Gebruiksaanwijzing HAUCK DRIVE SUN

[. . . ] WAARSCHUWING: Gebruik de kruisgordel steeds in combinatie met de bekkengordel. WAARSCHUWING: Deze zitunit is niet geschikt voor kinderen van minder dan 6 maanden. wAARSCHUWING: Aan de duwstang bevestigde lasten belemmeren de stabiliteit van de wagen. WAARSCHUWING: Gebruik steeds de blokkeerrem, wanneer u de kinderwagen parkeert. [. . . ] 2a, 2b) Om de kinderwagen open te vouwen, kantelt u de wagen naar voren en drukt u beide dwarse stangen (bovenaan en onderaan) aan de achterzijde van de kinderwagen naar onder, tot deze veilig vergrendeld zijn. 3a, 3b, 3c) Breng de beide voorwielen op de aan het onderstel te monteren positie aan (afb. Zorg ervoor, dat de voorwielen correct vergrendelen, en daardoor niet meer onopzettelijk kunnen loskomen. Om een wiel te wisselen, legt u de compleet gemonteerde kinderwagen op de vloer en drukt u op de metalen stift (3b) aan het wielframe en trekt u het wiel af van het onderstel (3c). Om de zwenkbeweging van het wiel toe te laten, dient u de voorwielblokkering in de onderste positie te brengen. 5) Trap de linker en de rechter achterwielrem naar onder, om de achterwielen te blokkeren en probeer om de kinderwagen voort te duwen, om te vrijwaren, dat de remmen goed zijn geblokkeerd. Let op: Druk steeds op beide remmen wanneer u de kinderwagen parkeert 6. 6a, 6b) Om de rugleuning van het zitje te ontgrendelen en in de rustpositie te verstellen, maakt u de drukknoppen links en rechts aan de achterzijde los en opent u de zijdelingse ritssluiting volledig. Om de rugleuning weer in zitpositie te regelen, sluit u de ritssluiting en de drukknoppen. 7) Om de kap te gebruiken, klapt u deze naar voren en bevestigt u de kap aan beide zijden met de klittenbandsluitingen. Wanneer de kap niet wordt gebruikt, vouwt u ze gewoon terug. Trek de eerste veiligheidsvergrendeling met uw voet naar boven. Trek de tweede veiligheidsvergrendeling met uw hand naar boven en druk dan de duwstang naar voren om de kinderwagen samen te vouwen. 9): Zet het kind in het zitje en doe het de schoudergordels en de bekkengordel om, sluit de gesp van de kruisgordel (de gordel, die tussen de beentjes van het kind wordt doorgeleid). Stel de lengte van de gordels passend in voor uw kind. Overtuig er u steeds van, dat de gordelriempjes niet verdraaid zijn en niet aan het onderstel van de kinderwagen zijn vastgehaakt. Controleer de correcte instelling telkens, wanneer u het kind in het zitje zet. om de gordels los te maken drukt u op de gordelgesp en opent u deze. Aanpassing van het gordelsysteem: Schuif beide sluitingen (B) in de gordelgesp (A) en zorg ervoor, dat beide knoppen met een klik vergrendelen. (C) aan de sluitingen zijn bevestigd (B). Elk gordelriempje bezit een eigen instelinrichting, om de lengte individueel te kunnen instellen (D). om het gordelsysteem los te maken drukt u op de knoppen. [. . . ] De bekleding dient aan de lucht te worden gedroogd maar daarbij niet aan hevige zonnestraling te worden blootgesteld. Droog de bekleding niet in de wasdroger, omdat zij anders krimpt. Breng de bekleding eerst weer aan op het onderstel, wanneer deze volledig droog zijn. Reinigen van het onderstel Wis de kinderwagen droog met een zachte doek na de reiniging of na gebruik bij regen of sneeuw. [. . . ]