Gebruiksaanwijzing TOSHIBA SATELLITE 5100-201

[. . . ] 1 De computer openen en sluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Computer voorbereiden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Voor het openen van de computer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Na het sluiten van de computer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Het zijpaneel verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Het zijpaneel terugplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Het voorpaneel verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Het voorpaneel terugplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Onderdelen in de computer herkennen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Schijfeenheden verwijderen en vervangen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Een station verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Stations vervangen of toevoegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Geheugen toevoegen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Een geheugenmodule verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Een geheugenmodule installeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Een insteekkaart verwijderen of installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . [. . . ] 4 Installeer de stuurprogramma's die u van de fabrikant van de kaart ontvangen heeft, als u een insteekkaart heeft geïnstalleerd. Het zijpaneel verwijderen 1 Verwijder het zijpaneel door de schroef (D) los te draaien, waarmee het paneel vastzit op het computerchassis. D 2 Zorg dat het schroefgat uitgelijnd is met het gat in het chassis en breng de schroef (D) aan. D 2 Handleiding Upgrade en Service Het voorpaneel verwijderen Deze procedure hoeft alleen te worden uitgevoerd wanneer u een optisch station, een geheugenkaartlezer, een diskettestation of de vaste schijf verwijdert of terugplaatst. 1 Druk op de vierkante knop (1) vooraan aan de binnenzijde van het chassis en hou deze knop ingedrukt. Druk één lip (2) en dan de andere lip (3) naar de buitenrand van het chassis. Onderdelen in de computer herkennen A B C R L D E F G 1 3 2 A Bovenste optische schijfcompartiment, kan een cd-rom, cd-rw, dvd-rom, dvd+rw/+r of een combo-station zijn B Onderste optische schijfcompartiment, kan leeg zijn (afdekplaat) of een cd-rom, cd-rw, dvd-rom, dvd+rw/+r of combo-station zijn C Geheugenkaartlezer (op bepaalde modellen) D Diskettestation (op bepaalde modellen) E Voorste aansluitpaneel (geen vervanginstructies) F Harde schijf G Tweede vaste schijf (bepaalde modellen) 2 Verwijder het voorpaneel. Het voorpaneel terugplaatsen 1 Lijn de bovenzijde van het voorpaneel uit ten opzichte van de bovenzijde aan de voorzijde van het chassis. 2 Druk het paneel bovenaan en aan elke zijde nabij de onderkant op het chassis, tot het paneel vastklikt. Schijfeenheden verwijderen en vervangen Uw computer bevat verschillende stations die u kunt vervangen of upgraden. Zie vorige paragraaf "Onderdelen in de computer herkennen" voor het type en de plaats van de stations. De vaste schijf is ofwel een Seriële ATA (advanced techynolgy attachment)-schijf die een smalle gegevenskabel gebruikt, of een Parallelle ATA-schijf die een brede gegevenskabel gebruikt. Bepaalde modellen hebben een tweede vaste schijf. Handleiding Upgrade en Service 3 VOORZICHTIG: Maak op een extern opslagmedium, zoals een cd, een backup van uw persoonlijke bestanden op de vaste schijf voordat u de vaste schijf verwijdert. Als u dit niet doet, gaan er gegevens verloren. Nadat u de vaste schijf heeft vervangen, dient u de bestanden die in de fabriek zijn geïnstalleerd, te herstellen met behulp van de herstel-cd's. Zie de gebruikersdocumentatie van de PC voor meer informatie over de herstelprocedure. 3 Maak het station los uit het chassis door de lip (1) op de stationvergrendelingsbeugel op te tillen, waarna u het station gedeeltelijk uit het compartiment schuift (2). (De stationvergrendelingsbeugel zorgt dat de stations vastzitten in hun posities in het chassis. ) Voor een tweede vaste schijf, verwijder de twee schroeven (3) en schuif het station gedeeltelijk uit het compartiment. U kan een optische schijf toevoegen in een leeg onderste optische schijfcompartiment. BELANGRIJK: Controleer, voordat u een nieuw 3 optisch station installeert, of het compatibel is met het besturingssysteem Microsoft® Windows® XP. 8 Voer de procedures uit om het voorpaneel en het zijpaneel terug te plaatsen en de computer te sluiten. Of: 8 Handleiding Upgrade en Service · Als u een geheugenmodule toevoegt, installeert u de nieuwe module in het voetje dat het dichtst bij de reeds geïnstalleerde module is gelegen. Installeer alle overige modules in de volgende vrije voetjes. Een insteekkaart verwijderen of installeren Een insteekkaart is een printplaat, zoals een PCI- of een AGP-kaart, die in een sleuf voor insteekkaarten past. De computer heeft verscheidene sleuven voor insteekkaarten, die u kunt gebruiken om onderdelen aan de computer toe te voegen. De configuratie van onderdelen kan verschillen naargelang het model. WAARSCHUWING: Overbelast het systeem niet door insteekkaarten te installeren die te veel voeding vragen. Het systeem is ontwikkeld voor het leveren van 2 ampère (gemiddeld) van +5V voor iedere kaart in de computer. De totaal benodigde voeding van +5V in een volledig belast systeem (een systeem waarin alle sleuven bezet zijn) mag het totale aantal sleuven vermenigvuldigd met 2 ampère niet overschrijden. 2 Een geheugenmodule kan slechts op één manier worden geïnstalleerd. Zorg dat de uitsparing op de module aansluit op het lipje van het geheugenvoetje (B). Duw de module voorzichtig maar stevig in het slot en zorg dat daarbij de vergrendelingen aan beide zijden vastklikken. U heeft een kruiskopschroevendraaier nodig om een insteekkaart te verwijderen, te vervangen of toe te voegen. Een insteekkaart verwijderen 1 Voer de procedures uit om de computer voor te bereiden en verwijder vervolgens het zijpaneel. Zie "De computer openen en sluiten" op pagina 1. 2 Leg de computer voorzichtig op de zijkant. [. . . ] Werp gebruikte batterijen weg volgens instructies van de fabrikant. 3 Plaats het chassis rechtop. 4 Voer de procedures uit om het zijpaneel terug te plaatsen en sluit de computer. Zie "De computer openen en sluiten" op pagina 1. OPMERKING: Mocht de nieuwe kaart niet werken, lees dan nogmaals de installatie-instructies voor de kaart en controleer alle aansluitingen, inclusief die van de kaart, de voeding, het toetsenbord en de monitor. 1 Voer de procedures uit om de computer voor te bereiden en verwijder vervolgens het zijpaneel. Zie "De computer openen en sluiten" op pagina 1. [. . . ]