Gebruiksaanwijzing CANON POWERSHOT G10

[. . . ] NEDERLANDS Gebruikershandleiding Introductiehandleiding Lees de veiligheidsvoorschriften op (pp. 9 De inhoud van het pakket controleren In het pakket zitten de volgende artikelen. Als er iets ontbreekt, neemt u contact op met de winkel waar u het product hebt gekocht. a Camera b Batterij NB-7L (met kapje) c Batterijlader CB-2LZ/CB-2LZE d Interfacekabel IFC-400PCU e AV-kabel AVC-DC300 f Draagriem NS-DC8 g Cd Canon Digital Camera Solution Disk h Canon garantiesysteemboekje i Gebruikershandleidingen · Introductiehandleiding · Cd Canon Digital Camera Manuals Disk Een geheugenkaart wordt niet meegeleverd. · U hebt Adobe Reader nodig om de PDF-handleidingen te kunnen lezen. [. . . ] Gebruik de knop of om de laatste afbeelding te selecteren in de reeks die u wilt categoriseren. · Het is niet mogelijk een afbeelding met een lager nummer dan de eerste afbeelding te selecteren als de laatste afbeelding. · U kunt maximaal 500 beelden selecteren. 5 Selecteer een categorie. 1. Gebruik de knop of categorie te selecteren. 6 Configureer de instellingen. 1. Druk op de knop om [Selecteer] . · U keert terug naar het scherm met de selectiemethode. · Als u [Niet select. ] selecteert, wordt het categoriseren van de geselecteerde reeks, geannuleerd. 168 Een deel van een afbeelding bijsnijden U kunt een deel van een opgeslagen afbeelding bijsnijden en dit opslaan als een nieuw afbeeldingsbestand. 1 Selecteer [Trimmen]. 1. Gebruik in het menu de knop of om te selecteren. Druk op de knop . 2 Selecteer een beeld. 1. Gebruik de knop of om een afbeelding te selecteren die u wilt bijsnijden. Druk op de knop . Snijkader · Het snijkader (het gebied van de afbeelding dat kan worden bijgesneden) wordt groen weergegeven. Afbeelding na bijsnijden 169 3 · U kunt de grootte van het snijkader met de zoomknop wijzigen. De resolutie van het opgeslagen beeld varieert echter en is afhankelijk van de grootte van de bijgesneden afbeelding. · U kunt de positie van het snijkader wijzigen met de knop , , of . om de verticale/horizontale stand van het snijkader te wijzigen. · Als er een gezicht wordt gedetecteerd, verschijnt er een grijs kader rond het gezicht dat wordt weergegeven in het scherm linksboven. U kunt rond dit grijze kader bijsnijden. Als er meerdere kaders worden weergegeven, kunt u met de instelknop schakelen tussen kaders. Het snijkader aanpassen Resolutie na bijsnijden Weergeven en wissen 4 Sla het beeld op. 1. om [OK] · De bijgesneden afbeelding wordt in een nieuw bestand opgeslagen. · Als u wilt doorgaan met het bijsnijden van een andere afbeelding, herhaalt u de bewerkingen vanaf stap 2. 5 Geef de opgeslagen foto weer. 1. om [Ja] · Kies [Nee] om terug te gaan naar het menu afspelen. 170 , , of beelden en afbeeldingen die zijn vastgelegd in , kunnen niet worden bijgesneden. Bepaalde beelden die met een andere camera zijn opgenomen, kunnen niet worden bijgesneden. De hoogte-breedteverhouding voor afbeeldingen die kunnen worden bijgesneden, wordt vastgelegd op 4:3 (of 3:4 als de stand van het beeld verticaal is). De resolutie van een bijgesneden afbeelding is minder dan voor het bijsnijden. 171 Films bekijken 1 Geef een film weer. 1. [. . . ] 140) Aantal opnamepixels (foto's) (p. 134, 136) Standaardbelichting in handmatige modus (p. 130) Normaal Macro 640 × 480, 30 fps 320 × 240, 30 fps L/M1/M2/M3/S/W RAW Gem. centrum meeting Spot ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ 6) ­ ­ 7) ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ 294 Functies beschikbaar in elke opnamemodus ­ 2) ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ 5) ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ 4) ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ Functies beschikbaar in elke opnamemodus Opnamemethode 295 Functie AF kader afm. [. . . ]