Gebruiksaanwijzing CANON NETWORK

[. . . ] Netwerkgids BELANGRIJK: Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u de printer gebruikt. Bewaar deze handleiding voor toekomstig gebruik. HOL Netwerkgids Indeling van deze handleiding Hoofdstuk 1 Voordat u begint Hoofdstuk 2 Algemene netwerkinstellingen Hoofdstuk 3 De printer in een TCP/IP-netwerk gebruiken (Windows/UNIX) Hoofdstuk 4 De printer in een NetWare-netwerk gebruiken (Windows) Hoofdstuk 5 De printer in een SMB-netwerk gebruiken (Windows) Hoofdstuk 6 De printer in een AppleTalk-netwerk gebruiken (Macintosh) Hoofdstuk 7 Problemen oplossen Hoofdstuk 8 Bijlage Een overzicht van de netwerkinstellingen en andere items. Opmerking Als u de handleidingen wilt weergeven in PDF-indeling, hebt u Adobe Reader/ Adobe Acrobat Reader nodig. Als Adobe Reader/Adobe Acrobat Reader niet op uw systeem is geïnstalleerd, kunt u dit downloaden op de website van Adobe Systems Incorporated. · Al het mogelijke is gedaan om ervoor te zorgen dat deze handleiding geen onnauwkeurigheden en weglatingen bevat. Voor een exacte specificatie kunt u echter het beste contact met Canon opnemen omdat we onze producten voortdurend verbeteren. Inhoud Voorwoord . [. . . ] · Zelfs als er een sleutel en een certificaat werd gemaakt, kunt u [SSL] voor IPP-afdrukken niet op [On] (Aan) zetten als de sleutel niet als standaardsleutel is geregistreerd. Zie 'Remote UI-gids' (pdf-handleiding) voor meer informatie over de SSL-gecodeerde verbinding en de procedure om de standaardsleutel in te stellen. 8 Klik op [Diskette] en geef de map op het cd-romstation op die het printerstuurprogramma bevat. 3-66 Computer configureren waarmee afdruktaken worden verwerkt 9 Als u de functie voor IPP-verificatie gebruikt (Zie 'Protocolinstellingen voor de printer' op p. 3-11) en u wordt gevraagd het wachtwoord op te geven, geeft u de gebruikersnaam en het wachtwoord op en klikt u vervolgens op [OK]. 10 Voltooi de installatie door de instructies op het scherm te volgen. BELANGRIJK Om Canon LPR2 te gebruiken, moet het zijn geïnstalleerd. Wanneer u Canon LPR2* installeert, selecteert u [Canon LPR 2. 0] bij [Beschikbare poorttypen]. Raadpleeg het PDF-bestand met de gebruikershandleiding voor Canon LPR2* op de bijgeleverde cd-rom voor meer informatie. * Canon LPR2 kan uitsluitend worden gebruikt met LBP5960/5360/3460/3360. 3 De printer in een TCP/IP-netwerk gebruiken (Windows/UNIX) De installatie van het printerstuurprogramma en het instellen van de poort zijn voltooid. Voor Windows Vista 1 Bevestig de instellingen voor [Receive/Print Range Setting] (Bereikinstellingen ontvangen/afdrukken). Controleer of er via het IP-adres voor het installeren van het printerstuurprogramma kan worden afgedrukt wanneer [Enable Reject Address] (Adres weigeren inschakelen) of [Enable Permit Address] (Adres toestaan inschakelen) is opgegeven. (Zie 'Het aantal gebruikers beperken die kunnen afdrukken of printerinstellingen kunnen opgeven via IP-adressen' op p. 3-89) BELANGRIJK · U kunt geen IP-adres gebruiken om een printerstuurprogramma te installeren waarmee alleen kan worden afgedrukt in [Enable Reject Address] (Adres weigeren inschakelen) of [Enable Permit Address] (Adres toestaan inschakelen) bij [Receive/ Print Range Setting] (Bereikinstellingen ontvangen/afdrukken). · Als met het IP-adres van de computer waarop het stuurprogramma is geïnstalleerd alleen kan worden afgedrukt in [Enable Reject Address] (Adres weigeren inschakelen) of [Enable Permit Address] (Adres toestaan inschakelen) [Receive/ Print Range Setting] (Bereikinstellingen ontvangen/afdrukken), kunt u niet afdrukken vanaf de computer. Computer configureren waarmee afdruktaken worden verwerkt 3-67 2 3 4 3 De printer in een TCP/IP-netwerk gebruiken (Windows/UNIX) Selecteer in het menu [Start] de optie [Configuratiescherm] en klik op [Printer] om de map [Printers] weer te geven. Klik op [Netwerkprinter, draadloze printer of Bluetooth-printer toevoegen]. 