Uitgebreide gebruiksaanwijzingen staan in de gebruikershandleiding.
[. . . ] - Noale (VE)
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN De hierna opgesomde waarschuwingen worden in de hele handleiding gebruikt: Dit symbool wijst op gevaar voor uw veiligheid. Dit symbool, dat op het voertuig of in de handleiding staat, wijst op gevaarlijke situaties die verwondingen kunnen veroorzaken. Als u het voorschrift dat bij het symbool hoort niet naleeft, kunt u uw eigen veiligheid, die van anderen en die van het voertuig in gevaar brengen!vostra, altrui e del veicolo!
TECHNISCHE INFORMATIE De handelingen waarbij dit symbool staat, dienen ook aan de andere kant van het voertuig te worden herhaald. [. . . ] 5 (VEILIG RIJDEN)
GEVAAR
Houd tijdens het rijden uw handen stevig op het stuur en uw voeten op de voetsteunen. NEEM NOOIT EEN ANDERE HOUDING AAN TIJDENS HET RIJDEN. Als u een passagier vervoert, dient u deze over het rijden in te lichten, zodat hij geen problemen veroorzaakt tijdens uw bewegingen. Voordat u vertrekt dient u te controleren of de hoofd- en de zijstandaard helemaal zijn ingeklapt.
OPGELET
Als tijdens het rijden het controlelampje van de benzinereserve " " (1) gaat branden, betekent dit dat u de reserve aanspreekt en dat er nog 1, 5 l benzine in de tank zit. Tank in dit geval zo snel mogelijk, zie pag. 21 (BENZINE).
32
gebruik en onderhoud Atlantic 125/250
GEVAAR
Voordat u een bocht neemt, vertraagt u of remt u, waarna u in de bocht zelf dezelfde gematigde of lichtjes verhoogde snelheid aanhoudt; rem niet op het laatste nippertje: de kans dat u slipt is zeer hoog. Voortdurend remmen op dalingen kan oververhitting van de schijven veroorzaken waardoor de remkracht vermindert. Gebruik de motorrem en wissel deze af met beide wielremmen. Rijd met een gematigde snelheid op natte of gladde wegen (sneeuw, ijs, modder enz. )en vermijd bruusk remmen of manoeuvres waardoor het voertuig gaat slippen en u kunt vallen. Let op elk obstakel op de weg, en op elke wijziging in de vorm van het wegdek. Oneffenheden, treinsporen, riooldeksels, op de weg geschilderde verkeerstekens, metalen platen worden glad als het regent: rijd er heel voorzichtig op, zonder bruuske bewegingen en houd het voertuig zo recht mogelijk .
Laat de rem los en geef gas: draai
lichtjes aan de gashendel; het voertuig begint te rijden.
GEVAAR
iet afwisselend en voortdurend versnellen en vertragen, u kunt hierdoor plotseling de controle over het voertuig verliezen. Om te remmen dient u eerst te vertragen en dan met beide remmen te remmen om geleidelijk aan te vertragen en op beide remmen dezelfde kracht uit te oefenen. Als u alleen de voor- of de achterrem gebruikt, reduceert u de remkracht aanzienlijk en loopt u het risico één wiel volledig te blokkeren, waardoor het voertuig onhandelbaar wordt. Als u op een helling moet stoppen, vertraagt u alleen en gebruikt u de remmen alleen op het laatste ogenblik om het voertuig helemaal stil te zetten. De motor gebruiken om het voertuig niet te laten rijden, kan de koppelomvormer oververhitten.
OPGELET
Niet bruusk starten met een koude motor. Om luchtvervuiling en benzineverbruik te vermijden, is het raadzaam de motor warm te laten lopen door de eerste kilometers langzaam te rijden.
gebruik en onderhoud Atlantic 125/250
33
"NA HET INRIJDEN" staan, in het SCHEMA VAN HET ROUTINE-ONDERHOUD, zie 3943, om uzelf, de anderen en het voertuig niet in gevaar te brengen. Het inrijden is van fundamenteel belang voor de levensduur en het perfect functioneren van de motor. Rijd in het begin vooral op wegen met veel bochten en hellingen om de ophangingen en de remmen goed in te rijden.
STOPPEN
GEVAAR
Vermijd zo veel mogelijk bruusk te stoppen, plotseling te vertragen en op het laatste ogenblikje remmen.
Laat de gashendel los (nr. A) en rem
BELANGRIJK Alleen na de eerste 1000 km (625 mijl) kunt u de beste rij- en snelheidsprestaties uit het voertuig halen.
trapsgewijs met beide remmen om het voertuig helemaal te stoppen. Houd als u even moet stoppen altijd één rem ingeknepen.
GEVAAR
Gebruik altijd en op tijd uw richtingaanwijzers om te signaleren dat u een andere baan of richting gaat nemen en vermijd bruuske en gevaarlijke manoeuvres. Schakel de richtingaanwijzers meteen uit nadat u van richting hebt veranderd. Wees uiterst voorzichtig als u inhaalt of door anderen wordt ingehaald. [. . . ] 29 (CONTROLES VOOR HET VERTREK).
