Gebruiksaanwijzing DOLMAR M-352.4

[. . . ] OPMERKING: Bij een OPMERKING vindt u nuttige informatie om het gebruik van de machine makkelijker of duidelijker te maken. Raak de machine niet aan wanneer deze warm is. Controleer het oliepeil voordat u de machine start. [. . . ] Verwijder de overloopdop en vul water bij totdat het pomphuis volledig met water is gevuld. LET OP: Als de pomp wordt gestart zonder dat er water in het pomphuis zit, kan de mechanische afdichting worden beschadigd. OPMERKING: Zorg dat de pomp op een stevige ondergrond en zo dicht mogelijk bij de waterbron staat. Hoe hoger de aanzuigopening is, hoe meer tijd er nodig is voor het aanzuigen en hoe geringer de opbrengst is. GEBRUIK LET OP: Bij het verlaten van de fabriek is deze waterpomp niet gevuld met motorolie. De waterpomp wordt beschadigd als u deze niet met olie vult. Wees voorzichtig met waterslag Wees voorzichtig dat er geen voertuig over de uitlaatslang rijdt. Sluit ook niet plotseling de uitlaatkraan, want dan kan er waterslag optreden wat kan resulteren in ernstige beschadiging van de pomp. Steek niet uw hand of een voorwerp in de aanzuig- of uitlaatopening wanneer de pomp in gebruik is. Aftappen van water na gebruik Het water in het pomphuis kan in de winter bevriezen, wat kan resulteren in ernstige beschadigingen. Tap na gebruik en voordat u de motor opbergt het water af via de aftapopening die aan de onderkant van de pomp zit. Motor start niet (Raadpleeg de handleiding van de motor) Rotor zit vast (Demonteren en schoonmaken) Pompopbrengst is gering. Binnendringen van lucht aan de aanzuigkant (Controleer slangen aan de aanzuigkant) Laag motorvermogen (Repareren) Mechanische afdichting is defect (Vervang mechanische afdichting) Te hoge zuighoogte (Verlagen) Dunne of lange slang of knik in de slang (Dikke of korte slang gebruiken of slang recht leggen) Lekkage van water uit het waterkanaal (Lekkage stoppen) Rotor verstopt met verontreinigingen (Demonteren en schoonmaken) Slijtage van rotor (Vervang rotor) Geen aanzuiging van pomp. Binnendringen van lucht aan de aanzuigkant (Controleer slangen aan de aanzuigkant) Onvoldoende pompwater in het pomphuis (Volledig vol maken) Aftapkraan niet volledig dichtgedraaid (2 pluggen zorgvuldig dichtdraaien) Motor draait niet goed (Repareer motor) Binnendringen van lucht via de mechanische afdichting (Vervang mechanische afdichting) Verwijder de bougie, houd het metalen gedeelte tegen de cilinderkop en kijk of de bougie vonkt. Als er geen vonken overspringen tussen de bougie-elektroden, moet de bougie worden vervangen. Springen er nog steeds geen vonken over, laat dan een officiële werkplaats de motor nakijken. Als de compressie laag is, controleer dan of de bougies en andere onderdelen stevig gemonteerd zijn en draai ze indien nodig opnieuw vast. Als de compressie nog steeds laag is, laat dan een officiële werkplaats de motor nakijken. [. . . ] Als er brandstof wordt gemorst, moet u deze zorgvuldig opvegen en wachten totdat alle brandstof is opgedroogd voordat u de motor start. VOORKOMEN VAN BRAND Rook niet en houd open vuur uit de buurt tijdens het gebruik van de motor. Gebruik de motor niet in de buurt van droge takken, doeken of andere brandbare materialen. [. . . ]