Gebruiksaanwijzing CANON LBP5200

[. . . ] Laserprinter Gebruikershandleiding HOL LBP5200 Laserprinter Gebruikershandleiding Handleidingen voor de printer De instructiehandleidingen voor deze printer zijn als volgt ingedeeld. Lees de hoofdstukken die voor u relevant zijn, zodat u de printer ten volle kunt benutten. CD-ROM Handleidingen die worden aangeduid met dit symbool, zijn PDF-handleidingen die u kunt vinden op de begeleidende CD-ROM. · Installeren · Aansluiten op de computer · Voorbereidingen treffen voor het printen · Eenvoudige bedieningshandelingen · Problemen oplossen Handleiding Aan de slag Gebruikershandleiding (deze handleiding) CD-ROM CD-ROM · Om de handleiding in de . pdf-indeling te bekijken hebt u Adobe Reader/Adobe Acrobat Reader nodig. Als deze software nog niet op uw systeem is · De afbeelding van de printer op de voorzijde kan enigszins afwijken van uw printer. geïnstalleerd, kunt u deze downloaden van de website van Adobe Systems Incorporated. Indeling van deze handleiding Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 6 Hoofdstuk 7 Hoofdstuk 8 Voordat u deze printer in gebruik neemt Papier inleggen en opvangen De afdrukomgeving instellen Een document afdrukken Geregeld onderhoud Als optie verkrijgbare accessoires Het oplossen van problemen Bijlage Al het mogelijke is gedaan om ervoor te zorgen dat er geen onnauwkeurigheden in deze handleiding staan en er geen informatie ontbreekt. Maar wij brengen voortdurend verbeteringen aan in onze producten en daarom verzoeken wij u contact op te nemen met Canon als u de laatste actuele specificaties nodig hebt. Inhoudsopgave Inleiding . [. . . ] Voer waarden in voor de X- en de Y-as tussen -50 en 50. Hiermee kunt u de hoek van het watermerk in het document opgeven. Voer de naam van het watermerk in die zal worden weergegeven in de lijst [Watermerk] op het tabblad [Pagina-indeling]. Voer de tekst in die als watermerk moet worden afgedrukt. Selecteer het lettertype dat moet worden gebruikt voor het watermark (alleen True Type-lettertypen). Selecteer de tekenstijl voor het watermerk. Selecteer de tekengrootte voor het watermerk. Geef op of het watermerk moet worden voorzien van een rand rondom. Selecteer het watermerktype, u kunt kiezen uit [Doorzichtig] of [Ondoorzichtig]. Schakel dit vakje in als u het watermerk alleen op de eerste pagina van het document wilt afdrukken. [Hoek]: [Naam]: [Tekst]: [Lettertype]: [Stijl]: [Grootte]: [Kleur]: [Watermerkrand]: [Watermerktype]: [Alleen op eerste pagina]: OPMERKING · Klik op [Toevoegen] als u een nieuw watermerk wilt maken. · U kunt de standaard-watermerken niet wijzigen. Werken met de afdrukfuncties 4-47 Een document afdrukken 4 Controleer de instellingen en klik op [OK]. Het tabblad [Pagina-indeling] verschijnt weer. Aangepast Papier opgeven (Niet-standaard papier) U kunt instellingen maken voor aangepaste papierformaten. OPMERKING Open het volgende dialoogvenster als u een aangepast papierformaat wilt opgeven. - Voor Windows 2000/XP/Server 2003 Open het dialoogvenster [Eigenschappen voor server] in de map [Printers en faxapparaten] (de map [Printers] in Windows 2000). - Voor Windows 98/Me Open het dialoogvenster [Eigenschappen voor printer] in de map [Printers]. 4 Een document afdrukken Voor Windows 98/Me 1 Ga naar het tabblad [Pagina-indeling] en klik op [Aangepast papierformaat]. 4-48 Werken met de afdrukfuncties Het dialoogvenster [Instellingen aangepast papierformaat] wordt weergegeven. 