GEVAAR
Maak een proefrit van enkele kilometers en rijd niet te snel, ver uit de buurt van het verkeer.
gebruik en onderhoud Atlantic 125/250
65
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen
Max. hoogte (op kuipje) Hoogte bij het zadel Wielbasis 125 Wielbasis 250 Minimum vrije hoogte vanaf de grond Leeg gewicht (tijdens het rijden) 125 Leeg gewicht (tijdens het rijden) 250 Merk Merk Type
125 250
2085 mm 785 mm 1370 mm 790 mm 1470 mm 1480 mm 190 mm 162 Kg 170 Kg M245M M237M Eén viertaktcilinder met 4 kleppen, gecentraliseerde pompsmering in de carter, frontale nokkenas. 1 124 cm3 244 cm3 57 x 48, 6 mm 72 x 60 mm 12, 0 Ø 0, 5 : 1 11, 0 Ø 0, 5 : 1 Elektrisch 1600 Ø 100 toeren/min Centrifugaal Automatisch Vloeistof (50% water + 50% koelvloeistof) met gecentraliseerde doorstroming Aanzuiging 0, 10 / Uitlaat 0, 15 CVK 7 30 KEIHIN WVF 7 Æ29 WALBRO lagedrukpomp Super, loodvrije benzine met minimum octaangetal van 95 (N. O. R. M. ) en 85 (N. O. M. M. )
Motor
Aantal cilinders Totale cilinderinhoud 125 Totale cilinderinhoud 250 Boring/slag 125 Boring/slag 250 Compressieverhouding 125 Compressieverhouding 250 Starten: Stationair toerental Koppeling Versnelling Koeling Kleppenspeling
Carburateur Voeding
Model Model
125 125
250 250
Type Benzine
66
gebruik en onderhoud Atlantic 125/250
Inhoud
Benzine (inclusief reserve) Benzinereserve MOTOROLIE - alleen de motorolie verversen - motorolie en filter vervangen motorolie - vervangen voor revisie van de motor Transmissieolie Koelsysteem Zitplaatsen Max. lading voertuig (bestuurder +passagier +bagage) Automatische Primair Secondair Totale verhouding motor /wiel kort lang Totale verhouding motor /wiel kort lang Type Stuurwending Naloop Vooraan Vorkbaan Achteraan Vorkbaan Vooraan Achteraan Vooraan Achteraan Type Vooraan Achteraan
9, 5 1, 5 1000 cm3 1100 cm3 1150 cm3 150 cm3 1. 200 cm3 2 210 kg continue koppelomvormer met trapeziumriem met tandwielen
Koppeling
125
1:29, 26 1:8, 78
250
1:19, 30 1:6, 80 Enkelvoudige buisconstructie met dubbele, boven elkaar geplaatste kuip 27° 104 mm Hydraulische telescopische voorvork 105 mm n° 1 hydraulische schokdemper 105 mm Schijf - Æ 240 mm - hydraulisch Schijf - Æ 190 mm - hydraulisch, gecombineerd met de voorrem E - 13 x 3, 00 DOT - D E - 13 x 3, 50 DOT - D Zonder binnenband (tubeless) 110 /90 -13 56P 130 /70 -13 63P
gebruik en onderhoud Atlantic 125/250
Frame
Ophangingen
Remmen Wielvelgen Banden
67
STANDAARD BANDENSPANNING Vooraan Achteraan BANDENSPANNING MET PASSAGIER Vooraan Achteraan
200 Kpa 220 Kpa 220 Kpa 240 Kpa
125
Startsysteem
Type Voorontsteking - Variabele voorontsteking Voorontsteking - Variabele voorontsteking
250
Variabele voorontsteking Elektronisch gestuurde variabele voorontsteking 5°/min - 24°/>4000 toeren / min Elektronisch gestuurde variabele voorontsteking 4°/minimo - 15°/4000 -6000 toeren / min NGK - CR8EB NGK - CR7EB NGK - CR9EB CHAMPION RG6YC CHAMPION RG4HC 0, 7 0, 8 mm 12 V - 12 Ah 20 -15 - 7, 5 A 12V - 180W 12V - 235 12V - 55W 12V - 55 W 12V - 16W 12V - 10W 12V - 5W / 21W 12V - 1, 2W 12V - 1, 2W 12V - 1, 2W 12V - 1, 2W 12V - 1, 2W 12V - 1, 2W
Bougie
Standaard Alternatief
Afstand tussen elektroden
Elektrisch systeemg
Accu Zekeringen Dynamo (met permanente magneet) Dynamo (met permanente magneet)
125 250
Lampjes
Controlelampjes
Dimlicht Groot licht Standlicht Richtingaanwijzers Achterlichten / rem Controlepaneelverlichting Richtingaanwijzers Motoroliedruk Dimlicht Groot licht Benzinereserve
68
gebruik en onderhoud Atlantic 125/250
SMEERMIDDELENTABEL
Motorolie (aanbevolen): SUPERBIKE 4, SAE 5W - 40 of 4T FORMULA RACING, SAE 5 W - 40. [. . . ]