Gebruiksaanwijzing KONICA 240F BARCODE OCR FONTS

[. . . ] 1-11 MSI Plessy . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-12 Voorbeeld van gebruik van streepjescode/OCR-lettertype. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-13 Voorzorgsmaatregelen voor gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-15 Belangrijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . [. . . ] Definieer het lettertype voor het 00 tot 99-patroon met Hex21 tot Hex7A. Start is HexAB en Stop is HexAC. Code39 Code39 is een streepjescode die wordt voorgesteld in cijfers, hoofdletters en symbolen ($, %, *, +, -, . , /, spatie). Het lettertype is hetzelfde als de ASCII-code, met uitzondering van het spatieteken. De spatie wordt gedefinieerd als !: Hex21, , : Hex2C, en _ : Hex5F. Code128 Code128 is een streepjescode die alle ASCII-tekens bevat. Express CodeA, CodeB en CodeC met hetzelfde streepjescodepatroon. tot ~ (Hex21 to 7E) voor CodeB hetzelfde als ASCII. DEL: Hex95 voor StartC: HexAB gebaseerd op CodeB. Stop is HexAC. Konica Minolta 240f 1-3 1 Postnet (ZIP) Streepjescode/OCR-lettertypen 1. 1 Postnet (ZIP) is een streepjescode die wordt voorgesteld als een postcode voor de Verenigde Staten (ZIP code). Postnet-lettertype bestaat uit cijfers (ASCII) binnen framebalken (*: Hex2A en }: Hex7C). Codabar (NW-7) Codabar (NW-7) is een barcode die wordt voorgesteld in cijfers en symbolen ($, +, -, . , /. ). De meeste standaarden definiëren geen controlecijfer. Codabar is gedefinieerd met een ASCII-code die cijfers, symbolen en Start/Stop-tekens (A, B, C, D) bevat. MSI Plessy MSI Plessy is een numerieke streepjescode. Dit wordt ingekaderd door een Start, cijfer, controlecijfer, Stoppatroon en heeft een modulus 10 controlecijfer. MSI Plessy-lettertype zijn 0 tot 9 ASCII-code met Start (<:Hex3C) en Stop(>:Hex3E) tekens. 1. 1. 2 Streepjescode/OCR-lettertype oproepen en beschikbare parameters Parameters Parameters v, b en s zijn beschikbaar als opties voor het beheer van de streepjescodes. Bedien deze parameters alleen met een andere interpretatie dan de algemene PCL5 als de T-parameter (Lettertypenummer) de streepjescode toont. De v-parameter wijst de tekenhoogte toe. De b-parameter verandert het streepgewicht (breedte) van de balken. De s-parameter wijzigt de breedte van de open ruimte tussen de balken. <ESC>(s16v4b4s24670T De numerieke waarden voor elke parameter kunnen worden weggelaten. Indien ze zijn weggelaten, moet u de standaard numerieke waarde gebruiken. Het wijzigen van de b- en s-parameters wijzigen niet OCR-A, OCR-B, MSI Plessy en PostNet. Daarnaast zorgt het toewijzen van de v-parameter voor PostNet, niet voor een wijziging van de hoogte. Voor streepjescodelettertypen worden de parameters p en h genegeerd. [. . . ] Om het streepjescodelettertype correct af te drukken en te gebruiken, moet de toepassingssoftware het streepjescodelettertype ondersteunen. Het is wellicht niet mogelijk de afgedrukte streepjescode te lezen met alle scanners vanwege verschillen in de tonerdensiteit en de papierkwaliteit. Wij raden u daarom aan de leescapaciteiten van de scanner te controleren voor het gebruik. 1. 4. 2 8-bits code en controlecode Om de PCL5-opdracht en tekenreeksen voor streepjescodegegevens toe te wijzen, moeten hexadecimale cijfers (00 tot 1F), een controlecode en een 8-bits code (AA, enz. ) worden toegewezen. Het gebruik van een "~" (tilde) in plaats van <ESC> en het uitdrukken van de controlecode met ASCII-tekenreeksen via de opdracht <ESC>**#J (Alternatieve Escape-code), worden niet ondersteund. 1. 4. 3 Start/Stop/Controlecijfer Start, Stop en tussenbalk moeten worden toegewezen als een tekenreeks terwijl rekening wordt gehouden met het barcodetype. [. . . ]