Gebruiksaanwijzing HP PROLIANT ML110 G4 SERVER

[. . . ] HP Embedded SATA RAID Controller Gebruikershandleiding Artikelnummer: 433600-331 Eerste editie: Juni 2006 Juridische kennisgevingen © Copyright 2006 Hewlett-Packard Development Company, L. P. De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Alle garanties voor HP-producten en -services staan in de uitdrukkelijke garantiebeschrijvingen bij de desbetreffende producten. Geen enkel onderdeel van dit document mag als extra garantie worden gezien. [. . . ] U kunt een array op twee manieren opnieuw opbouwen: · · Sluit het systeem af, vervang de defecte schijfeenheid en begin met het opbouwen wanneer u het systeem opnieuw opstart. Voeg indien nodig een hotspare toe aan de array en selecteer de array voor het handmatig opbouwen. Systeem afsluiten en array opnieuw opbouwen 1. Vervang de defecte schijfeenheid door een nieuwe schijfeenheid met dezelfde of een grotere capaciteit. Wanneer de prompt wordt weergegeven POST, drukt u op Ctrl+A of op F8 om de RAID Configuration Utility te openen. Kies Array Configuration Utility (Array-configuratiehulpprogramma) in het menu. Selecteer Add/Delete Hotspares (Hotspares toevoegen/verwijderen) in het hoofdmenu van het arrayconfiguratiehulpprogramma. Wijs de nieuwe schijfeenheid toe als hotspare. Het opbouwproces wordt gestart. Alle gegevens van de werkende schijfeenheid worden gekopieerd naar de nieuwe schijfeenheid en de oorspronkelijke array wordt opnieuw gemaakt. Handmatig opnieuw opbouwen BELANGRIJK: Als een vaste schijf in de array defect raakt en de array is niet voorzien van een hotspare, moet u de hotspare toevoegen voordat u de array opnieuw kunt opbouwen. Raadpleeg "Hotspare toevoegen of verwijderen" op pagina 7. Selecteer Manage Arrays (Arrays beheren) in het hoofdmenu van het array-configuratiehulpprogramma. Selecteer in List of Arrays (Overzicht van arrays) de array die u opnieuw wilt opbouwen. Druk op Ctrl+R om het opbouwproces te starten. Array verifiëren Als u een melding ontvangt dat de gegevens niet overeenkomen tijdens het maken van de RAID 1- of een RAID 10-array met de Build-bewerking (Opbouwen), kunt u de array controleren om vast te stellen wat de oorzaak is. U kunt een array echter niet verifiëren als deze is uitgevallen. Als u de array wilt verifiëren, markeert u de array en drukt u vervolgens op Ctrl+S. Wanneer de verificatiebewerking is voltooid, wordt u op de hoogte gesteld van de gevonden fouten. RAID Configuration Utility gebruiken 8 3 Opdrachtregelprogramma gebruiken Met het opdrachtregelprogramma, HRCONF, kunt u de volgende taken uitvoeren: · · · · · logische schijfeenheden maken en verwijderen een beperkt aantal configuratie-instellingen weergeven en wijzigen herstel uitvoeren voor een uitgevallen fysieke schijfeenheid en een logische schijfeenheid die daardoor is beïnvloed, opnieuw opbouwen. vaststellen of er schijfeenheden zijn verwijderd of aangesloten de configuratie van de controller herstellen HRCONF is beschikbaar op de website van HP: http://www. hp. com/support. Het bestand staat ook bekend als de HP Embedded SATA RAID Controller Command Line Interface (HP opdrachtregelinterface voor de geïntegreerde SATA RAID Controller). De installatie-instructies worden bij het hulpprogramma geleverd. Opdrachtregelprogramma starten U start HRCONF door een van de volgende opdrachten in te voeren: Windows: c:\<install_dir*>\hrconf. exe (waarbij install_dir* de map is waar HRCONF is geïnstalleerd) Linux: /usr/StorMan/hrconf. exe Als u een overzicht van beschikbare opdrachten wilt zien, voert u HRCONF in achter de prompt. De opdrachtfuncties van het programma worden beschreven in "Opdrachtregelprogramma gebruiken" op pagina 9. Opdrachtregelprogramma gebruiken In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het opdrachtregelprogramma interactief kunt gebruiken of in de batchmodus. In de interactieve modus voert u opdrachten in achter de prompt. In de batchmodus maakt u scripts en voert u het script uit in de betreffende shell. Bijvoorbeeld: Tabel 2 Shells voor het uitvoeren van scripts Omgeving Windows Linux Batchbestand . bat . sh Script dat wordt uitgevoerd CMD. EXE sh / bash In beide modi wordt onmiddellijk een foutbericht weergegeven met `Command failed' als uw opdracht mislukt. [. . . ] De totale verzameling stripe-units van de eerste tot de laatste schijfeenheid in de array wordt een stripe genoemd. RAID-niveau selecteren en de prestaties afstellen Schijfarrays worden gebruikt om de prestaties en betrouwbaarheid te verhogen. Hoezeer de prestaties en betrouwbaarheid worden verbeterd, is afhankelijk van de toepassingen die op de server worden uitgevoerd en van het RAID-niveau dat u aan de logische schijfeenheden toewijst. Elk RAID-niveau biedt verschillende niveaus van fouttolerantie (gegevensredundantie), benutting van de capaciteit van fysieke schijfeenheden en schrijf- en leesprestaties. Verder onderscheiden de RAID-niveaus zich van elkaar met betrekking tot het minimale en maximale aantal fysieke schijfeenheden dat wordt ondersteund. Informatie over RAID 15 Neem de volgende factoren in overweging bij het selecteren van een RAID-niveau voor uw systeem. [. . . ]