Gebruiksaanwijzing YAMAHA MOTIF6/MOTIF7/MOTIF8

[. . . ] NEDERLANDSTALIGE HANDLEIDING MUSIC PRODUCTION SYNTHESIZER Geïntegreerde Sampling Sequencer / Real-Time Extern Besturingsvlak / Modulair Synthese Plug-in Systeem SPECIALE OPMERKINGEN PRODUCT VEILIGHEID MARKERINGEN: De elektronische produkten van Yamaha zijn voorzien van illustraties of labels met illustraties, die hieronder getoond worden. De uitleg van deze illustraties worden op deze pagina gegeven. Houd alstublieft rekening met alle waarschuwingen die gegeven worden op deze pagina, en de waarschuwingen die gegeven worden in het veligheidsinstructie gedeelte. Waarschuwing: Probeer oude batterijen niet op te laden, te demonteren of te verbranden. [. . . ] mode 7 Druk op een anderemode teknop om de performance speel verlaten. · Zie voor gedetaileeerde instructies over stappen #2 - #5 de volgende uitleg. · Zie voor details over stap #6 de "performance opslag mode" op pagina 176. In deze mode kunt u individuele gebruikersperformances selecteren en bespelen. N. B. Zie voor details over de performances en hun geheugen (bank) structuur pagina 40. x Algemene procedure Algemene bediening (pagina 67) 1 Druk op de [PERFORMANCE] knop om naar de PERFORM performance speel mode te gaan (de indicator gaat branden). Performance selectie Toont het toetsenbord MIDI verstuurkanaal. Zie pagina 162 voor details. De uitleg hier slaat op stap #2 van de algemene procedure die hierboven omschreven wordt. Het selecteren van performances gebeurt feitelijk op dezelfde manier als het selecteren van voices (pagina 124), afgezien van het volgende punt. · Aangezien de MOTIF geen voorgeprogrammeerde performances bevat en één gebruikersbank bevat, is het selecteren van een bank niet noodakelijk. Toont de functies die zijn toegewezen aan de respectievelijke besturingsdraaiknoppen. Zie pagina 256 voor details. Toont de toetsenbord octaaf instellingen ingesteld met de [OCTAVE] knoppen. Zie pagina 82 voor details. Toont de huidig geselecteerde performance. Toetsenbord octaaf en toetsenbord MIDI verstuurkanaal instellingen Het nummer wordt geselecteerd met de NUMBER [1]-[16] knoppen) Groep (geselected met de GROUP [A]-[H] knoppen) Bank Performance programma nummer (correspondeert met groepen A tot en met H en nummers 01 to 16) De uitleg hier slaat op stap #3 van de algemene procedure op pagina 162. De twee parameters die hier worden ingesteld beïnvloeden alle geselecteerde performances. Het instellen van deze parameters gebeurt feitelijk op dezelfde manier als in de voice speel mode (pagina 124). Onthoud dat deze parameters niet kunnen worden opgeslagen in de performance mode met behulp van de performance opslag mode (pagina 176). Toetsenbord MIDI verstuurkanaal Categorie Performance naam 2 Selecteer een performance. Stel het toetsenbord octaaf of het MIDI verstuur 3 kanaal in. Zet individuele 4 wens aan of uit parts van de performance naar (mute). 162 MOTIF Referentie Toetsenbord octaaf instelling Performance speel mode Performance part aan/uit De uitleg hier slaat op stap #4 van de algemene procedure op pagina 162. MUTE Druk op de [MUTE] zodat de bijbehoren indicator gaat branden. SOLO 1 2 3 4 N. B. In de utility mode kunt u instellen of u gebruik maakt van de A/D INPUT aansluiting of de mLAN8E aansluiting als de ingang van het A/D part. Bepaalt het uitgangsniveau van het A/D part. Instellingen 0 ~ 127 Druk op n van de [1] - [4] knoppen die u wilt muten. · Volume N. B. Deze handeling is ook beschikbaar in de performance bewerk mode. · Pan Bepaalt de stereo pan positie van het A/D part. Instellingen L63 (links) ~ C (midden) ~ R63 (rechts) Performances bewerken in de performance speel mode De uitleg hier slaat op stap #5 van de algemene procedure op pagina 162. In de performance speel mode staan er een aantal algemene bewerkingshandelingen van de geselecteerde performance tot uw beschikking. Gebruik echter voor meer gedetaileerde en uitgebreidere bewerkingshandelingen de performance bewerk mode. · RevSend Bepaalt het verstuurniveau van het A/D part signaal dat verstuurd wordt naar het reverb effect. Zie voor details over het aansluiten van effecten pagina 40. Instellingen 0 ~ 127 · ChoSend Bepaalt het verstuurniveau van het A/D part signaal dat verstuurd wordt naar het chorus effect. Zie pagina 40 voor details over het aansluiten van effecten. Instellingen 0 ~ 127 x De [ ] indicator Als u parameters bewerkt in de performance speel mode, dan verschijnt de [ ] indicator linksboven in het scherm. [. . . ] In de praktijk is er absoluut een bepaalde hoeveelheid `opnieuw proberen na fouten maken' noodzakelijk. s Redenen voor SCSI fouten Een SCSI bus is alleen stabiel als alle aangesloten SCSI apparaten juist werken. Als een van de apparaten `ruis' produceert, brengen de andere apparaten ook fouten voort, en in het ergste geval kan zelfs het opstartblok van een drive beschadigen (waarbij alle data in de betreffende drive verloren gaat). Daarbij zijn er gevallen in een systeem waar data opgeslagen schijnt te zijn, maar de data daadwerkelijk niet opgeslagen is, waarmee data verloren gaat. [. . . ]