Gebruiksaanwijzing GAGGENAU VG425211

[. . . ] Die Geräteelektronik schließt die Gaszufuhr. 14 nl Inhoudsopgave Gebruiksaanwijzing Bestemming van het apparaat Belangrijke veiligheidsinstructies Oorzaken van schade Milieubescherming Energie besparen Milieuvriendelijk afvoeren Het apparaat leren kennen Gaskookplaat Schakelknoppen Aanduiding bij de ringverlichting Onderdelen van de brander Apparaat bedienen Inschakelen Sudderstand Elektronische vlambewaking en automatische herontsteking. Uitschakelen Restwarmte-indicatie Veiligheidsuitschakeling Insteltabel en tips Tips voor het koken en braden Aanwijzingen voor het kookgerei De juiste pannen Aanwijzingen voor het gebruik Reinigen en onderhouden Apparaat reinigen Ingebrand vuil Dit leidt tot verkleuring van de brander Wat te doen bij storingen?Demomodus Servicedienst E-nummer en FD-nummer 16 17 19 19 19 19 20 20 20 20 21 21 21 22 22 22 22 22 22 23 23 23 23 24 24 24 24 25 26 26 26 Meer informatie over producten, accessoires, onderdelen en diensten vindt u op het internet: www. [. . . ] dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical and electronic equipment WEEE). De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU geldige terugneming en verwerking van oude apparaten. 19 nl Het apparaat leren kennen Het apparaat leren kennen enkrl taprHet Gaskookplaat ( 0 8 @ H P Ventilatieopeningen (onder de pannenhouder) Pannenhouder Halfsnelbrander 2, 0 kW Sterke brander 4, 0 kW Bedieningsknop, kookplaat voor Bedieningsknop, kookplaat achter Aanduiding bij de ringverlichting Elke bedieningsknop beschikt over een lichtring met verschillende indicatiemogelijkheden. Indicatie Û Uit Ú Zijn oranje verlicht ˆ Knipperen oranje ˆ afwisselend knipperen oranje en wit ˆ afwisselend knipperen geel en magenta Ú Zijn enkele seconden groen en vervolgens geel verlicht Betekenis Apparaat UIT Apparaat AAN Apparaat UIT Restwarmte-indicatie Veiligheidsuitschakeling, stroomuitval Fout van het apparaat Servicedienst inschakelen!Apparaat geïnitialiseerd, alleen nadat het voor de eerste keer is aangesloten of na een stroomonderbreking Schakelknoppen De aanduidingen bij de schakelknop laten zien bij welke brander de schakelknop hoort en tonen de instelling van kookstand 1 t/m 12 of de sudderstand  . 20 Apparaat bedienen nl Onderdelen van de brander De onderdelen van de brander goed passend en recht aanbrengen, anders kunnen zich tijdens de ontsteking of het gebruik storingen voordoen. Niets op de roestvrijstalen plaat leggen (bijv. Bij kookzones de ontsteking alleen gebruiken wanneer de pannenhouders en alle branderonderdelen correct geplaatst zijn. Bij het ontsteken van een brander ontstaat er bij alle branders een vonk. De ontstekingskaars tijdens het gebruik van het gasapparaat niet aanraken. Let er goed op dat de ontstekingskaarsen schoon zijn. Zijn ze vervuild, dan kan dit van invloed zijn op het ontbranden. Maak de ontstekingskaarsen regelmatig schoon met een kleine borstel die niet van metaal is. Let erop dat de ontstekingskaarsen niet worden blootgesteld aan heftige stoten. Bij het omschakelen van stand 3 naar stand 4 of hoger is het vermogen van de brander korte tijd maximaal. dit dient ter optimalisatie van de ontstekingsoverdracht tussen de branderkringen. De ventilatieopeningen aan de achterkant van de gaskookplaat niet afdekken. Bij het inschakelen van de gaskookplaat wordt de gastoevoer geopend. Bij een stroomuitval werkt het apparaat niet. Druk de bedieningsknop van de gekozen brander in en draai hem naar links of rechts in de gewenste kookstand. Door aan de bedieningsknop te draaien kunt u de kookstand instellen. 21 nl Insteltabel en tips Waarschuwing – Ontploffingsgevaar! [. . . ] Bij het inschakelen van de gaskookplaat wordt de gastoevoer geopend. Ook als de vermogensinstelling wordt veranderd is er een geluid hoorbaar. Servicedienst tensdcivSer Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat onze servicedienst voor u klaar. Wij vinden altijd een passende oplossing, ook om een onnodig bezoek van medewerkers van de servicedienst te voorkomen. [. . . ]