Uitgebreide gebruiksaanwijzingen staan in de gebruikershandleiding.
[. . . ] Niet-compatibele batterijen en opladers kunnen ernstig letsel of schade aan uw camera veroorzaken. Houd u aan alle lokale regelgeving bij het verwijderen van gebruikte batterijen. Leg batterijen of camera's nooit in of op verwarmingsapparaten, zoals een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen exploderen als ze te heet worden.
Waarschuwingen
Gebruik de camera niet in de buurt van ontvlambare of explosieve gassen en vloeistoffen
Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbaar materiaal of ontvlambare of explosieve chemicalin. [. . . ] (Zie Richtgetal in "Specificaties". ) U kunt de optie voor automatisch flitsen alleen bij de externe flitser instellen voor exclusief gebruik door NX. Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de beschikbare flitseropties verschillen.
Foto's in het donker maken
De functie Anti-rode ogen gebruiken
Wanneer u op donkere plaatsen foto's maakt, kan door het flitslicht het rode-ogeneffect ontstaan. Zet in dat geval de flitseroptie op Auto + Rode ogen of Invulflits + Rode ogen.
1e gordijn, 2e gordijn
De volgende foto's zijn gemaakt van rechtuit bewegende onderwerpen bij respectievelijk de opties 1e gordijn en 2e gordijn. Bij de flitseroptie 1e gordijn is het eerste deel van de actie scherp vastgelegd, doordat onmiddellijk bij het openen van de sluiter een flits wordt afgevuurd. Bij gebruik van de optie 2e gordijn wordt de flits pas later afgevuurd, zodat in dat geval de laatste actie van het onderwerp scherp wordt vastgelegd.
55
Met behulp van de functie Anti-rode ogen kan het rode-ogeneffect worden voorkomen doordat er voorafgaand aan de hoofdflits voorflitsen worden afgevuurd. Wanneer het onderwerp tijdens de voorflitsen beweegt of zich te ver van de camera bevindt, heeft dit mogelijk geen effect.
Beweegrichting bal
Beweegrichting bal
Flits bij 1e gordijn
Flits bij 2e gordijn
Foto's in het donker maken
De flitssterkte regelen
Bij het instellen van de flitseroptie kunt u tevens de flitssterkte regelen.
Wanneer het onderwerp te dichtbij is, de ISOwaarde te hoog is of de belichtingswaarde te groot of te klein is, zal het aanpassen van de flitssterkte weinig effect hebben. Bij bepaalde opnamemodi is het niet mogelijk om de flitssterkte te regelen. Wanneer de flitssterkte door een externe flitser wordt geregeld, wordt de belichtingswaarde van de externe flitser gebruikt wanneer deze aan de camera wordt gekoppeld. Als bij gebruik van de ingebouwde flitser het onderwerp zich erg dicht bij de camera bevindt, kan een deel van de foto donker worden doordat het objectief het flitslicht blokkeert. Controleer vooraf de benodigde afstand tussen camera en onderwerp. De minimumafstand voor flitslicht kan per objectief verschillen. Ook al is de scherpstelling bij het half indrukken van de sluiterknop naar behoren, dan nog kan er niet worden afgedrukt als de scherpstelling bij het volledig indrukken van de sluiterknop niet meer correct is.
Enkelvoudige half in te drukken, houdt u op die manier de AF
Als er wordt scherpgesteld door [Sluiter]
scherpstelling vast. Terwijl u [Sluiter] half ingedrukt houdt, wordt Continu AF de scherpstelling continu op het onderwerp aangepast. U regelt de scherpstelling handmatig door aan Handm. scherpte de scherpstelring te draaien.
Met behulp van het controleniveau van [AF/MF] kan de scherpstelling handmatig worden aangepast. Wanneer er geen AF/MF-schakelaar op het objectief aanwezig is, kan de scherpstelling in de AF-modus handmatig worden geregeld als u Handm. Welke opties beschikbaar zijn, kan per objectief verschillen. Wanneer u de scherpstelling handmatig regelt, kan de foto onscherp worden als er niet nauwkeurig is scherpgesteld. Neem pas een foto nadat er nauwkeurig is scherpgesteld. (pag. 32) U kunt de AF-modus rechtstreeks instellen door op de camera op [ ] te drukken.
Aan
Hoewel AF-prioriteit is ingesteld, kan de flitser door de opnameopties Continu en Burst worden geactiveerd wanneer het beeld niet is scherpgesteld.
cherpstelgebied wijzigen
Het AF-hulplampje gebruiken
Op donkere plaatsen werkt de automatische scherpstelling beter wanneer u het AF-hulplampje inschakelt.
