaderen Optische en digitale zoom Uw Nikon digitale camera heeft twee soorten zoom: optische zoom, waarin het objectief een vergroting van maximaal 3 × mogelijk maakt, en digitale zoom, waarin digitale verwerking wordt toegepast om het beeld verder te vergroten tot 2, 5 ×. Meer dan doorsnee-foto's Optische zoom U kunt de zoomstand regelen met de twee zoomknoppen. Als een van de twee zoomknoppen wordt gebruikt geeft de zoomaanduiding de zoomstand weer. Zoom uit Zoom in Digitale Zoom Als u in de maximale telestand de knop twee seconden ingedrukt houdt, dan treedt de digitale zoom in werking. Uiterste optische zoomstand Vasthouden Zoomaanduiding wordt in digitaal zoombereik geel De camera kan het digitale zoombereik worden in- en uitgevoerd door te en knoppen. Wilt u terug naar het optische bereik, drukken op de druk dan op tot de zoomaanduiding wit wordt. Bij digitale zoom wordt informatie van de beeldsensor van de camera digitaal verwerkt, waarbij het centrale deel van het beeld zodanig wordt vergroot dat het beeld vult. In tegenstelling tot bij optische zoom geeft digitale zoom geen toename van de detaillering in het beeld. In plaats daarvan hebben details die uit de uiterste optische zoomstand worden vergroot een enigszins "korrelig" aanzien. Is de digitale zoom actief, dan stelt de camera scherp op het onderwerp in het midden van het beeld, zelfs als onderwerpen in andere delen van het beeld dichter bij de camera zijn. Digitale zoom is niet beschikbaar in de filmstand ( 26) bij CONTINUOUSinstellingen anders dan Single ( 61) of wanneer BSS ( 62) aan staat. 42 Flitsopnamen De In de standen (auto) , (portret) en (strand/sneeuw) kunt u een keuze maken uit onderstaande flitsinstellingen. Wilt u een flitsstand kiezen, druk dan op de knop tot de gewenste stand op de monitor wordt aangegeven. 1632 FINE knop Meer dan doorsnee-foto's AUTO 8 Stand Auto Hoe het werkt Wanneer te gebruiken Flitser wordt bij weinig Beste keus in de meeste omstandiglicht ontstoken. Te gebruiken wanneer het onderwerp zich buiten het flitsbereik bevindt, om Flitser wordt niet ontde natuurlijke verlichting te benutten stoken, ook niet wanof wanneer flitsen verboden is. bruik van een statief tegen trillingsonscherpte wordt aangeraden. Door voorflits trekken pupillen zich samen voordat foto wordt gemaakt, waardoor lichtreflectie op netvlies (rood) minder goed op de foto te zien is. Te gebruiken voor portretten (werkt het best als onderwerp royaal binnen flitsbereik is en naar de flitser kijkt). Omdat het door de voorflits langer duurt voordat de opname na het indrukken van de ontspanknop wordt gemaakt, is deze instelling niet geschikt voor bewegende onderwerpen en situaties waarin snel reageren belangrijk is. Flitser uit Auto met rode-ogenreductie Flitser aan (invulflits) Te gebruiken om schaduwen en in Flitser wordt bij elke tegenlicht staande onderwerpen op foto ontstoken. te helderen. Om 's nachts of bij weinig licht zoAutomatisch flitsen bij wel onderwerp als achtergrond goed Flitsen met gebruik van lange slui- op de foto te krijgen. een statief tegen trillingsonscherpte wordt aangeraden. 43 Het symbool voor cameratrilling Is er weinig licht en is de flitser uitgeschakeld ( ) of ingesteld op flitsen met lange sluitertijden ( ), dan zal er een lange sluitertijd worden gebruikt en kunt u bewogen foto's krijgen (door trilling). Is de benodigde sluitertijd erg lang, dan verschijnt de waarschuwing voor trillingsonscherpte op de monitor. Gebruik van een statief of een andere ondersteuning is anders aan te bevelen. Meer dan doorsnee-foto's 44 Eenvoudige weergavemogelijkheden Weergavestand In dit hoofdstuk wordt uitgelegd welke mogelijkheden u hebt wanneer de keuzeschakelaar in de stand (weergave) staat. 45 Schermvullende weergave Wanneer de keuzeschakelaar is ingesteld op opent de camera de weergavestand met de laatste gemaakte opname op de monitor. Eenvoudige weergavemogelijkheden 1632 FINE 0001/0008 De volgende handelingen zijn in de weergavestand mogelijk: Actie Andere beelden bekijken Beeldoverzichten bekijken Druk in Omschrijving Druk de multi-selector omlaag om beelden in opgenomen volgorde te bekijken, omhoog om terug te gaan. Houd de multi-selector ingedrukt om snel naar een gewenst opnamenummer te scrollen. [. . . ] Zie Small Picture; Overspelen Beeldgrootte, 6-7, 57 Beeldkwaliteit, 6-7, 56 Belichtingscorrectie, 63 Best Shot Selector, 62 Beveiligen, 70 Brightness, 75 BSS. Zie Best Shot Selector F Filmpjes, 26, 52 opname, 26 weergave, 52 FINE, 56 Flitsen, 43 Flitsgereedlampje, 5, 20 Flitsstand, 43 Formatteren. Zie Geheugenkaart Foto-informatie, 7, 23, 47 Foutmeldingen, 86-88 Index G Geheugenkaart, 11 beelden lezen van, 36-37 capaciteit, 56 formatteren, 75 goedgekeurd, 80 plaatsen en verwijderen, 11 Groothoek. Zie Beeldgrootte C CF card format, 11, 75 CF-kaart. [. . . ]