Gebruiksaanwijzing CANON REMOTE

[. . . ] Remote UI-gids BELANGRIJK: Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u de printer gebruikt. Bewaar deze handleiding voor toekomstig gebruik. HOL Remote UI-gids Indeling van deze handleiding Hoofdstuk 1 Voordat u begint Hoofdstuk 2 Verschillende functies van Gebruikers interface op afstand Hoofdstuk 3 Bijlage Opmerking Als u de handleidingen wilt weergeven in PDF-indeling, hebt u Adobe Reader/ Adobe Acrobat Reader nodig. Als Adobe Reader/Adobe Acrobat Reader niet op uw systeem is geïnstalleerd, kunt u dit downloaden op de website van Adobe Systems Incorporated. · Al het mogelijke is gedaan om ervoor te zorgen dat deze handleiding geen onnauwkeurigheden en weglatingen bevat. Voor een exacte specificatie · De GIF-afbeeldingen van Gebruikers interface op afstand zijn gemaakt met Photoshop van Adobe Systems Incorporated. kunt u echter het beste contact met Canon opnemen omdat we onze producten voortdurend verbeteren. Inhoud Voorwoord . [. . . ] Zie "Een sleutel en een certificaat maken/registreren/wijzigen" op p. 3-4 voor meer informatie. g [Job Log Display] (Taaklogboeken weergeven) (Of deze optie wordt weergegeven is afhankelijk van het printermodel dat u gebruikt. ) Hiermee geeft u informatie weer over de weergaveinstellingen voor taaklogboeken. Klik in de rechterbovenhoek op [Change] (Wijzigen) om de pagina weer te geven waarop u de weergaveinstellingen voor taaklogboeken kunt wijzigen. U kunt de weergave-instellingen voor taaklogboeken alleen wijzigen wanneer u zich hebt aangemeld in Administrator Mode (Beheerdersmodus). Zie "De weergaveinstellingen voor taaklogboeken wijzigen" op p. 3-22 voor meer informatie. Printerstatus weergeven/beheren (Device Manager (Apparaatbeheer)) 2-13 Beschikbaarheid van de optionele accessoires controleren (pagina [Features] (Functies)) Hier wordt informatie weergegeven over de beschikbaarheid van de optionele accessoires, de capaciteit van het RAM-geheugen en het totaalaantal afgedrukte pagina's. 2 Verschillende functies van Gebruikers interface op afstand 2-14 Printerstatus weergeven/beheren (Device Manager (Apparaatbeheer)) Netwerkinstellingen weergeven/wijzigen (pagina [Network] (Netwerk)) Hier kunt u de netwerkinstellingen controleren. Als u zich hebt aangemeld in Administrator Mode (Beheerdersmodus), kunt u onder andere de netwerkinstellingen wijzigen. 2 Verschillende functies van Gebruikers interface op afstand Printerstatus weergeven/beheren (Device Manager (Apparaatbeheer)) 2-15 a[Network Interface] (Netwerkinterface) Hier wordt informatie over de netwerkinterface weergegeven. b [Ethernet Driver Setting] (Instellingen Ethernet-stuurprogramma) U kunt de pagina weergeven waarop u de instellingen voor het Ethernet-stuurprogramma kunt wijzigen. U kunt de instellingen voor het Ethernet-stuurprogramma alleen wijzigen wanneer u zich hebt aangemeld in Administrator Mode (Beheerdersmodus). c [Show Parameter List] (Parameterlijst weergeven) Hiermee wordt de pagina [Parameter List] (Parameterlijst) van de printer weergegeven. U kunt tevens de netwerkinstellingen initialiseren door op de pagina [Parameter List] (Parameterlijst) op [Initialize Network Settings] (Netwerkinstellingen initialiseren) te klikken. Wanneer u de netwerkinstellingen initialiseert, worden de standaardinstellingen hersteld. U kunt de netwerkinstellingen alleen initialiseren wanneer u zich hebt aangemeld in Administrator Mode (Beheerdersmodus). 