Gebruiksaanwijzing HP STORAGEWORKS 1000 MODULAR SMART ARRAY

[. . . ] HP hulpprogramma Array Configuration Gebruikershandleiding Juli 2003 (vijfde editie) Artikelnummer 239449-335 © 2003 Hewlett-Packard Development Company, L. P. Microsoft®, Windows® en Windows NT® zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Hewlett-Packard Company aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie. De informatie in deze handleiding wordt zonder garantie verleend en kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. [. . . ] Hoewel bij de vergroting van een logische schijfeenheid waarschijnlijk geen gegevens verloren gaan, biedt deze voorzorgsmaatregel extra gegevensbescherming. Klik eerst op Extend logical drive en vervolgens op Begin. Selecteer de logische schijfeenheid die u wilt vergroten en klik op Next. Typ de nieuwe grootte van de logische schijfeenheid in het veld Size (Grootte). Op dit punt (voordat u in de volgende stap op Save klikt) kunt u een andere logische schijfeenheid op dezelfde controller vergroten door de vorige stappen te herhalen. De controller kan echter slechts één logische schijfeenheid tegelijk vergroten. De volgende vergrotingen worden in de wachtrij geplaatst. Het vergroten van de logische schijfeenheid wordt gestart. U kunt de voortgang van de vergroting van de logische schijfeenheid bekijken door op het pictogram voor de desbetreffende logische schijfeenheid in het venster Configuration View te klikken. Er wordt een venster More Information (Meer informatie) weergegeven met de status van de schijfeenheid. 3-12 HP hulpprogramma Array Configuration - Gebruikershandleiding Bestaande configuratie wijzigen Migrate a logical drive (Logische schijfeenheid migreren) Met deze optie kunt u de stripegrootte (grootte van de gegevensblokken), het RAIDniveau of beide wijzigen voor een geselecteerde logische schijfeenheid. Afhankelijk van de aanvankelijke en uiteindelijke instellingen voor de stripegrootte en het RAIDniveau kan het zijn dat er ongebruikte schijfruimte in de array beschikbaar moet zijn voor de migratie. BELANGRIJK: Het migratieproces duurt ongeveer 15 minuten per gigabyte of aanzienlijk langer als de controller geen cache met batterijvoeding heeft. Tijdens de migratie kan er niet gelijktijdig een andere uitbreiding, vergroting of migratie op dezelfde controller plaatsvinden. 1. Maak een backup van de gegevens op de logische schijfeenheid. Hoewel bij migratie waarschijnlijk geen gegevens verloren gaan, biedt deze voorzorgsmaatregel extra gegevensbescherming. Klik eerst op Migrate a logical drive (Logische schijfeenheid migreren) en vervolgens op Begin. Selecteer de logische schijfeenheid en klik vervolgens op Next. Selecteer het nieuwe RAID-niveau en klik op Next. Alleen RAID-niveaus die mogelijk zijn voor deze configuratie worden weergegeven. Zo wordt RAID 5 niet weergegeven als de array slechts twee fysieke schijfeenheden heeft. Selecteer de stripegrootte en klik op Finish om de wijzigingen te accepteren. (Alleen stripegrootten die mogelijk zijn voor deze configuratie worden weergegeven. ) Op dit punt (voordat u in de volgende stap op Save klikt) kunt u een andere logische schijfeenheid op dezelfde controller migreren door de vorige stappen te herhalen. De controller kan echter slechts één logische schijfeenheid tegelijk migreren. [. . . ] Elke set pariteitsgegevens gebruikt een capaciteit die gelijk is aan die van één van de deelnemende schijven. HP hulpprogramma Array Configuration - Gebruikershandleiding A-9 Drivearrays en fouttolerantie B1 B3 P5, 6 Q7, 8 B2 P3, 4 Q5, 6 B7 P1, 2 Q3, 4 B5 B8 Q1, 2 B4 B6 P7, 8 Afbeelding A-8: Advanced Data Guarding (Geavanceerde gegevenscontrole) (RAID ADG) Deze methode is vooral nuttig wanneer gegevensverlies onaanvaardbaar is, maar de kosten ook een belangrijke factor zijn. De kans dat er gegevensverlies optreedt bij een arrayconfiguratie met RAID ADG is kleiner dan bij een configuratie met RAID 5. Voordelen · · · Hoge leesprestaties; Hoge beschikbaarheid van gegevens (er kunnen twee schijven uitvallen zonder verlies van kritieke gegevens); Er is meer schijfcapaciteit bruikbaar dan bij RAID 1+0: voor pariteitsinformatie is alleen de opslagruimte nodig die gelijk is aan twee fysieke schijfeenheden. Nadeel Het belangrijkste nadeel van RAID ADG wordt gevormd door de relatief lage schrijfprestaties (lager dan bij RAID 5), doordat twee sets pariteitsgegevens moeten worden bijgehouden. A-10 HP hulpprogramma Array Configuration - Gebruikershandleiding Drivearrays en fouttolerantie Vergelijking van RAID-methoden In tabel A-1 worden de belangrijkste kenmerken van de verschillende RAID-vormen beschreven. Aan de hand van het besluitvormingsschema in tabel A-2 kunt u bepalen welke optie het beste is voor uw situatie. Tabel A-1: Overzicht van RAID-methoden RAID 0 Alternatieve naam Bruikbare schijfruimte** Formule voor bruikbare schijfruimte Minimumaantal fysieke schijfeenheden Tolereert één fysieke-schijffout tegelijk? [. . . ]