Gebruiksaanwijzing HP PAVILION D4600 PAVILION HOME PC - SETUP POSTER (WIRELESS)

[. . . ] HP aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor het gebruik of de betrouwbaarheid van de HP software op apparatuur die niet door HP is geleverd. Dit document bevat eigendomsrechtelijke informatie die door de wetten op het auteursrecht wordt beschermd. Geen enkel deel van dit document mag gefotokopieerd, verveelvoudigd of in een andere taal worden vertaald zonder de schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard Company. Box 4010 Cupertino, CA 95015-4010 USA Copyright © 2006 Hewlett-Packard Development Company, L. P. [. . . ] De schets is enkel ter referentie. Bevestigen van de monitorvoet 1 Schakel de monitor uit en verwijder het netsnoer uit het stopcontact. 2 Plaats de monitorvoet op een plat werkopppervlak. 3 Aligneer de lipjes op de monitorvoet met de overeenkomstige sleuven aan de onderkant van de monitor. OPMERKING: · De voet zal slechts in één positie met de monitorsleuven aligneren. · De kleur van de behuizing kan variëren. · De schets is enkel ter referentie. Verwijderen van de monitorvoet 1 Plaats de monitor ondersteboven op een stabiel, plat werkoppervlak. 2 Druk op de ontgrendeling aan de onderkant van de achterbehuizing en duw tegelijkertijd naar de achterkant van de monitor toe en til omhoog om de monitorvoet te verwijderen. OPMERKING: · De kleur van de behuizing kan variëren. · De schets is enkel ter referentie. VOORZICHTIG: Vermijd uw vingers te klemmen of te schaven wanneer u de monitorvoet verwijdert. Terug naar inhoudsopgave Aansluiten van de kabels: HP w19 LCD Monitor Kabelverbindingen aan achterzijde van monitor en computer Schakel de computer uit voor u de onderstaande procedure uitvoert. 1 Sluit de DC-kabel van de voedingsadapter aan op de DC-In poort aan de achterzijde van de monitor. 2 Sluit één uiteinde van de 15-pins D-Sub (VGA) kabel aan op de achterzijde van de monitor en sluit het andere uiteinde aan op de D-Sub poort van de computer. 3 Plaats het netsnoer van uw monitor in een stopcontact in de buurt. Plaats het andere uiteinde van het netsnoer in de stroomadapter. Om de OSD te ontgrendelen, houd de Menu-knop ingedrukt terwijl de monitor uitgeschakeld is en druk dan op de aan/uit-knop om de monitor in te schakelen. Hoe een instelling aanpassen 1 Druk op de knop Menu om het OSD-venster te activeren. 2 Druk op of om door de functies te navigeren. Wanneer de gewenste functie gemarkeerd is, druk op de knop Menu om deze te activeren. Indien de geselecteerde functie een submenu heeft, druk opnieuw of om door de functies in het submenu te navigeren. Wanneer de gewenste functie gemarkeerd is, druk op de knop Menu om deze te activeren. 3 Druk op of om de instellingen van de geselecteerde functie te wijzigen. Selecteer Download stuurprogramma's en software. Voer het modelnummer voor uw monitor in en ga naar de software downloadpagina's voor uw monitor. Download en installeer de INF- en ICM-bestanden met behulp van de instructies op de downloadpagina's. De functie voor automatische aanpassing gebruiken U kunt de schermprestaties voor de VGA (analoge) ingang eenvoudig optimaliseren door de knop Auto op de monitor te gebruiken. Gebruik deze procedure niet als uw monitor een DVI-ingang gebruikt. Als uw monitor een analoge ingang (VGA) gebruikt, kan deze procedure de volgende beeldkwaliteitsvoorwaarden corrigeren: · · · · · Wazige of onduidelijke focus Nalichten, strepen of schaduweffecten Vage verticale balken Dunne horizontale rollende lijnen Beeld niet in het midden Terug naar inhoudsopgave Technische ondersteuning FAQ: HP w19 LCD Monitor Technische ondersteuning FAQ (Veelgestelde vragen) Probleem & Vraag Stroomlampje brandt niet Geen Plug & Play Mogelijke oplossingen · Zorg ervoor dat de aan/uit-knop ingeschakeld is en dat het netsnoer stevig in een geaard stopcontact en in de monitor zit. · U hebt een Plug & Play compatibele monitor en videokaart nodig opdat de Plug & Play-functie van de monitor zou werken. Controleer ook de videokabel van de monitor en verzeker u ervan dat geen van de pinnen gebogen is. [. . . ] Deze onvolkomenheden worden veroorzaakt door een of meer defecte pixels of subpixels. · Pixels bestaan uit een rode, een groene en een blauwe subpixel. · Een defecte hele pixel is altijd aan (een heldere stip op een donkere achtergrond) of altijd uit (een donkere stip op een heldere achtergrond). · Een defecte subpixel (puntdefect) is minder zichtbaar dan een defecte hele pixel en is klein en alleen zichtbaar tegen een specifieke achtergrond. Als u wilt controleren of er sprake is van defecte pixels dient u de monitor onder normale werkomstandigheden en in de normale werkmodus te bekijken op een afstand van ongeveer 50 cm bij een resolutie en responstijd die door de monitor worden ondersteund. [. . . ]