Gebruiksaanwijzing BEHRINGER LD6230

[. . . ] LD6230 Gebruiksaanwijzing Versie 1. 1 oktober 2003 EUROLIGHT NEDERLANDS EUROLIGHT LD6230 BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN OP EEN RIJ: 1) Lees deze voorschriften. 5) Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water. LET OP: De installatie van het apparaat en de eerste inwerkingstelling dienen door een elektrotechnisch vakman te worden uitgevoerd (zie INSTALLATIEVOORSCHRIFT). Verwijder in geen geval de bovenste afdekking (van het achterste gedeelte) anders bestaat er gevaar voor een elektrische schok. [. . . ] Druk weer op deze toets om door de diverse functies te wandelen, die door de LEDs rechts van het display worden weergegeven. Verlaat de configuratiemodus door nogmaals ca. twee seconden lang de CONFIG-toets ingedrukt te houden. 2. 1. 4 LIMITER Vervolgens komt u in het LIMITER-menu (de LIMITER-LED licht op). Door middel van de CONFIG-toets doorloopt u alle zes de kanalen. Hierbij kunt u het besturingssignaal van elk apart kanaal naar boven toe begrenzen. De grenswaarde (16 - 99) wordt met behulp van de UP- en DOWN-toetsen bepaald. Ook de LIMITERfunctie zorgt voor een langere levensduur van uw belichtingsmateriaal. Door het begrenzen van het bovenste bereik van de besturingsspanning bent u beschermd voor spanningsschommelingen en overbelasting. + Alle instellingen die u in de configuratiemodus invoert, worden bij het verlaten van deze modus automatisch opgeslagen en blijven ook na het inen uitschakelen van het apparaat behouden. 2. 1. 5 CURVE Door weer op de CONFIG-toets te drukken komt u in het CURVEmenu (CURVE-LED). Hier heeft u 5 mogelijkheden voor het instellen van de overdrachtskarakteristiek van het Dimmer Pack. Hiermee wordt bepaald, op welke manier veranderingen in de besturingsspanning (Fader-bewegingen op het lichtpaneel) aan de belichting worden overgedragen. Door het indrukken van de CONFIG-toets doorloopt u de zes kanalen, die door het linker cijfer in het display worden weergegeven. Door middel van de UP-toets kan voor elk kanaal apart de overdrachtskarakteristiek worden gedefinieerd. LINEAIR (L): Op- of neergaande besturingsspanningen worden in deze overdrachtskarakteristiek in elk bereik van de regelweg van de Fader gelijkmatig overgedragen. Als u de Fader van het lichtpaneel gelijkmatig naar boven of naar benden schuift, dan wordt ook het licht van de spots in gelijke verhouding sterker of zwakker. EXPONENTIEEL (o1): Dit is een ongelijkmatige overdrachtscurve. Wordt de Fader van het lichtpaneel hierbij gelijkmatig naar boven geschoven, dan wordt de spanning in het onderste derde gedeelte gelijkmatig (lineair) geregeld, naar boven toe neemt deze bij onveranderd schuiftempo van de Fader echter steeds meer toe. Mogelijke configuraties: 1-6: Alle zes de uitgangen reageren op de instellingen in kanaal 1. 2-3: De uitgangen 1-3 reageren op de instellingen in kanaal 1, de uitgangen 4-6 op die in kanaal 2. 3-2: De uitgangen 1 en 2 reageren op de instellingen in kanaal 1, de uitgangen 3 en 4 op die in kanaal 2 en de uitgangen 5 en 6 op de instellingen in kanaal 3. 6-1: Alle zes de uitgangen reageren gescheiden op de des betreffende instellingen in de kanalen 1 tot 6. Wordt een van de eerste drie configuratiemogelijkheden geselecteerd, dan kunnen er bijvoorbeeld groepen schijnwerpers worden gevormd die hetzelfde programma draaien, omdat ze allemaal via één kanaal worden bestuurd. Nadat u de DMX-adressen en de combinatie van ingangskanaal/ Dimmerkanaal hebt toegewezen, moet u even controleren of elk Dimmercircuit ook op het juiste DMX-besturingskanaal reageert door de overeenkomstige Faders op het aangesloten lichtpaneel te bewegen. + De overdrachtscurves kunnen voor elk kanaal van de EUROLIGHT LD6230 apart worden geselecteerd. 2. 2 DMX-modus Bij het inschakelen van het Dimmer Pack staat het apparaat automatisch in de DMX-modus (DMX-LED licht op). [. . . ] Ook deze modus wordt opgeroepen door de CONFIG-toets ingedrukt te houden en dan op de CHANNEL-toets te drukken. 6 3. TOEPASSINGEN EUROLIGHT LD6230 Afb. 4. 1: Pin-toewijzing 5-polige XLR-stekker De in deze afbeelding weergegeven Pin-toewijzing dient te worden aangehouden, ook als de reserve-Pins 4 en 5 voor een tweede verbinding meestal een aparte zend- en ontvangeenheid worden gebruikt. Vaak wordt ook de 3-polige XLR-verbinding voor de overdracht van de digitale besturingssignalen toegepast, omdat hiermee reeds aanwezige leidingen eenvoudiger benut kunnen worden en ze bovendien goedkoper zijn dan 5-polige steekverbindingen. [. . . ]