Het scherpstelgebied wijzigen
U kunt ook scherpe en levendige foto's maken als het scherpstelgebied relatief tot het onderwerp is verlegd.
1 Druk in de opnamemodus op [MENU].
1 Druk in de opnamemodus op [MENU]. 2 Selecteer Opname 2 ( 2) AF-gebied
een optie.
Keuze AF
60
2 Selecteer Gebruikersinstelling (
AF-lamp.
Uit Aan
1)
Het AF-hulplampje wordt niet gebruikt Het AF-hulplampje wordt ingeschakeld wanneer er onvoldoende licht is.
Er wordt op het geselecteerde gebied scherpgesteld. Alle plaatsen in het beeld Multi AF waar is scherpgesteld worden weergegeven. [. . . ] Speel video's af met de mediaspeler (Media Player Classic of Windows Media Player 11 worden aanbevolen).
Installeer QuickTime Player 7, 6 of K-Lite Codec Pack Full op Windows XP SP2 of hoger. Afhankelijk van uw computeromgeving worden video's mogelijk schokkerig afgespeeld.
Cameraspecificaties
Specificaties Beeldsensor Type Sensorformaat Totaalaantal pixels Kleurenfilter Objectief Vatting Bruikbare objectieven Beeldstabilisatie Stofverwijdering Scherm Type Type Type Formaat Resolutie Live view CMOS 23, 4 x 15, 6 mm Circa 15, 1 megapixels RGB-primairekleurenfilter Samsung NX-vatting Samsung objectieven In objectief (afhankelijk van objectief) Supersone aandrijving AMOLED 3, 0" VGA ( 640 x 480 ) 614 k beeldpunten (PenTile) Beelddekking:circa 100% Modi AF-hulplampje Sluiterknop Type Snelheid Scherpstelling Zoeker Type Resolutie Beelddekking Vergrotingsmaatstaf Eyepoint Dioptrieregeling Type Scherpstelpunt Specificaties Elektronisch (EVF) VGA (640 x 480) 921 k beeldpunten Circa 100% Circa 0, 86x (APS-C, 50 mm, -1 m-1) Ongeveer 20, 2 mm Circa -4, 0 - +2, 0 m-1 Contrast AF Selectie:1 punt (vrije selectie) Multi:normaal 15 punten, close-up 35 punten Gezichtsdetectie:C max. 10 gezichten Enkelvoudige AF, Continu AF, Tracking AF, MF Ja (groen lampje) Elektronisch gestuurde verticale spleetsluiter Auto: 1/4000 sec. - 30 sec. Handmatig: 1/4000 sec. - 30 sec. (stappen van 1/3 of 1/2 EV) Bulb (maximale duur: 8 min. )
Effectieve pixels Circa 14, 6 megapixels
115
Cameraspecificaties
Specificaties Belichting Lichtmeetsysteem TTL 247 (19 x 13) bloksegment Lichtmeting:Multi, Centrumgewogen, Spot Meetbereik:EV 0 - 18 (ISO 100 30 mm f/2. 0) Compensatie 3 EV (stappen van 1/2 of 1/3 EV) AEL-knop Auto, 100, 200, 400, 800, 1600, 3200 (stappen van 1 EV) Enkelvoudig, Continu, Burst, Zelfontspanner, Belichtingstrap (AE, WB, PW) JPEG:3 bps tot 10 foto's, modus Burst:30 bps tot 30 foto's RAW:3 bps tot 3 foto's Opnamereeks verschillende belichtingen (AEB) (3 EV), opnamereeks verschillende witbalans (3 stappen), opnamereeks fotowizard (3 modi beschikbaar) Witbalans Flitser Type Modi
Specificaties TTL automatische popupflitser Smart Flitser, Automatisch, Auto + rode-ogenonderdrukking, Invulflits, Invulflits + rodeogenonderdrukking, 1e gordijn, 2e gordijn, UIT 11 (bij ISO 100) 28 mm groothoek (35-mm equivalent) Minder dan 1/180 sec. -2 - +2 EV (stappen van 0, 5 EV) Samsung externe flitser verkrijgbaar (SEF 42A, SEF 20A) Accessoireschoen Auto, Daglicht, Bewolkt, TLlicht (W, N, D), Gloeilamp, Flitser, Aangepast, K (handmatig) Oranje/blauw/groen/ magenta (7 stappen) Standaard, Helder, Portret, Landschap, Bos, Retro, Cool, Rustig, Klassiek, Aangepast (1-3) Contrast, Scherpte, Verzadiging, Kleurtoon
116
Transportmodus
AEvergrendeling ISO-equivalent
Richtgetal Beeldhoek Dekking Sync. snelheid Flitscompensatie Externe flitser
Modi
Continu
Sync. [. . . ]