Gebruiksaanwijzing HONEYWELL N20XX

[. . . ] Schuif de schakelaar naar AUTO of MAN om het installatiemenu te verlaten. 6 1 230V 50-60Hz 24-230V 50-60Hz 24-230V 50-60Hz Diagnose menu Schuif de schakelaar naar OFF om het diagnose menu op te roepen en houd de -toets 5 seconden ingedrukt. Het apparaat toont de gebruikersinstellingen. Houd nu tegelijk de - en -toets ingedrukt. [. . . ] Het apparaat blijft 5 minuten in deze stand staan en op het scherm kan de - of -toets: modelnummer, datumcode (WW/JJ) en softwareversie. volgende informatie opgevraagd worden met behulp van de "Geproduceerd voor en namens de divisie Environment and Combustion Controls van Honeywell Technologies Sàrl, Ecublens, Route du Bois 37, Zwitserland, door de officiële gemachtigde Honeywell International Inc. " 7 8 2 HONEYWELL NV Bourgetlaan 3 1140 Brussel Tel. : 02/728. 26. 97 42010942-007 R1 © 2005 Honeywell International Inc. Help line : 02/728. 23. 31 3 1 4 Het bedieningspaneel afnemen Het installatiemenu oproepen 1 DAY 2 Schuif de schakelaar naar OFF. Houd de -toets en de twee - en -toetsen tegelijk ingedrukt. COPY DAY OFF DATE PROG AUTO MAN OFF CM907 1. . 6 2 3 Op het scherm verschijnt de eerste parameter voor installateurs uit reeks 1 (van parameters 1 t/m 19), zoals afgebeeld. 1 3 De thermostaat instellen Installeer de thermostaat aan de hand van de afbeeldingen hiernaast in de aangegeven volgorde, en volg daarna onderstaande stappen: NB: voor gasketeltoepassingen hoeven de fabrieksinstellingen niet gewijzigd te worden (raadpleeg bij andere toepassingen het hoofdstuk `De thermostaat gebruiken voor specifieke toepassingen'). Verwijder het batterijdeksel en plaats de bij het apparaat geleverde batterijen (2 x AA LR6 alkalinebatterijen). - of -toets Druk op de om de fabrieksinstelling te wijzigen. De informatie op het scherm knippert om aan te geven dat er iets gewijzigd is. 4 Druk op de groene -toets om de wijziging te bevestigen. De informatie stopt met knipperen. 5 -toets om Druk op de naar de volgende parameter te gaan. 6 7 Druk op de 1 t/m 5). -toets om naar reeks 2 te gaan (parameters - of 2. De eerste keer worden bij het opstarten de beschikbare talen voor de gebruikersinterface weergegeven. De standaard minimumgrens van 5°C kan verhoogd worden tot 21°C om de bewoners te beschermen tegen de kou. Wat moet aangepast worden om deze functie in/uit te schakelen? De 8:OP-parameter (reeks 1) op 1 stellen. De 4:HC-parameter (reeks 2) op 1 stellen. De thermostaat gebruiken voor specifieke toepassingen De N20XX-thermostaat is een veelzijdige regelaar, waarmee uiteenlopende toepassingen aangestuurd kunnen worden. Bij de meest gebruikelijke toepassingen, zoals regeling van combi-gaswandketels of zoneventielen, hoeven de fabrieksinstellingen niet gewijzigd te worden. Bij andere toepassingen, zoals regeling van mazoutketels, moeten voor het beste resultaat de geselecteerde parameters van de thermostaat in het installatiemenu aangepast worden. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de meest gebruikte instellingen voor specifieke toepassingen: Specifieke toepassing Instellingen Cycli/uur Minimale AAN-tijd 1 4 1 1 1 Wat moet er gewijzigd worden? NB: alle onderstaande parameters vallen in reeks 2 `systeemparameters' (zie parametertabel voor installateurs). Geen wijzigingen nodig De 1:Ot-parameter op 4 stellen De 2:Cr-parameter op 3 stellen De 2:Cr-parameter op 12 stellen Geen wijzigingen nodig De 2:Cr-parameter op 12 stellen De 3:EH-parameter op 1 stellen Om te kunnen schakelen tussen de koelings- en verwarmingsstand moet parameter 4:HC in reeks 2 gewijzigd worden (0 = uitgeschakeld, 1 = ingeschakeld). U kunt dan tussen beide standen - en -toets 5 seconden ingedrukt schakelen door tegelijk de te houden, ongeacht de bedieningswijze (AUTO, MAN of OFF). Leg aan de gebruiker uit hoe er geschakeld kan worden tussen - of -toets en controleer of deze standen met behulp van de het koelingsprogramma aangepast is zoals vereist. Automatische zomer/wintertijdaanpassing Temperatuurcompensatie De 3:tC-parameter (reeks 1) op 1 stellen. [. . . ] Leg aan de gebruiker uit hoe er geschakeld kan worden tussen - of -toets en controleer of deze standen met behulp van de het koelingsprogramma aangepast is zoals vereist. Automatische zomer/wintertijdaanpassing Temperatuurcompensatie De 3:tC-parameter (reeks 1) op 1 stellen. De 12:tO-parameter (reeks 1) op de gewenste compensatiewaarde stellen. VERWARMING Gasketel (<30kW) Mazoutketel Thermische motor Zoneventiel Elektrische verwarming (weerstandsbelasting <8A) 6 3 12 6 12 Maximum-/ mininimumgrens temperatuur De 6:uL-parameter (reeks 1) op de gewenste maximumgrens stellen. De 7:LL-parameter (reeks 1) op de gewenste minimumgrens stellen. AIRCONDITIONING Optionele onderdelen Onderdelen Buitentemperatuurvoeler Omschrijving Er kan een buitentemperatuurvoeler aangesloten worden op de thermostaat, waarna de gebruiker op de -toets kan drukken om de buitentemperatuur weer te geven op het scherm. Hoe kan ik deze functie gebruiken? 1. [. . . ]