Gebruiksaanwijzing HP DESKJET 6127

[. . . ] Configured by: de methode waarop de printer het IP-adres verkrijgt: DHCP, AutoIP, Manual of Unconfigured. 7. IP Address: het IP-adres van de printer. Subnet Mask: het subnetmasker van de printer. Gateway: het gateway-adres van de printer. Netwerkstatistieken file:///C|/nld/ug_ethernet_network_page_fs. html (3 of 4) [12/17/2002 12:56:24 PM] Netwerkconfiguratiepagina 10. [. . . ] LAN (Local Area Network): een snel computernetwerk waarmee apparaten worden verbonden die niet ver uit elkaar staan. MAC-adres (Media Access Control): het hardwareadres voor een apparaat op een netwerk. Het MAC-adres van de printer verschijnt op de configuratiepagina van het netwerk en op het etiket bij de ethernet-poort van de printer. Mb/s (megabits per seconde): de maateenheid voor de snelheid waarmee een ethernetnetwerk werkt. Bijvoorbeeld: 1 Mb/s is gelijk aan 1. 000. 000 bits per seconde (of 125. 000 bytes per seconde). file:///C|/nld/ug_ethernet_glossary_fs. html (1 of 2) [12/17/2002 12:56:25 PM] Ethernet-woordenlijst Netwerknaam: de naam waarmee de printer wordt aangegeven op het netwerk (ook wel bekend als de "beschrijvende naam" van de printer). De netwerknaam van de printer is item 1 op de netwerkconfiguratiepagina. Gebruik de netwerknaam om de interne webpagina van de printer te openen. Pakket: een bericht dat wordt verzonden van een apparaat naar andere apparaten op het netwerk. Protocol: een "taal" waarmee apparaten op een netwerk onderling communiceren. Een veelvoorkomend netwerkprotocol is TCP/IP. RJ-45: het type stekker aan het eind van een ethernet-kabel. Router: een apparaat voor complexe internetcommunicatie waarmee pakketten van het ene netwerk naar het andere netwerk worden gestuurd. Een router kan functioneren als een gateway tussen een LAN en het Internet. Statisch IP-adres: een IP-adres dat handmatig wordt toegewezen aan een apparaat op een netwerk. Een statisch IP-adres ligt vast totdat deze handmatig wordt gewijzigd. DHCP en AutoIP zijn alternatieve methoden voor het toewijzen van IP-adressen. Subnet: een "klein netwerk" dat functioneert als onderdeel van een groter netwerk. De printer en de computers die hier gebruik van maken, moeten zich op hetzelfde subnet bevinden. Subnetmasker: een nummer waarmee wordt aangegeven tot welk subnet een IP-adres behoort. TCP/IP (Transmission Control Protocol/Internet Protocol): het protocol voor netwerkcommunicatie gebruikt op het Internet. De ingebouwde ethernet-functie van de printer ondersteunt LAN's die gebruik maken van TCP/IP. Unicast-pakket: een pakket dat via het netwerk wordt verzonden van het ene apparaat naar het andere. file:///C|/nld/ug_ethernet_glossary_fs. html (2 of 2) [12/17/2002 12:56:25 PM] Ethernet-webpagina De interne webpagina van de printer Gebruik de interne webpagina van de printer voor het volgende: q Aanpassen van de netwerkconfiguratie Geschat inktniveau in de inktpatronen controleren Netwerkstatistieken bekijken Koppeling naar de website van HP voor ondersteuning en voor aanschaf van benodigdheden q q q Voordat u de interne webpagina gebruikt Voordat u de interne webpagina van de printer gebruikt, controleert u of de printer en de computer zijn ingeschakeld en aangesloten op het netwerk. [. . . ] Selecteer de optie Specify a printer by address in het venster Identify Printer van het installatieprogramma en klik op Next. Selecteer de optie IP Address in het venster Specify Printer van het installatieprogramma. Geef het IP-adres van de printer op in het vak IP Address en klik op OK. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. file:///C|/nld/ug_ethernet_problems_fs. html (3 of 3) [12/17/2002 12:56:29 PM] De printer terugzetten naar de standaardfabrieksconfiguratie De printer terugzetten naar de standaardfabrieksconfiguratie Wanneer de printer is geconfigureerd voor ethernet, worden de configuratie-instellingen opgeslagen in het geheugen. [. . . ]