2 Geef de gewenste instellingen op: [Papierlijst]: [Naam aangepast papierformaat]: [Eenheid]: Toont de namen en afmetingen van standaard papierformaten en toegevoegde aangepaste papierformaten. Typ een naam in voor het nieuwe aangepaste papierformaat. Selecteer de eenheden (millimeters of inches) die moeten worden gebruikt bij het opgeven van een aangepast papierformaat. Hier bepaalt u de lengte en de breedte van het aangepaste papierformaat (lengte groter dan of gelijk aan breedte). Papierformaten moeten worden opgegeven voor afdrukstand Staand (lengte groter dan of gelijk aan breedte) en binnen de grenzen van de door de gebruiker te bepalen afmetingen. 4 Een document afdrukken [Papierformaat]: 3 Klik op [Registreren]. OPMERKING In Windows 98/Me kunt u maximaal 30 aangepaste papierformaten definiëren. 4 Controleer de instellingen en klik op [OK]. Werken met de afdrukfuncties 4-49 Voor Windows 2000/XP/Server 2003 1 Open de map [Printers en faxapparaten] (map [Printers] in Windows 2000) en selecteer [Eigenschappen voor server] in het menu [Bestand]. Het dialoogvenster [Eigenschappen voor Afdrukserver] verschijnt. 2 Klik op het tabblad [Formulieren] en schakel het vakje [Nieuw formulier maken] in. Geef de gewenste instellingen op. 4 Een document afdrukken Denk eraan de marge in te stellen op een waarde tussen 0, 5 cm en 5, 0 cm. [Naam formulier]: Hier kunt u een naam voor het aangepaste papierformaat invoeren. (in Windows 2000 wordt [Beschrijving formulier voor] weergegeven. ) Selecteer de optie [Metriek] of [Angelsaksisch]. Hier bepaalt u de lengte en de breedte van het aangepaste papierformaat (lengte groter dan of gelijk aan breedte). Papierformaten moeten worden opgegeven voor afdrukstand Staand (lengte groter dan of gelijk aan breedte) en binnen de grenzen van de door de gebruiker te bepalen afmetingen. De geldige instellingen voor deze printer zijn: breedte 7, 62 tot 21, 59 cm en lengte 12, 70 tot 35, 56 cm. [Eenheden]: [Papierformaat]: [Marges van afdrukgebied]: Voer een numerieke waarde in. [. . . ] Daarom wordt de aanvoer van gegevens van afbeeldingen naar de printer verdeeld in cyaan, magenta, geel en zwart. 8 G M C Z Info over afdrukken in kleur 8-9 Bijlage De gegevens worden voor iedere tonerkleur afzonderlijk gereproduceerd op de lichtgevoelige drum en de toner wordt overgebracht op een tussentijdse transfer-eenheid. Gegevens Lichtgevoelige drum Eenheid voor tussentijdse doorvoer De toner-kleur verandert iedere keer dat de eenheid voor tussentijdse doorvoer roteert. Z CMG M G Z Wanneer de gegevens voor alle 4 kleuren zijn overgebracht op de eenheid voor tussentijdse doorvoer, wordt het papier door de printer gevoerd en wordt de pagina geprint. C Roteert 4 keer De gegevens voor alle vier de kleuren worden dan overgebracht op papier, het papier gaat door de fuseereenheid en verlaat vervolgens de printer. 8 Bijlage 8-10 Info over afdrukken in kleur Achieving More Beautiful Color Printing Als de kleuren in de afdruk niet zijn zoals verwacht, of de afbeelding is van lage kwaliteit, of het duurt lang voordat een afdruktaak is voltooid, presteert de printer op halve kracht. Door wat kleine aanpassingen en een beetje zorg, kunnen wij weer alles uit de printer halen wat erin zit. De kleuren op het scherm aanpassen De kleuren die u kunt zien op het computerscherm zijn niet alleen de werkelijke kleuren. Als we een kleurenafdruk uitvoeren uitgaande van de kleuren die wij kunnen zien op het computerscherm met het doel die kleuren af te stemmen, zullen de afgedrukte kleuren wat anders zijn. [. . . ]