5 Klik op [De printer die ik wil gebruiken, staat niet in de lijst. ]. 3-68 Computer configureren waarmee afdruktaken worden verwerkt 6 Selecteer [Een gedeelde printer op naam selecteren], geef de volgende URL op en klik op [Volgende]. http://<het IP-adres of de naam van de printer>/ipp Als u de via IPP wilt afdrukken met behulp van een SSL-gecodeerde verbinding, voert u 'https://<the IP address or name of the printer>' in. 3 De printer in een TCP/IP-netwerk gebruiken (Windows/UNIX) BELANGRIJK · U kunt IPPS uitsluitend gebruiken als [SSL] voor IPP-afdrukken in [Change TCP/ IP-settings] (TCP/IP-instellingen wijzigen) op [On] (Aan) staat. Zie 'Protocolinstellingen voor de printer' op p. 3-11 voor meer informatie over de procedure voor het instellen van IPP. · Zelfs als er een sleutel en een certificaat werd gemaakt, kunt u [SSL] voor IPP-afdrukken niet op [On] (Aan) zetten als de sleutel niet als standaardsleutel is geregistreerd. Zie 'Remote UI-gids' (PDF-handleiding) voor meer informatie over de SSL-gecodeerde verbinding en de procedure om de standaardsleutel in te stellen. Computer configureren waarmee afdruktaken worden verwerkt 3-69 7 Klik op [Diskette] en geef de map op het cd-romstation op die het printerstuurprogramma bevat. 3 De printer in een TCP/IP-netwerk gebruiken (Windows/UNIX) 8 Als u de functie voor IPP-verificatie gebruikt 'Protocolinstellingen voor de printer' (Zie p. 3-11) en u wordt gevraagd het wachtwoord op te geven, geeft u de gebruikersnaam en het wachtwoord op en klikt u vervolgens op [OK]. Voltooi de installatie door de instructies op het scherm te volgen. 9 De installatie van het printerstuurprogramma en het instellen van de poort zijn voltooid. 3-70 Computer configureren waarmee afdruktaken worden verwerkt De printer aansluiten (WSD) In dit gedeelte wordt de procedure voor afdrukken met WSD en Windows Vista beschreven. Als u tijdens de procedure een bewerking moet bevestigen, voert u de gebruikersnaam en het wachtwoord in. Voor meer informatie kunt u terecht bij andere gebruiksaanwijzingen zoals de handleiding bij Windows Vista. BELANGRIJK · WSD-afdrukken kan worden gebruikt met andere printermodellen dan LBP5960/5360/ 3460/3360. · WSD-afdrukken ondersteunt niet IP v. 6. 3 De printer in een TCP/IP-netwerk gebruiken (Windows/UNIX) 1 Bevestig de instellingen voor [Receive/Print Range Setting] (Bereikinstellingen ontvangen/afdrukken). Controleer of het IP-adres van de computer waarop het printerstuurprogramma wordt geïnstalleerd, niet wordt geweigerd bij het afdrukken. (Zie 'Het aantal gebruikers beperken die kunnen afdrukken of printerinstellingen kunnen opgeven via IP-adressen' op p. 3-89) BELANGRIJK · U kunt het printerstuurprogramma niet installeren als u een IP-adres gebruikt dat wordt geweigerd bij het afdrukken. · Als het IP-adres van de computer waarop het stuurprogramma is geïnstalleerd, wordt geweigerd bij het afdrukken in [Receive/Print Range Setting] (Bereikinstellingen ontvangen/afdrukken), kunt u niet afdrukken vanaf de computer. 2 Installeer het printerstuurprogramma. Als u het printerstuurprogramma wilt installeren met [Windows Explorer] Klik in [Windows Explorer] met de rechtermuisknop op het pictogram voor printer die u wilt gebruiken en selecteer [Installeren]. Als u het printerstuurprogramma wilt installeren met de wizard Printer toevoegen Start de wizard Printer toevoegen en selecteer de netwerkprinter. Computer configureren waarmee afdruktaken worden verwerkt 3-71 Printerbeheer Deze printer biedt u de mogelijkheid om met uw computer in een netwerkomgeving met behulp van de volgende software de printer te beheren. [. . . ] O: Instelbaar -: niet instelbaar Webbrowser (Gebruikers FTP Client interface op afstand) O O* O* NetSpot Device Installer Het ARP/ bedienings PING-opdrac paneel van ht de printer O O Instelling De interface configureren (Zie p. 2-2) De communicatieomgeving configureren (Zie p. 2-6) De TCP/ IP-protocolinstellingen voorbereiden (Zie p. 3-2) TCP/IP-protocolinstellingen (Zie p. [. . . ]