Gebruiksaanwijzing PIONEER PDR-609

[. . . ] Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze in de toekomst nogmaals nodig heeft. Het is mogelijk dat in bepaalde landen of gebieden de uitvoering ven de netstekker en het stopkontakt verschilt van hetgeen in deze gebruiksaanwijzing is afgebeeld. De aansluitmethode en bediening zijn in dergelijke gevallen echter precies hetzelfde. Indien het apparaat voor andere doeleinden of op andere plaatsen wordt gebruikt (bijvoorbeeld langdurig gebruik in een restaurant voor zakelijke doeleinden, of gebruik in een auto of boot) en als gevolg hiervan defekt zou raken, zullen de reparaties in rekening gebracht worden, ook als het apparaat nog in de garantieperiode is. [. . . ] Bij het overbrengen van CD-tekst voor een vierde disc wordt de oudste tekstinformatie die in het geheugen is, gewist. 1 2 Plaats de CD-R of CD-RW disc waarvan u de tekst wilt bewerken. Kies de titel/naam die u wilt bewerken zoals beschreven in de stappen 1­3 van Gebruik van de CD-tekstfunctie. Neem de disc uit het apparaat of sluit de disc af. zie Een opgenomen disc afsluiten op blz. 50 wanneer u klaar bent met het maken van de gewenste opnamen en de bewerking van de disc. Als u meerdere muziekstukken van een gelijke titel wilt voorzien ­ bijv. De delen van een suite ­ kunt u de titel voor het eerste muziekstuk via de bovenstaande procedure invoeren en dan eenvoudigweg deze titel naar de andere muziekstukken kopiëren en daarna zonodig de gewenste wijzigingen erin aanbrengen. De titelklembordfunctie van de CD-recorder legt de laatste drie titels die u gekopieerd hebt in het geheugen vast (max. Wanneer u een vierde titel kopieert, wordt de oudste titel uit het geheugen gewist. 1 Ga naar het muziekstuk met de titel die u wilt kopiëren. De fade-out functie kan gebruikt worden tijdens een normale opname of synchroonopname. Wanneer u niet via een fade-out wilt stoppen, drukt u op de 7 toets. Als u de fade-out functie gebruikt tijdens het maken van een synchroonopname van alle muziekstukken, komt de synchroonfunctie te vervallen nadat de fade-out is uitgevoerd (zie blz. U kunt een willekeurige geluidsbron opnemen en de CD-recorder de muziekstukken automatisch laten nummeren. Bij het opnemen van een digitale bron (CD, MD, DAT of DCC) wordt een nieuw muziekstuknummer aangebracht wanneer op de opnamebron een nieuw muziekstuk begint. Bij het opnemen van andere bronnen wordt een nieuw muziekstuknummer aangebracht wanneer een stil gedeelte van langer dan 2 seconden wordt waargenomen in het geluid van de opnamebron. Het niveau van de passages die de CDrecorder als "stille" gedeelten interpreteert, kunt u zelf instellen (zie Instellen van de stilte-drempel hierna). Draai aan de jog-draaiknop (4 en ¢ toetsen op de afstandsbediening) totdat AUTO TRACK in het display verschijnt en druk dan op de jog-draaiknop voor ENTER. Druk op de jog-draaiknop (ENTER) om de instelling vast te leggen. Zie Controleren van de geluidsbron die wordt opgenomen (monitorfunctie) op blz. 64 om te controleren of de muziekstuknummers op de juiste plaatsen aangebracht zullen worden. [. . . ] U heeft een CD-R of CD-RW geplaatst die voor professioneel gebruik bestemd is; de disk is niet voorzien van de Consumer Use aanduiding. Oplossing Neem de bron analoog op of neem een andere bron op die wel mag worden gekopieerd. Indien u een andere bron dan een CD, MD, DVD, DAT of DCC opneemt, kunt u proberen of u het materiaal via de handmatige opnamefunctie kunt opnemen. Na een tijdje wordt SYNC­1 of SYNC ­ALL op het display getoond en komt het toestel in de synchroon opnamestandbyfunktie te staan. [. . . ]