2 Verschillende functies van Gebruikers interface op afstand BELANGRIJK Zorg ervoor dat de printer niet actief is wanneer u de netwerkinstellingen initialiseert. Als u de netwerkinstellingen initialiseert terwijl er wordt afgedrukt of gegevens worden ontvangen, worden de ontvangen gegevens mogelijk niet juist afgedrukt, kan er papier vastlopen of wordt de printer mogelijk beschadigd. d [Print Protocol] (Afdrukprotocol) Hier worden de instellingen voor het afdrukprotocol weergegeven. Klik voor elk protocol op [Change] (Wijzigen) om de pagina weer te geven waarop u de protocolinstellingen kunt wijzigen. U kunt de protocolinstellingen alleen wijzigen wanneer u zich hebt aangemeld in Administrator Mode (Beheerdersmodus). Raadpleeg de Netwerkgids voor meer informatie. e [Management Protocol] (Beheerprotocol) Hier worden de SNMP-instellingen weergegeven. Klik op [Change] (Wijzigen) om de pagina weer te geven waarop u de SNMP-instellingen kunt wijzigen. U kunt de SNMP-instellingen alleen wijzigen wanneer u zich hebt aangemeld in Administrator Mode (Beheerdersmodus). Raadpleeg de Netwerkgids voor meer informatie. OPMERKING Als [SNMP] is ingesteld op [Off] (Uit), kunt u vanuit een hulpprogramma waarin SNMP wordt gebruikt om informatie op te halen mogelijk niet elke optie voor deze printer instellen of weergeven. Neem voordat u [SNMP] instelt op [Off] (Uit) contact op met de beheerder. f [Spooler] (Uitsluitend weergegeven als er een optionele vaste schijf is geïnstalleerd. ) Hier wordt de spoolerinstelling weergegeven. Klik in de rechterbovenhoek op [Change] (Wijzigen) om de pagina weer te geven waarop u de spoolerinstelling kunt wijzigen. [. . . ] · Als [SSL] in [Change Remote UI Setting] (Instelling Gebruikers interface op afstand wijzigen) op [On] (Aan) staat, of als [SSL] voor IPP-afdrukken in [Change TCP/IP Settings] (TCP/IP-instellingen wijzigen) op [On] (Aan) staat, wordt de knop [Set this key as the Default Key] (Deze sleutel als standaardsleutel instellen) niet weergegeven om te voorkomen dat de instellingen van de gebruikte sleutel worden gewijzigd. · Als u een sleutel als standaardsleutel wilt opgeven, geeft u [Off] (Uit) op voor de bovenstaande opties voor u de sleutel als standaardsleutel instelt. 2 Klik op [OK] als dit bericht wordt weergegeven. De geselecteerde sleutel wordt als standaardsleutel opgegeven. Een sleutel en een certificaat maken/registreren/wijzigen 3-17 Een certificaat bekijken 1 Klik op . 3 Bijlage OPMERKING wordt uitsluitend weergegeven als er een certificaat werd uitgegeven voor de gemaakte sleutel. 3-18 Een sleutel en een certificaat maken/registreren/wijzigen 2 Klik op [Back] (Terug) nadat u de inhoud van het certificaat hebt bevestigd. 3 Bijlage De pagina [Key and Certificate] (Sleutel en certificaat) verschijnt opnieuw Een sleutel en een certificaat maken/registreren/wijzigen 3-19 Een sleutel en zijn certificaat verwijderen 1 Klik op [Erase] (Wissen) voor de sleutel en het certificaat die u wenst te verwijderen. 3 Bijlage OPMERKING · [Erase] (Wissen) wordt uitsluitend weergegeven als de sleutel niet als standaardsleutel is opgegeven. · Als [SSL] in [Change Remote UI Setting] (Instelling Gebruikers interface op afstand wijzigen) op [On] (Aan) staat, of als [SSL] voor IPP-afdrukken in [Change TCP/IP Settings] (TCP/IP-instellingen wijzigen) op [On] (Aan) staat, wordt de knop [Erase] (Wissen) niet weergegeven om te voorkomen dat de gebruikte sleutel wordt verwijderd. · Als u een sleutel en zijn certificaat wilt verwijderen, geeft u [Off] (Uit) op voor de bovenstaande opties voor u de sleutel en het certificaat verwijdert. 2 Klik op [OK] als dit bericht wordt weergegeven. De geselecteerde sleutel en het certificaat zijn verwijderd. 3-20 Een sleutel en een certificaat maken/registreren/wijzigen Een op de printer geïnstalleerd sleutel-/certificaatbestand verwijderen 1 Klik op [Erase] (Wissen) voor het sleutel-/certificaatbestand dat u wenst te verwijderen. 3 Bijlage 2 Klik op [OK] als dit bericht wordt weergegeven. Het geïnstalleerde sleutel-/certificaatbestand dat u selecteerde, is verwijderd. Een sleutel en een certificaat maken/registreren/wijzigen 3-21 De weergaveinstellingen voor taaklogboeken wijzigen U kunt de pagina [Job Log Display] (Taaklogboeken weergeven) openen waarin u de weergave-instellingen voor taaklogboeken kunt wijzigen door te klikken op [Change] (Wijzigen) bij [Job Log Display] (Taaklogboeken weergeven) op de pagina [Information] (Informatie). 3 Bijlage BELANGRIJK · Of u weergave-instellingen voor taaklogboeken kunt opgeven, is afhankelijk van het printermodel dat u gebruikt. [. . . ]