Gebruiksaanwijzing DELONGHI CF 1130

[. . . ] Laat de elektrische installatie door een gekwalificeerd elektricien controleren. · Vermijd het gebruik van verlengsnoeren voor het netsnoer. · Trek altijd de stekker uit het stopcontact voordat u reinigings- of onderhoudswerkzaamheden gaat uitvoeren. · Trek niet aan het netsnoer om het apparaat te verplaatsen. [. . . ] 7) Koppel de afvoerslang van het condenswater los en wees erop bedacht dat er water naar buiten kan komen. WAARSCHUWING Controleer, om verlies van koelmiddel tijdens het af- en aankoppelen van de snelkoppelingen te voorkomen, dat de leidingen zich haaks ten opzichte van het apparaat bevinden. Attentie Men adviseert om het af- en aankoppelen van de snelkoppelingen door vakmensen te laten uitvoeren. Attentie Controleer of de waterafvoerslang van de buitenunit niet geknikt of verstopt is. 54 Voorbereiding op het gebruik 2) De buitenunit kan met behulp van de beugels aan een muur worden opgehangen. Ga in dit geval als volgt te werk: a) Bevestig de beugel op de muur en let op dat hij geplaatst wordt zoals getoond in de figuur. 28, 5 cm 28, 5 cm Attentie De buitenunit moet tegen regen en de weersinvloeden beschermd worden. In bijzondere gevallen, bij overmatige vochtigheid, moet om de condens te verwerken de condensafvoerslang worden gebruikt, na de rubberen dop te hebben verwijderd. NL b) Haak de buitenunit op de beugels en bevestig hem met de hiervoor bestemde schroeven. 3) In geval van tijdelijke installatie kan de buitenunit als volgt worden opgehangen: a) Haak de bijgeleverde beugels aan de buitenunit en bevestig ze met de hiervoor bestemde schroeven. c) Bevestig het andere uiteinde van de riemen op stevige wijze. De buitenunit kan boven of op hetzelfde niveau als dat van de binnenunit geïnstalleerd worden, mits het niveauverschil niet meer dan 1, 5 m bedraagt. De aanzuiging en de luchttoevoer van de buitenunit mogen niet afgedekt zijn. Het condenswater dat zich tijdens het koelen vormt (zomerwerking) wordt door verdamping door de buitenunit verwerkt. 55 Bedieningspaneel HET BEDIENINGSPANEEL IL M H Q N G O P A B C D E BESCHRIJVING VAN HET BEDIENINGSPANEEL F A Toets ON/OFF (aan/uit) B Keuzetoets functies MODE Koeling, ontvochtiging, ventilatie C Keuzetoets ventilatiesnelheid (HIGH/MED/LOW) D Timertoets E Toets voor verhoging temperatuur/geprogrammeerde werkingstijd F Toets voor verlaging temperatuur/ geprogrammeerde werkingstijd G Display Geeft de ingestelde temperatuurwaarden en de geprogrammeerde werkingstijd weer H Controlelampje werking timer I/L/M Controlelampjes ventilatiesnelheid N Controlelampje werking ventilatie O Controlelampje werking koeling P Controlelampje werking ontvochtiging Q Controlelampje alarm 56 Werking HET APPARAAT AANZETTEN Steek de stekker in het stopcontact. Druk op de toets ON/OFF (A) (bij inschakeling start het apparaat met de laatste functie die voor uitschakeling was ingesteld). De display geeft de omgevingstemperatuur weer. Druk op de toets MODE (B) tot het controlelampje van de gewenste functie oplicht, ofwel: Controlelampje (O) : koelfunctie Controlelampje (N) : ventilatiefunctie. Controlelampje (P) : ontvochtigingsfunctie NL KOELFUNCTIE Ideaal bij warm en drukkend weer, om de ruimte af te koelen en te ontvochtigen. Druk, om deze functie correct in te stellen, op de toetsen + (E) of - (F) totdat op de display de temperatuur verschijnt die men wil bereiken. Selecteer vervolgens de ventilatiesnelheid door op de toets FAN (C) te drukken totdat het controlelampje van de gewenste ventilatiesnelheid gaat branden, ofwel: HIGH: als u het maximum vermogen van de airconditioner wilt verkrijgen, zodat zo snel mogelijk de gewenste temperatuur wordt bereikt. als u het geluidsniveau laag wilt houden, met sowieso een goed comfortniveau wanneer u zo weinig mogelijk geluid wenst MED LOW: De meest geschikte temperatuur voor vertrekken in de zomerperiode varieert tussen 24 en 27°C. Het wordt in elk geval afgeraden om een veel lagere temperatuur dan de buitentemperatuur in te stellen. 57 Werking VENTILATIEFUNCTIE Regel de ventilatiesnelheid door te drukken op de toets (C), net zoals bij de koelfunctie. Houd er rekening mee dat hoe hoger de snelheid, des te meer lucht gefilterd wordt; bij selectie van de snelheid "LOW" wordt daarentegen minder lucht gefilterd maar is de geluidsproductie laag. ONTVOCHTIGINGSFUNCTIE Ideaal om de vochtigheid in de omgeving te verlagen en op die manier temperatuurstijgingen en ­dalingen te voorkomen (tussenseizoen, vochtige vertrekken, regenperiode, enz. ). Wanneer de ontvochtigingsfunctie wordt gekozen, gaat het controlelampje (P) branden. Tegelijkertijd gaat het controlelampje ventilatie "LOW" (M) branden. Bij deze functie is het niet mogelijk om andere snelheden te kiezen. PROGRAMMERING VAN DE TIMER Met de timer kan de uitgestelde in- of uitschakeling van het apparaat ingesteld worden; op die manier wordt energie bespaard en worden de werkingsperiodes geoptimaliseerd. Programmeren van de uitgestelde inschakeling · Steek de stekker in het stopcontact en schakel het apparaat met de toets ON/OFF (A) in; selecteer vervolgens de gewenste functie en de andere werkingsinstellingen (temperatuur, ventilatiesnelheid, enz. ). [. . . ] Om het filter terug te plaatsen, plaatst u weer in zijn zitting. CONTROLES BIJ BEGIN SEIZOEN Controleer of het netsnoer en het stopcontact niet beschadigd zijn en controleer of de aardleiding doeltreffend is. Neem de installatievoorschriften zorgvuldig in acht. CONTROLES AAN EINDE SEIZOEN Verwijder, om het interne circuit volledig te ledigen, de dop van de afvoerslang. [. . . ]