Gebruiksaanwijzing KONICA MINOLTA BIZHUB 350

[. . . ] 350/250 Handleiding . x Inleiding Inleiding Hartelijk dank voor uw keuze voor dit apparaat. Deze handleiding bevat informatie over het gebruik van de diverse functies van de bizhub 250 en 350, voorzorgsmaatregelen bij het gebruik en fundamentele procedures voor het verhelpen van storingen. Om ervoor te zorgen dat dit apparaat correct en efficiënt wordt gebruikt, moet u deze handleiding zorgvuldig vóór gebruik van het apparaat doorlezen. Berg na het doorlezen de handleiding op in de hiervoor bestemde houder, zodat deze eenvoudig geraadpleegd kan worden, wanneer zich vragen of problemen tijdens het gebruik voordoen. [. . . ] Een kopieertaak onderbreken 1 2 Plaats het document dat moet worden gekopieerd. (Zie pagina 3-8 voor details. ) Druk op de toets [Interruptie]. ­ Als een opdracht wordt afgedrukt, verschijnt het bericht "Taak wordt afgebroken. " De indicator op de toets [Interruptie] licht groen op en het afdrukken van de huidige taak wordt gestopt. Wat gebeurt er als ik op de toets [Interruptie] druk terwijl een document wordt gescand?% Wanneer u op de toets [Interruptie] drukt worden alle kopie-instellingen, behalve het aantal kopieën, opnieuw ingesteld naar de standaardwaarden. ? 3 4 5 Selecteer de gewenste kopie-instellingen. Het afdrukken van de opdracht waarvoor de vorige opdracht werd onderbroken, wordt gestart. Nadat het afdrukken van de onderbroken taak voltooid is, drukt u op de toets [Interruptie]. De indicator op de toets [Interruptie] dooft. De kopie-instellingen keren terug naar de instellingen die werden opgegeven voordat de afdruk werd onderbroken. 2 Opmerking Als de onderbrekende opdracht wordt geannuleerd, wordt het afdrukken van de onderbroken opdracht automatisch opnieuw gestart. 4-8 250/350 Extra kopieerbewerkingen 4 4. 4 Kopieerprogramma's registreren (Geheugenfunctie) U kunt maximaal 10 kopieerprogramma's registreren. De geregistreerde kopieerprogramma's kunnen worden opgeroepen en voor het kopiëren worden gebruikt. Een kopieerprogramma registreren 1 Gebruik de toetsen van het tiptoetspaneel en het bedieningspaneel om de kopie-instellingen die in het kopieerprogramma moet worden geregistreerd, op te geven. Kunnen de huidige instellingen worden gecontroleerd?% Druk op de toets [Functiecontrole] om de huidige opgegeven kopieinstellingen te controleren. ? 2 Druk op de toets [Geheugenfunctie]. Het scherm Programma verschijnt. 3 Druk op [Invoer]. 250/350 4-9 4 4 Extra kopieerbewerkingen Druk op de knop voor het programmanummer waar een programma moet worden geregistreerd. ­ Als een programma nog niet werd geregistreerd met de knop van het programmanummer die werd ingedrukt, verdwijnt het lege pictogram van de cijferknop om aan te geven dat een programma voor deze knop is geregistreerd. Geen programma geregistreerd Programma geregistreerd ­ Als er al een programma is geregistreerd voor de knop met het programmanummer die werd ingedrukt, verschijnt een bericht met de vraag of u het programma wilt overschrijven. Om het programma te overschrijven, drukt u op [Ja] en vervolgens op [Invoer]. Om het registratie te annuleren, drukt u op [Nee] en vervolgens op [Invoer]. Wat moet ik doen als er al programma's werden geregistreerd voor alle programmanummers?% Als er geen programmanummers zijn waar er nog geen programma werd geregistreerd, zal het programma dat op een programmanummer werd geregistreerd, worden overschreven. Raadpleeg "De kopie-instellingen controleren (Functiecontrole)" op pagina 4-3 om de instellingen van het kopieerprogramma te controleren voordat u het overschrijft. ? ! Detail Om de registratie van het programma te stoppen, drukt u op de toets [Reset] of de toets [Geheugenfunctie]. De registratie wordt geannuleerd, ongeacht het scherm dat wordt weergegeven. 4-10 250/350 Extra kopieerbewerkingen Een kopieerprogramma oproepen 4 De geregistreerde kopieerprogramma's kunnen worden opgeroepen en voor het kopiëren worden gebruikt. 1 2 Plaats het document dat moet worden gekopieerd. (Zie pagina 3-8 voor details. ) Druk op de toets [Geheugenfunctie]. Het scherm Programma verschijnt. 3 Druk op [Invoer] (Oproepen). ­ Om het oproepen van een kopieerprogramma te stoppen, drukt u op de toets [Reset] of de toets [Geheugenfunctie]. Kunnen de opgegeven instellingen voor een kopieerprogramma worden gecontroleerd? [. . . ] 2-11, 6-7 Papierformaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-3 L Lade 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-42 Lade 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-42 Labels Waarschuwingsnota's en labels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . [. . . ]