Gebruiksaanwijzing VOLVO 900 ACCESSORY PANEL

[. . . ] Bij het tanken van LPG en bij onderhoudswerkzaamheden aan de wagen is roken en open vuur verboden. Bij wagens met interieurvoorverwarming: De interieurvoorverwarming uitschakelen. De inhoud van de LPG-tank mag alleen worden afgetapt in een speciale tank of in de open lucht, waar geen ontstekingsgevaar voor het afgetapte gas bestaat. Het aftappen mag alleen worden uitgevoerd met inachtneming van de 2 Kwaliteit en verbruik van LPG ATTENTIE! [. . . ] Dit kan tot gevolg hebben dat uw wagen met winter-LPG een hoger verbruik heeft dan met zomer-LPG. Het verbruik is bij gelijkblijvende rijstijl ca. 10 tot 15 % hoger dan op benzine. ­ De mechanische afsluitklep sluiten afb. 1 - rechts door hem tot de aanslag in pijlrichting te draaien. A ­ Afdekking A weer aanbrengen. ­ De bouten aanbrengen en tot de aanslag vastdraaien. Meer aanwijzingen, zie bladzijde 1, 'Belangrijke aanwijzingen'. Adapters voor LPG-vulopening 3 Adapters voor LPG-vulopening Er zijn adapters noodzakelijk om LPG te tanken, omdat de vulkoppelingen van de LPG-pompinstallaties niet universeel zijn. LPG tanken De LPG-vulopening voor het tanken van LPG zit achter de tankklep naast de benzinevulopening. Afb. 2 Adapters voor LPG-vulopening De motor afzetten voordat LPG wordt getankt. bij het tanken bij een u onbekend tankstation helpen door het personeel van het tankstation. Altijd de gebruiksaanwijzing op de LPG-pompinstallatie lezen en opvolgen. Uw wagen kan met één resp. twee adapters voor de LPG-vulopening zijn uitgerust. 2: LPG-tank openen ­ In het midden van het linkergedeelte van de tankklep drukken. 1 ­ De dop van de LPG-vulopening A verwijderen afb. 3. · · · · 1 Adapter ACME A, 2 Adapter Dish-Coupling A. De wagen schakelt automatisch over op benzine als de LPG-tank leeg is. Aanwijzing De LPG-vuldruk kan binnen enkele landen bij verschillende LPG-pompinstallaties onderling afwijken. Als de druk te laag is, kan het voorkomen dat bij het voltanken de vulklep niet sluit. Het niet sluiten van de vulklep is hoorbaar aan een klapperend geluid bij de tank. In dit geval het LPG-tanken handmatig beëindigen. Dit effect is geen storing in de LPG-installatie van uw wagen. · · Aanwijzing Het LPG-vulniveau in de LPG-tank kan tijdens het rijden door massatraagheidskrachten veranderen. Hierdoor kan kortstondig een andere LPG-hoeveelheid in de tank worden aangegeven. Als de wagen direct na het tanken voor lange tijd geparkeerd werd, kan het A gebeuren dat de naald van de voorraadmeter A afb. 4 bij het opnieuw starten niet exact hetzelfde vulniveau aangeeft als direct na het tanken. Het gaat hierbij niet om een lekkage van het systeem, maar om een door de techniek veroorzaakte drukreductie in de LPG-tank na een afkoelperiode direct na het tanken. Multifunctie-indicatie (boordcomputer) 5 Multifunctie-indicatie (boordcomputer) De volgende informatie op de multifunctie-indicatie heeft alleen betrekking op de actuele bedrijfsstand (LPG of benzine): Als aan deze voorwaarden wordt voldaan, schakelt het systeem automatisch om naar LPG. In het instrumentenpaneel brandt het controlelampje . Automatisch omschakelen van LPG naar benzine De wagen schakelt automatisch om van LPG naar benzine als aan een van de volgende voorwaarden wordt voldaan, · · · actueel brandstofverbruik, gemiddeld brandstofverbruik, actieradius. Rijden op LPG · · · · bij het starten van de motor, bij een lege LPG-tank, als de buitentemperatuur lager is dan -10 °C, bij een systeemstoring in de LPG-installatie. Het controlelampje in het instrumentenpaneel dooft. [. . . ] Automatisch omschakelen van benzine naar LPG Het omschakelen van benzine naar LPG gebeurt automatisch na een systeemcontrole als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: de motor is op bedrijfstemperatuur (het controlelampje in het instrumentenpaneel dooft), · · · · er wordt op de toets GAS gedrukt, voldoende LPG in de LPG-tank, koelvloeistoftemperatuur van de wagen hoger dan +30 °C, motortoerental tijdens het rijden hoger dan 1200 1/min. In het instrumentenpaneel brandt het controlelampje . Handmatig omschakelen van LPG naar benzine Het omschakelen vindt plaats door op de toets GAS te drukken. Het controlelampje in het instrumentenpaneel dooft. Rijden op benzine Wanneer u regelmatig korte afstanden rijdt, adviseren wij op benzine te rijden om problemen met het benzinesysteem te voorkomen. · · · voldoende LPG in de LPG-tank, Voorzichtig! Aangezien de motor altijd op benzine start, moet in de benzinetank altijd voldoende benzine aanwezig zijn. het motortoerental tijdens het rijden is hoger dan 1200 1/min. 6 Koelvloeistoftemperatuur Aanwijzing Bij veel stadsverkeer, met name bij lage buitentemperaturen, rijdt de wagen vaker op benzine dan op LPG. Daardoor kan de benzinetank sneller worden leeggereden dan de LPG-tank. Koelvloeistoftemperatuur Het controlelampje brandt, zolang de motor niet op bedrijfstemperatuur is. [. . . ]