Gebruiksaanwijzing BROTHER XL 4050

[. . . ] " "BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES" Bij het gebruik van de naaimachine moeten altijd enkele fundamentele voorzorgsmaatregelen worden genomen, waaronder: "Voor gebruik eerst aile instructies doorlezen. De naaimachine nooit aan laten staan ais er niemand in de buurt is. Altijd onmiddeilijk na gebruik en voordat de machine wordt gereinigd, de stekker van de naaimachine uit het stopcontact verwijderen. Verwijder voor het verwisselen van het lampje altijd eerst de stekker uit het stopcontact. [. . . ] EXTRA KLOSPEN PLAATSEN Zet de verticale klospen in het gaatje direct naast de horizontale klospen aan de bovenkant van de machine. Zet het tweede klosje garen op de verticale klospen zoals getoond in fig. DRAAD INRIJGEN IN DUBBELE NAALD Het garen voor elk van de twee naalden moet apart worden ingeregen. De rechternaald inrijgen Volg de instructies voor het inrijgen van een enkele naald, maar gebruik het garen van de klos op de extra klospen. Meer informatie hierover kunt u vinden op pagina 23. De linkernaald inrijgen Volg ook voor de rechternaald de instructies voor het inrijgen van de draad, maar steek eerst de linkerdraad door het oog van de linkernaald voordat u de rechterdraad door de draadgeleider boven de naald rijgt, zoals getoond in fig. CD ® Garen van de rechternaa/d gaat door deze geleider. Wanneer u andere materialen gebruik een ander soort garen, moet soms de spanning de draad worden ingesteld. OPMERKING: U wordt aangeraden eerst een proeflapje te ma voordat u begint. eventuele foute instel/ingen en de resultate1 A Bovenspanning te hoog. Er verschijnen knoopjes aan de goede kant het materiaa/. A-1 lnstelknop voor bovendraadspanning Zet de knop op een lager nummer om de s1 ning te vet lagen. Envers Endroit @ Canette B-1 lnstelknop voor bovendraadspanning Verhoog de spanning door de knop op hoger nummer te zetten. Een te hoge of te /age draadspanning verzwakt uw naden of maakt rimpels in het materiaal. 28 OVERZICHT VAN MATERIALEN, NAALDEN EN GARENS MATERIALEN NAALDEN GARENS ZEERDUN Dunne tricot, dun kant, dun linnen, zijde, organza, chiffon 9 Katoen: 80 Synthetisch fijne, gemerc. Kies de juiste naa/d en garen va/gens de bovenstaande tabel. Voorde onderdraad moet altijd hetzelfde garen worden gebruikt ais voor de bovendraad (klos en spoe 29 Point droit Modèle 2 (Aiguille à gauche) 1-4 3 (Aiguille au centre) 21 (Point triple) Fixe 2, 5 Longueur de point Rechte steek Patroon 2 (Naaldpositie links) 3 (Naa/dpositie midden) 21 (Drievoudige stretchsteek) 1-4 Vast 2, 5 Steeklengte Pour commencer à coudre 1. Stel de patroonkeuzeknop in zodat de gewenste steek verschijnt in het patroonweergavevenster. Kies met de patroonkeuzeknop het soort rechte steek dat u wilt gebruiken, 2, 3 of 21. Draai de naald in de hoogste positie en zef de persvoethendel omhoog. Draai het handwiel naar u toe (linksom) om de onderdraad op te pakken, en trek de boven- en onderdraad naar achteren. Leg nu het materiaal onder de persvoet en zef de naald op ongeveer 1 cm afstand van de rand van de stof. [. . . ] Giet 2 tot 3 druppels olie in elk van de smeerpunten die zijn aangegeven in fig. Vervolgens laat u de machine even op hoge snelheid draaien zonder dat er een draad is ingeregen. Neem de machine af en reinig eventuele overtollige of gemorste o/ie. OPMERKING: Indien de machine meer dan een uur per dag wordt gebruikt, dan dient deze eenmaal per week te worden gesmeerd. [. . . ]