Gebruiksaanwijzing SKODA AUTORADIO BEAT 11-07

[. . . ] Voorwaarde hierbij is dat de behuizing niet beschadigd is en er geen reparatiepogingen ondernomen zijn door onbevoegden. 3 A Zendertoetsen Aanwijzing Een defect in het kader van de garantie mag niet veroorzaakt zijn door een onjuiste behandeling van het systeem of door ondeskundig uitgevoerde reparatiepogingen. Bovendien mag ook geen sprake zijn van uitwendige beschadiging. 4 A Toets 5 A Toets - Snelzoeken zenders - Vooruitspoelen van de titels in de cd-modus 6 A Toets - Snelzoeken zenders 7 A 8 A 9 A 10 A 11 A 12 A Radiomodus De radio mag alleen worden bediend als de verkeerssituatie dit echt toelaat. De volume-instellingen dienen zodanig gekozen te zijn, dat geluidssignalen van buitenaf, zoals een sirene van hulpvoertuigen (politie, ambulance en brandweer), goed te horen zijn onder alle omstandigheden. [. . . ] één uur automatisch worden uitgeschakeld. Als de radio door het uit het contactslot trekken van de contactsleutel is uitgeschakeld, schakelt deze bij het opnieuw inschakelen van het contact weer in. Fader ­ Druk meermaals op de toets ; op het display wordt FAD weergegeven. 2 ­ Stel met de bedieningsknop A de gewenste waarde voor de volumeverhouding tussen voor en achter in. Audio-instellingen Lage tonen instellen ­ Druk op de toets , op het display verschijnt BASS. 2 ­ Door aan de bedieningsknop A te draaien stelt u de gewenste waarde in. Door nogmaals op de toets te drukken, of na de instelling 5 seconden te wachten, worden de ingestelde waarden opgeslagen en keert de radio naar de normale modus terug. Instelling van de speciale functies 2 ­ Druk langdurig op de bedieningsknop A om het setup-menu te activeren. 2 ­ Door de bedieningsknop A kortstondig in te drukken, kunt u de afzonderlijke functies van het menu selecteren. 2 ­ Bevestig de gewijzigde instelling door aan de bedieningsknop A te draaien. 2 ­ Door de bedieningsknop A langdurig in te drukken, of na de instelling 30 seconden te wachten, worden de waarden automatisch opgeslagen en keert het apparaat naar de normale modus terug. Hoge tonen instellen ­ Druk opnieuw op de toets , op het display wordt TRE weergegeven. 2 ­ Door aan de bedieningsknop A te draaien stelt u de gewenste waarde in. Door nogmaals op de toets te drukken, of na de instelling 5 seconden te wachten, worden de ingestelde waarden opgeslagen en keert de radio naar de normale modus terug. GALA Uw radio verhoogt automatisch het volume bij een toenemende rijsnelheid. Een hogere instelwaarde zorgt voor een sterkere toename van het volume. ON VOL Uw radio bewaart het volume dat het laatst voor de uitschakeling werd ingesteld. Als deze waarde groter is, wordt het volume na het opnieuw inschakelen van de radio verlaagd naar de waarde van de parameter ON VOL. Volumeverhouding instellen Balans ­ Door meermaals op de toets te drukken, verschijnt BAL op het display. 2 ­ Stel met de bedieningsknop A de gewenste waarde voor de volumeverhouding tussen de linker- en rechterkant in. Radio PHONE Als uw auto met een handsfreesysteem is uitgerust, kunt u de monofone weergave van de telefoongesprekken via de luidsprekers van uw auto in- of uitschakelen. AUX In- of uitschakelen van de functies van de externe audiobron. Stel de gewenste waarde in het bereik van LEV1 tot LEV3 in. Als u de waarde OFF instelt, wordt het geluid van de externe audiobron niet weergegeven. BEEP In- of uitschakelen van het toonsignaal bij het opslaan van radiozenders. CD Weergave van de titels van de cd (tracks) in een doorlopende of willekeurige volgorde. Als u PLAY selecteert, worden de titels in de normale volgorde weergegeven. [. . . ] Functie SCAN 2 ­ Druk op de bedieningsknop A om het doorzoeken van de cd te starten. Van elke titel worden de eerste 10 seconden weergegeven. ­ Om naar de normale modus terug te keren, drukt u nogmaals op de 2 bedieningsknop A. Weergave van de cd stoppen ­ Om de weergave van de cd te beëindigen en de radio te activeren, drukt u op de toets AM/FM . [. . . ]