Gebruiksaanwijzing BEHRINGER DFX69

[. . . ] DFX69 Gebruikershandleiding Versie 1. 0 december 2003 TWEAKALIZER NEDERLANDS TWEAKALIZER DFX69 BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN OP EEN RIJ: 1) Lees deze voorschriften. 5) Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water. LET OP: Verwijder in geen geval de bovenste afdekking (van het achterste gedeelte) anders bestaat er gevaar voor een elektrische schok. Het apparaat bevat geen te onderhouden onderdelen; reparaties dienen door bevoegde personen uitgevoerd te worden. [. . . ] Met de BEAT-knoppen kun je de LFO- en Delay-tijden ook selecteren, maar in deze gevallen moet je wel de bestaande schaalindelingen gebruiken. Deze indelingen hebben betrekking op de actuele BPM-waarde. De LFO- en Delaytijden worden aan de hand van de desbetreffende LEDs boven de ENCODER aangegeven. 2. 2 Sampler Met deze BEAT-toetsen kun je de duur van de sample, die je wilt opnemen, bepalen. Je kunt kiezen tussen 1, 2, 4, 8 of 16 maten, waarbij de duur van de sample aan de hand van de actuele BPM-waarde wordt ingesteld. Het gekozen aantal maten wordt door middel van het oplichten van het desbetreffende LED aangegeven. Nadat je de opname geactiveerd hebt, wordt de opname na het opnemen van het aantal maten automatisch beëindigd. Je kunt ook zelf de sample-duur bepalen; dit doe je door naar rechts alle maatcijfers te doorlopen totdat de rechter LED (16) knippert. Als je enkel de opname activeert (zie ), kunt je handmatig de opname beëindigen en zo zelf de duur van de sample bepalen. Met de REC-toets start je de opname van een sample, hierbij wordt de resterende tijd van de duur van de gekozen sample in het linker display (zie ) aangegeven. Als je deze toets opnieuw indrukt, stopt de opname. Om in de AUTO-modus te komen moet je deze knop langer ingedrukt houden. Door opnieuw kort op deze knop te drukken keer je weer terug naar de LFO. LFO (Low Frequency Oscillator) In deze modus beweegt de LFO de grensfrequentie van de laagste tot de hoogste frequentie en weer terug. De snelheid van deze handeling kun je zonder schaalindeling met de ENCODER of met schaalindeling met de BEATknoppen instellen (zie en ). De instelling met de BEAT-knop is altijd een relatieve waarde die in beats wordt uitgedrukt. de waarde 2 instelt dan loopt de grensfrequentie binnen twee beats van de hoogste tot de laagste frequentie en weer terug. De DFX69 berekent automatisch de tijd met behulp van het actuele BPM-signaal. MANUAL In deze modus kan de grensfrequentie handmatig met het grote DATAWHEEL (zie ) ingesteld worden. Met behulp van de ENCODER of de daaronder gelegen BEAT-knoppen (zie en ) kun je de reactietijd van de filter instellen. Des te korter de tijd, des te sneller reageert de filter op de beweging van de DATAWHEEL. AUTO In dit geval wordt de filterfrequentie door het niveau van het muzieksignaal gemoduleerd. In deze modus is het belangrijk om de gevoeligheid van de filter zodanig in te stellen dat deze correct op het ingangssignaal reageert (zie ). [. . . ] De OUTPUT-aansluitingen dienen om het signaal aan een versterker of een DJ-mixer door te geven (afhankelijk van het apparaatgebruik). 3. 1: Aansluiten op het effecten-kanaal van de PRO MIXER VMX1000 + 3. GEBRUIK 7 TWEAKALIZER DFX69 3. 2 Directe aansluiting van een Phono- resp. Line-bron Je kunt natuurlijk ook het Line- of Phono-signaal zonder mengpaneel direct aan de TWEAKALIZER aansluiten. [. . . ]